Scheikunde Chemie overal Week 1 1 1 Chemie
- Slides: 79
Scheikunde Chemie overal Week 1
1. 1 Chemie om je heen • Scheikunde is overal – Scheiden of zuiveren van stoffen – Veranderen van grondstoffen in bruikbare stoffen – Drinkwater uit zeewater – Poetsen – Enz.
1. 2 Zuivere stoffen en mengsels • Zuivere stof: – Maar 1 soort deeltjes (moleculen) – Niet kleiner te krijgen – Vb: gedestilleerd water, suiker • Mengsel (onzuiver): – Meerdere soorten deeltjes (moleculen) – Kun je door scheiden uit elkaar halen – Vb: suikerwater
Stofeigenschappen – Kleur – Geur – Smaak – Smeltpunt en kookpunt – Dichtheid of soortelijke massa – oplosbaarheid – Brandbaarheid
Moleculen en atomen
Element of een verbinding • Een zuivere stof kan een element of een verbinding zijn • Element bestaat uit 1 soort atomen • Verbinding bestaat uit meerdere soorten atomen
Elementen • Fientje Cliedert Bruine Inkt Op Haar Neus – Fluor (F), – Chloor (Cl), – Broom (Br), – Jood (I), – Zuurstof (O), – Waterstof (H), – Stikstof (N) • Twee atomige elementen
Mengsel of zuiver? ? ?
Hydrofiel/hydrofoob • Hydro = water • Fiel = houden van • Foob = vrezen • Hydrofiel = houdt van water – Lost dus makkelijk op in water (zout) • Hydrofoob = Houdt niet van water – Lost dus niet makkelijk op in water (Olie)
Soorten mengsels • Oplossing: helder, doorzichtig – Kleurloos of gekleurd (nooit wit) • Suspensie: troebel, ondoorzichtig – wit of gekleurd (nooit kleurloos) – Vaste stof in vloeistof die niet goed oplossen • Emulsie: troebel, ondoorzichtig – Wit of gekleurd (nooit kleurloos) – Vloeistof in vloeistof die niet goed oplossen
Emulsie en Emulgator Water en olie Eigeel eiwitten Twee vloeistoffen
Hoe werkt een emulgator • Kop en staart principe • Kop is hydrofiel en staart is hydrofoob
Scheikunde Week 2
1. 3 Scheidingsmethoden • • • Methode Zeven Filtreren Indampen Destilleren Extraheren Bezinken verschil in eigenschap deeltjesgrootte kookpunt oplosbaarheid dichtheid
Zeven Deeltjesgrootte
Filtreren Verschil in grootte
Bezinken of Centrifugeren • Verschil in massa of dichtheid • Bezinken
Indampen Verschil in kookpunt
Destilleren Verschil in kookpunt
Extraheren • Twee vaste stoffen uit elkaar halen • Een vaste stof eerst oplossen en daarna filtreren en indampen • Voorbeeld zand en zout • Verschil in oplosbaarheid
Adsorberen • Bepaalde stoffen aan een stof onttrekken • Vaak kleurstoffen • Bijv – actieve kool en limonade siroop – Gasmaskers – Norrit (allemaal actieve kool)
Chromatograferen • Verschil in aanhechtingsvermogen en oplosbaarheid van het oplosmiddel • Bij zuivere stof 1 vlek bij mengsel meerdere vlekken
Scheikunde week 3
Bouwstenen van stoffen
2. 2 De bouw van een atoom • Modellen • Dalton: een atoom is een massief bolletje. Elk atoomsoort heeft zijn eigen afmetingen
Atoommodel van Rutherford • Atoommodel Atoomkern opgebouwd uit protonen en neutronen, met daar omheen elektronenwolk
• Atoommodel – Elektronen (-) – Protonen (+) – Neutronen (0)
Atoomnummer en massagetal • Atoomnummer geeft aan hoeveel protonen en elektronen in een atoom zitten • Massagetal geeft de som van protonen en neutronen aan
Voorbeeld K atoomnummer: 19 K massagetal: 39 Aantal protonen en elektronen= 19 Aantal neutronen= 39 -19= 20
Elektronen-verdeling • De elektronen zijn over schillen verdeeld: Schil naam 1 e schil K schil Maximaal aantal elektronen 2 2 e schil L schil 8 3 e schil M schil 18 4 e schil N schil 32 • De elektronen worden van binnenuit naar buiten toe opgevuld • Uit het periodiek systeem is de elektronen-verdeling (elektronenconfiguratie) per atoom af te leiden
Het atoomnummer geeft het aantal protonen in de kern aan Dit komt overeen met de kernlading (+) en het aantal elektronen in de elektronenwolk (-)
Elektronenconfigatie: elektronenverdeling over de 4 schillen (banen) Valentie-elektronen: De elektronen in de buitenste schil
Isotopen • Isotopen zijn elementen met hetzelfde atoomnummer maar met een verschillend massagetal • Aantal neutronen bij een atoom verschillen • Bijv waterstof: – “Gewoon” waterstof 1 proton geen neutronen – “Zwaar” waterstof 1 proton 1 neutron – Tritium 1 proton 2 neutronen
Chloor Lichtere soort komt 3 x zovaak voor Het gemiddelde massagetal wordt dan: Massagetal: (3*35+1*37)/4 = 35, 5 Dit is de atoommassa!!!
Scheikunde Week 4
2. 3 Periodiek systeem Periode G R O E P E N
Groepen • Groep 1 Alkalimetalen (Film) – Reageren heftig met water • Groep 2 Aardalkalimetalen – Reageren heftig met lucht (felle vlam) • Groep 17 Halogenen – F, Cl, Br, I reageren goed metalen • Groep 18 Edelgassen – Verbinden zich niet en tasten niets aan
Atomen • Kleinste deeltjes van een molecuul • Symbolen – Eerste letter van de Latijnse naam – Bijvoorbeeld: • Koolstof = Carboneum dus C • Koper = Cuprum dus Cu • Denk aan hoofdletter kleine letter!!!
Elementen • Fientje Cliedert Bruine Inkt Op Haar Neus – Fluor (F), – Chloor (Cl), – Broom (Br), – Jood (I), – Zuurstof (O), – Waterstof (H), – Stikstof (N) • Twee atomige elementen
Molecuulformule Coëfficiënt: Geeft het aantal moleculen aan 2 C 2 H 6 O 2 moleculen ethanol Index: Geeft het aantal atomen dat in het molecuul voorkomt aan
Atoombinding • Covalentie: het aantal elektronen dat een atoom beschikbaar heeft voor de atoombinding
Atoombinding Er zijn ook atomen die meer dan een covalentie hebben. Bijvoorbeeld: Zwavel (S) covalentie 2, 4 en 6
Molecuulformule • Koolstof en zwavel atomen Covalentie aantallen vereenvoudigen : C : 4 : 2 : 1 S 2 4 2 Formule : CS 2 Koolstofdisulfide
Structuurformule • Een structuurformule is een tekening van een molecuul. - Ruimtelijke structuur: hierbij kun je de hoeken en verbindingen goed zien. - Eenvoudiger is de structuurformule: deze zijn gemakkelijker te tekenen. Ethanol H-atomen worden voor het gemak vaak weggelaten.
Scheikunde Week 5
2. 4 Ionen • • • Atomen met een lading Sterkere aantrekkingskracht Hogere smeltpunten Kern blijft altijd gelijk Elektronen kunnen veranderen Ionen willen lijken op edelgassen
Ionen • Atomen kunnen elektronen opnemen of afstaan (buitenste schil) • Atomen willen zijn als edelgas • Atomen uit groep 1 staan makkelijk 1 elektron af (elektron positief) • Atomen uit groep 17 nemen makkelijk 1 elektron op (elektron negatief)
Bijvoorbeeld Na • • Atoomnummer 11 Kernlading is dus +11 11 protonen en 11 elektronen Na kan 1 elektron afstaan – Buitenste schil 1 e • 11 P 10 E (+11 -10= +1) • Natrium ion (Na+-ion)
Natrium
Bijvoorbeeld Cl • • • Atoomnummer 17 Kernlading is dus +17 17 protonen en 17 elektronen Cl kan 1 elektron opnemen 17 P 18 E (+17 -18= -1) Chloride (Cl- ion)
Periodiek systeem en ionen • Atomen uit groep 1 – 1 afstaan dus lading van 1+ • Atomen uit groep 2 – 2 afstaan dus lading van 2+ • Atomen uit groep 16 – 2 opnemen dus lading van 2 - • Atomen uit groep 17 – 1 opnemen dus lading van 1 -
Waardigheid van atomen • Ook wel elektovalentie • Atomen uit groep 1 – Waardigheid van 1 • Atomen uit groep 2 – Waardigheid van 2 • Atomen uit groep 15 – Waardigheid van 3 • Atomen uit groep 17 – Waardigheid van 1
2. 5 naamgeving van ionen • Positieve ionen behouden dezelfde naam – Mg 2+ = Magnesium ion – Na+ = Natrium ion – K+ = Kalium ion
Metalen • Er zijn metalen die meerdere valenties kunnen hebben • Fe 2+ of Fe 3+ • Deze geven we aan met romeinse cijfers • Ijzer(II) ion of ijzer(III)ion • Cu+ en Cu 2+ • Koper(I)ion en Koper(II)ion
Valenties van metalen Metaal valentie Na, K, Ag (1) + Mg, Ba, Ca, Zn, Ni 2+ Al, Cr, Au 3+ Fe 2+ en 3+ Cu, Hg 1+ en 2+ Pb, Sn 2+ en 4+ Uitzondering: Waterstof (enige niet metaal) positieve valentie: H+
Valenties niet metalen Niet-metaal Valentie F, Cl, Br, I (1) - O, S 2 - N, P 3 -
Negatieve ionen • Achtervoegsel –ide – F– Cl– Br – I– O 2– S 2– N 3 - Fluoride Chloride Bromide Jodide Oxide Sulfide Nitride
Scheikunde Week 6
3. 3 structuurformules en namen van moleculaire stoffen • Molecuul bestaat altijd uit 2 of meer atomen • Altijd niet-metalen • Covalentie • structuurformules
Molecuulformule Coëfficiënt: Geeft het aantal moleculen aan 2 C 2 H 6 O 2 moleculen ethanol Index: Geeft het aantal atomen dat in het molecuul voorkomt aan
Atoombinding • Covalentie: het aantal elektronen dat een atoom beschikbaar heeft voor de atoombinding
Atoombinding Er zijn ook atomen die meer dan een covalentie hebben. Bijvoorbeeld: Zwavel (S) covalentie 2, 4 en 6
Structuurformule • Een structuurformule is een tekening van een molecuul. - Ruimtelijke structuur: hierbij kun je de hoeken en verbindingen goed zien. - Eenvoudiger is de structuurformule: deze zijn gemakkelijker te tekenen. Ethanol H-atomen worden voor het gemak vaak weggelaten.
Structuurformule • Dubbele bindingen • Drievoudige bindingen
Molecuulformule • Koolstof en zwavel atomen Covalentie aantallen vereenvoudigen : C : 4 : 2 : 1 S 2 4 2 Formule : CS 2 Koolstofdisulfide
Index en naamgeving Index Voorvoegsel 1 Mono 2 Di 3 Tri 4 Tetra 5 Penta 6 Hexa
Naamgeving • H 2 O – Diwaterstofmono-oxide • P 2 O 5 – Difosforpenta-oxide • Monostikstofdioxide – NO 2
huiswerk • Opdracht: 21 t/m 33 • Niet maken: 22, 26, 29.
Scheikunde Week 7
3. 2 elektrisch geleidingsvermogen • Een stof kan stroom geleiden wanneer – De stof moet bestaan uit geladen deeltjes – De geladen deeltjes moeten vrij kunnen bewegen
Onderscheid in stoffen 1. Moleculaire stoffen 2. Zouten (opgebouwd uit ionen) 3. Metalen
Welke stoffen geleiden niet? • • Gedestilleerd water Alcohol Hout perspex Moleculaire stoffen (bestaan uit niet-metalen): Dit komt doordat deze stoffen geen vrije elektronen bevatten!!
Zouten • Stoffen opgebouwd uit positieve en negatieve ionen
Zouten bestaan uit: een metaal en een niet-metaal • Natrium en Chloor – Natrium staat steeds 1 elektron af – Chloor neemt steeds 1 elektron op • Er ontstaat Natriumchloride (keukenzout)
Ionrooster en ionbinding • Ieder positief natrium ion is omgeven door 6 chloor ionen en andersom • Door de aantrekkingskracht tussen positieve en negatieve ionen blijven de ionen bij elkaar – ion binding
Metalen • Eigenschappen van metalen – Glanzend uiterlijk – Hoog smeltpunt – Geleiden goed warmte – Geleiden elektrische stroom – Goed vervormbaar door walsen en smeden – In gesmolten toestand goed te mengen
Even terug • IJzer atoomnummer 26 • Aantal protonen is dus: 26 (positief) • Aantal elektronen is dus: 26 (negatief) • IJzer staat graag 2 elektronen af • Dan krijgt ijzer een lading van: +2 • Dat is het ijzer ion
IJzer • Bestaat uit veel positieve ijzer ionen en uit twee keer zo veel vrije elektronen • De ijzerionen zijn gerangschikt in een rooster • Hierin bewegen de vrije elektronen zich kris kras tussen de positieve ijzerionen door. • Deze zorgen voor de binding Metaalrooster
Metaalrooster • Bestaat dus uit positieve metaalionen en uit vrije elektronen die voor de binding (metaalbinding) in het rooster zorgen • Wanneer het metaal aangesloten wordt op stroom gaan alle elektronen dezelfde kant op – De beweging van vrije elektronen wordt gericht
- Scheikunde chemie overal vwo 4
- Groene chemie scheikunde
- De mens wordt vrij geboren maar verblijft overal in ketenen
- Rolwrijving
- Natuurkunde boek havo 4
- Aardrijkskunde is overal
- Week by week plans for documenting children's development
- Berekenen reactiewarmte
- Zijde verven scheikunde examen
- Veiligheidsregels scheikunde
- Telwoorden scheikunde
- Rekenschema scheikunde
- Gemalen koffie mengsel of zuivere stof
- Buisje scheikunde
- Zilvernitraat formule
- Bolbuis scheikunde
- Mol berekenen scheikunde
- Scheidingsmethoden scheikunde schema
- Extractiemiddel scheikunde
- Hydrolyse vetten
- Binas tabel 99
- Oplosvergelijking in water
- Organische structuren
- Index betekenis scheikunde
- Centrifugeren scheikunde
- Soli chemie 9. ročník
- Chemie
- Schilling chemie
- Esterhydrolyse
- Naturfasern chemie
- Chemie k
- Chemie koncovky
- Impuls chemie 4 lösungen pdf
- Substrat chemie
- Chemie
- Planaire structuur chemie
- Impuls chemie 4
- Hochofen stahlherstellung
- Dreieck chemie
- Chemie für mediziner
- Autohaus bonnemann
- Impuls chemie 4 lösungen pdf
- Sbr6 chemie
- Tensidklassen
- Semesterapparat hhu
- Donauchem pischelsdorf
- Krasové jevy chemie
- Burgerlijk ingenieur chemie
- Klasvorming chemie
- Areny chemie
- Jodometrie
- Chemie
- Chemie názvosloví
- Impuls chemie
- Organická chemie
- Sucha chemie
- Chemie
- Chemie teilgebiete
- Impuls chemie
- Ppp chemie
- Substrat chemie
- Lnky
- Impuls chemie
- Prinzip von le chatelier
- Chemie
- Pulsar college
- Voda prezentace chemie
- Chmia
- Dichloor
- Podobory chemie
- Skelettschreibweise
- Bahenný plyn
- Chemie k
- Ddt chemie
- 12 principes groene chemie
- Chemie
- Chemie
- Katedra fyziky chemie a odborného vzdělávání
- Dobrý sluha ale zlý pán chemie
- Fehlvorstellungen chemie