Taal en Interactievaardigheden in de Kinderopvang Training 1

  • Slides: 37
Download presentation
Taal- en Interactievaardigheden in de Kinderopvang Training 1

Taal- en Interactievaardigheden in de Kinderopvang Training 1

Programma Opzet van de TINK-training Samenwerking in het team tijdens TINK Introductie interactievaardigheden Sensitieve

Programma Opzet van de TINK-training Samenwerking in het team tijdens TINK Introductie interactievaardigheden Sensitieve responsiviteit /respect voor de autonomie / structureren en grenzen stellen - Introductie - Oefenen • Verder werken • • TINK bijeenkomst 1 2

Metaforen en universals • Favoriete restaurant (spiegel hoe is het bij jou) • De

Metaforen en universals • Favoriete restaurant (spiegel hoe is het bij jou) • De kip en de adelaar (dubbeltje kwartje) • Voorbeelden kinderen laten het topje van de ijsberg zien • Er bestaan geen lastige kinderen en er bestaan wel inflexibele leidsters • De kamelen de helft en een derde en een negende van 17 kamelen • De olifant met een touw aan zijn poot TINK bijeenkomst 1 3

Film interactievaardigheden • Film starten • https: //youtu. be/BFDa. HYccs. Lk TINK bijeenkomst 1

Film interactievaardigheden • Film starten • https: //youtu. be/BFDa. HYccs. Lk TINK bijeenkomst 1 4

Gemiddelde scores interactievaardigheden (Bron: NCKO kwaliteitsmonitor 2013) TINK bijeenkomst 1 5

Gemiddelde scores interactievaardigheden (Bron: NCKO kwaliteitsmonitor 2013) TINK bijeenkomst 1 5

Kwaliteit van de kinderopvang • Kwaliteit van kinderopvang: - Veilige omgeving - Groepsgrootte Cruciale

Kwaliteit van de kinderopvang • Kwaliteit van kinderopvang: - Veilige omgeving - Groepsgrootte Cruciale factor is de kwaliteit van de interactie tussen kind en pedagogisch medewerker (Starting Strong, 2012) TINK bijeenkomst 1 6

Zes interactievaardigheden • Drie basale vaardigheden: – Sensitieve responsiviteit – Respect voor autonomie –

Zes interactievaardigheden • Drie basale vaardigheden: – Sensitieve responsiviteit – Respect voor autonomie – Structureren en grenzen stellen • Drie educatieve vaardigheden: – Praten en uitleggen – Ontwikkelingsstimulering – Begeleiden van interacties tussen kinderen TINK bijeenkomst 1 7

Sensitieve responsiviteit • De vaardigheid om signalen en behoeften van kinderen op te merken,

Sensitieve responsiviteit • De vaardigheid om signalen en behoeften van kinderen op te merken, goed te interpreteren en er passend op te reageren TINK bijeenkomst 1 8

Respect voor autonomie • Waardeert de pm’er de eigenheid van de kinderen? Stimuleert zij

Respect voor autonomie • Waardeert de pm’er de eigenheid van de kinderen? Stimuleert zij actief dat kinderen iets zelf doen, op hun eigen manier? TINK bijeenkomst 1 9

Structureren en grenzen stellen • Hierbij biedt de pm’er de kinderen overzicht door een

Structureren en grenzen stellen • Hierbij biedt de pm’er de kinderen overzicht door een vast dagritme en rituelen. En ze helpt kinderen op een respectvolle manier bij het volgen van de regels. TINK bijeenkomst 1 10

Praten en uitleggen • De pm’er biedt zoveel mogelijk rijk taalaanbod en ze schept

Praten en uitleggen • De pm’er biedt zoveel mogelijk rijk taalaanbod en ze schept actief gelegenheden om de kinderen te laten praten. TINK bijeenkomst 1 11

Ontwikkelingsstimulering • De pm’er benut de mogelijkheden van spel voor stimulering van het kind:

Ontwikkelingsstimulering • De pm’er benut de mogelijkheden van spel voor stimulering van het kind: – Sociaal-emotioneel – Motorisch – Cognitief – Taal – Creatief Ze houdt daarbij rekening met de verschillen tussen kinderen. TINK bijeenkomst 1 12

Begeleiden van interacties • De pm´er creert omstandigheden waarin kinderen samen met elkaar kunnen

Begeleiden van interacties • De pm´er creert omstandigheden waarin kinderen samen met elkaar kunnen spelen en begeleidt het samenspel. TINK bijeenkomst 1 13

Plus interactief voorlezen… • Peuters leren vooral van gesprekken rondom boeken. • Zoek naar

Plus interactief voorlezen… • Peuters leren vooral van gesprekken rondom boeken. • Zoek naar mogelijkheden zodat peuters over hun eigen ervaringen kunnen vertellen. • Ga door op datgene wat het kind wil vertellen. TINK bijeenkomst 1 14

Opzet van de TINK training • Wat doe je? • Wat zeg je? •

Opzet van de TINK training • Wat doe je? • Wat zeg je? • Hoe zeg je het? • Gekoppeld aan de interactievaardigheden TINK bijeenkomst 1 15

Kijkwijzer optioneel • Je kunt de kijkwijzer laten invullen of dit vantevoren geregeld hebben

Kijkwijzer optioneel • Je kunt de kijkwijzer laten invullen of dit vantevoren geregeld hebben • 360 graden feedback van jezelf, je collega en je leidinggevende TINK bijeenkomst 1 16

TINK: werken aan taalvaardigheid Doelen Taal met TINK: • Richting 3 F • Verbeteren

TINK: werken aan taalvaardigheid Doelen Taal met TINK: • Richting 3 F • Verbeteren van mondelinge taalvaardigheid • Talig goede interactie met kinderen TINK bijeenkomst 1 17

TINK is: Drieslag Taal 1. Praktijk Oefenen tijdens het werk, met natuurlijke taken, observatie,

TINK is: Drieslag Taal 1. Praktijk Oefenen tijdens het werk, met natuurlijke taken, observatie, feedback, intervisie 2. Training Interactie met kinderen: hoe doe je dat, wat zeg je, hoe zeg je het? Oefening en voorbereiden van actiepunten 3. Extra Taal Begeleid zelfstandig werken aan taal voor het werk (op het werk en thuis) TINK bijeenkomst 1 18

Werkboek deelnemers optioneel De Kijkwijzer Taal en Interactie en de Kijkwijzer Taal: • In

Werkboek deelnemers optioneel De Kijkwijzer Taal en Interactie en de Kijkwijzer Taal: • In de bijeenkomsten • Voor observatie en feedback in de praktijk • Om je voortgang in kaart te brengen • Als bewijs van je acties, voor in het portfolio De Tipkaarten Leren met en van collega’s: • Intervisie in het (team)overleg • Tips voor video maken, observeren, feedback geven, feedback vragen • Steuntjes voor gebruik tijdens het doen van acties in de praktijk TINK bijeenkomst 1 19

Werkboek deelnemers De training • • Opdrachten Teamactiekaarten Individuele actiekaarten Tipkaarten Extra Taal •

Werkboek deelnemers De training • • Opdrachten Teamactiekaarten Individuele actiekaarten Tipkaarten Extra Taal • • Entreetoets grammatica Taaloefeningen Taaldossier Zelfstudiewijzer Portfolio • • • Ingevulde kijkwijzers en actiekaarten Filmpjes (minimaal 3) Casussen per interactievaardigheid Persoonlijke leerdoelen Team leerdoelen TINK bijeenkomst 1 20

5 Tipkaarten over leren van en met collega’s A. B. C. D. E. Intervisie

5 Tipkaarten over leren van en met collega’s A. B. C. D. E. Intervisie Video-interactie Observeren Feedback geven Feedback vragen (pag. 12 werkboek) TINK bijeenkomst 1 21

Leren van en met collega’s • Leren van en met elkaar • Borging van

Leren van en met collega’s • Leren van en met elkaar • Borging van TINK door reflecteren en feedback geven/ontvangen • Met een maatje en/of in het teamoverleg • Na elke bijeenkomst beschrijven deelnemers een casus die ze met hun maatje of in het team bespreken / filmen ze elkaar • Tipkaarten voor leren van en met elkaar TINK bijeenkomst 1 22

intervisie • Tussen de trainingen door moet je een keer bij elkaar komen om

intervisie • Tussen de trainingen door moet je een keer bij elkaar komen om voortgang te bespreken TINK bijeenkomst 1 23

Filmpjes maken • Let er op dat je aan het einde van de trainingen

Filmpjes maken • Let er op dat je aan het einde van de trainingen filmpjes van jezelf moet hebben bekeken met elkaar • Maak dus elke keer met je team een filmpje, we bekijken er 3 of 4 per training • Regels: met je telefoon of tablet/goed overzicht/pm goed zichtbaar frontaal/3 minuten/goed horen TINK bijeenkomst 1 24

feedbackmodel • Sandwichmodel op flip tekenen en bespreken • Ja maar versus ja en

feedbackmodel • Sandwichmodel op flip tekenen en bespreken • Ja maar versus ja en • Respect voor andermans beeld van de wereld TINK bijeenkomst 1 25

Sensitieve responsiviteit respect voor de autonomie structureren en grenzen stellen TINK bijeenkomst 1 26

Sensitieve responsiviteit respect voor de autonomie structureren en grenzen stellen TINK bijeenkomst 1 26

Sensitieve responsiviteit sensitief: het goed kunnen herkennen van de signalen van het kind +

Sensitieve responsiviteit sensitief: het goed kunnen herkennen van de signalen van het kind + responsief: goed inspelen op de behoeften van het kind = sensitieve responsiviteit: signalen van het kind opmerken, goed interpreteren en een passende reactie geven TINK bijeenkomst 1 27

Zodat een kind Om zich goed te kunnen ontwikkelen, heeft het kind ondersteunende interactie

Zodat een kind Om zich goed te kunnen ontwikkelen, heeft het kind ondersteunende interactie nodig: • Vertrouwen in de ander • Zelfvertrouwen • Een gevoel van eigenwaarde TINK bijeenkomst 1 28

kijkwijzer Sensitieve responsiviteit Wat doe je? 1 2 3 4 Ik volg het initiatief

kijkwijzer Sensitieve responsiviteit Wat doe je? 1 2 3 4 Ik volg het initiatief van het kind tijdens de interactie ik met ze heb Ik maak contact met alle kinderen van mijn groep door ze aan te kijken Ik geef kinderen een veilig gevoel door ze aan te raken wanneer zij daar behoefte aan hebben (knuffelen, op schoot) Ik heb aandacht voor de signalen van alle kinderen Ik laat merken dat ik de signalen van kinderen zie of hoor Ik reageer op het juiste moment op de signalen van de kinderen Ik help kinderen bij het uiten en verwoorden van hun gevoelens Ik ga door op de inhoud van wat het kind zegt Wat zeg je? Ik noem kinderen bij de naam Ik verwoord de gevoelens van de kinderen Ik verwoord wat het kind ervaart of bedoelt Ik stel de kinderen op hun gemak (bijvoorbeeld met complimenten) Ik vraag naar de gevoelens en gedachten van kinderen Ik verwoord mijn eigen gevoelens Ik benoem dat ik het fijn vind om de kinderen te zien Hoe zeg je het? Ik spreek op een vriendelijke toon Ik laat merken dat ik luister (verbaal en non-verbaal) Ik gebruik ‘ kleine’ woorden zoals: maar, toch, even, … Ik gebruik vriendelijke zinsconstructies (zullen we samen…? , wil je soms…? ) Ik spreek met en niet tegen de kinderen Ik maak oogcontact tijdens het spreken TINK bijeenkomst 1 29

Respect voor autonomie Het bieden van gelegenheid aan het kind om eigen oplossingen en

Respect voor autonomie Het bieden van gelegenheid aan het kind om eigen oplossingen en ideeën in te brengen en dingen zelf te doen. Zodat een kind… • zelf initiatieven kan ontplooien. • zelf dingen kan uitproberen. • de wereld kan ontdekken. • zelf eigen mogelijkheden en beperkingen kan ontdekken. • zelf oplossingen kan bedenken. TINK bijeenkomst 1 30

kijkwijzer Respect voor autonomie Wat doe je? 1 2 3 4 Ik stimuleer kinderen

kijkwijzer Respect voor autonomie Wat doe je? 1 2 3 4 Ik stimuleer kinderen om zoveel mogelijk zelf te doen Ik ben geduldig en volg het tempo van het kind Ik waardeer de ideeën en oplossingen van kinderen Ik laat kinderen dingen op hun eigen manier doen Ik laat kinderen zelf ontdekken Ik waardeer alle kinderen om wie zijn Ik bied kinderen de gelegenheid om zelf te kiezen Ik stimuleer kinderen om zelf plannen te maken en deze uit te voeren Wat zeg je? Ik verwoord gevoelens en gedachten van kinderen, los van mijn eigen perspectief Ik laat de kinderen merken dat ik ze ken door individuele kenmerken te benoemen (thuissituatie, voorkeuren) Ik benoem de talenten van kinderen Ik vraag kinderen mee te denken over plannen, oplossingen, activiteiten Ik ga met kinderen in gesprek over een situatie (activiteiten, probleem, wens) Ik maak contact en benoem wat ik ga doen voordat ik een kind aanraak Hoe zeg je het? Ik praat met en niet tegen de kinderen Ik laat merken dat ik luister Ik noem het kind bij de naam Ik maak oogcontact tijdens het spreken TINK bijeenkomst 1 31

Structureren en grenzen stellen • Hierbij gaat het erom dat je op een goede

Structureren en grenzen stellen • Hierbij gaat het erom dat je op een goede manier aan de kinderen duidelijk maakt wat er van hen verwacht wordt en hoe je er voor zorgt dat de kinderen zich daar aan houden. TINK bijeenkomst 1 32

Het belang van structuren en grenzen stellen • Kinderen die weten waar zij aan

Het belang van structuren en grenzen stellen • Kinderen die weten waar zij aan toe zijn, voelen zich vaak veiliger. • Kinderen leren regeltjes, conventies, afspraken, normen en waarden, wat belangrijk is voor het ontwikkelen van hun geweten. • Regeltjes verhogen de voorspelbaarheid van situaties. • Kinderen moeten leren hun eigen gedrag te sturen. TINK bijeenkomst 1 33

Structureren en grenzen stellen Wat doe je? 1 2 3 4 Ik bied structuur

Structureren en grenzen stellen Wat doe je? 1 2 3 4 Ik bied structuur door een vast en herkenbaar dagritme te hanteren Ik maak duidelijk wat de bedoeling is van een activiteit Ik heb extra aandacht voor het bieden van structuur aan nieuwe kinderen Ik hanteer grenzen tijdig (voordat het mis gaat) Ik pas rituelen en routines toe op de groep Ik zie er op toe dat de regels en afspraken nageleefd worden Wat zeg je? Ik bespreek met de kinderen wat we gaan doen en wanneer Ik benoem wat de regels en afspraken zijn die gelden op de groep (bijvoorbeeld tijdens de kring of bij het naar buiten gaan) Ik leg uit waarom de regels en afspraken er zijn Ik benoem gewenst gedrag Ik benoem de volgorde van de activiteiten (wat gaan we eerst doen en wat daarna) Hoe zeg je het? Ik spreek gestructureerd door de woorden ‘ eerst, dan, daarna’ te gebruiken Ik gebruik een positieve toon (zoals waardering wanneer een kind de regels goed naleeft) Ik leg verbanden uit met woorden zoals: ‘daarom, omdat, als…dan…’ Ik spreek duidelijk en verstaanbaar Ik controleer of de boodschap overkomt Ik noem het kind bij de naam Ik maak oogcontact tijdens het spreken TINK bijeenkomst 1 34

filmfragment • Je kunt een filmfragment laten zien waarin een pm’er/bso’er/gastouder in verbinding is

filmfragment • Je kunt een filmfragment laten zien waarin een pm’er/bso’er/gastouder in verbinding is met een kind of kinderen. • Zoek zelf naar een geschikt fragment voor de doelgroep waar je mee werkt. • Laat de deelnemers oefenen in het reflecteren en feedback geven TINK bijeenkomst 1 35

Verder werken 1. Beschrijf een casus uit de praktijk over sensitieve responsiviteit / respect

Verder werken 1. Beschrijf een casus uit de praktijk over sensitieve responsiviteit / respect voor de autonomie / structureren en grenzen stellen 2. Bespreek deze met je collega’s 3. Bespreek de opbrengsten plenair TINK bijeenkomst 1 36

Wat kan je er nog meer mee • In de eerste drie bijeenkomsten kan

Wat kan je er nog meer mee • In de eerste drie bijeenkomsten kan je in je trainersmap en deelnemersmap tal van oefeningen vinden die je kunt toevoegen • Pas de oefeningen aan op de groep deelnemers die je voor je hebt • Er zijn ook veel filmpjes beschikbaar voor de trainingen die voorbeelden geven. Ze zijn beschikbaar op trajectplanner TINK bijeenkomst 1 37