Nieuwe spelling TRAINING ATOR taal communicatie Burg van
Nieuwe spelling TRAINING © ATOR taal & communicatie | Burg. van Haarenlaan 784 -786 | 3119 GV Schiedam | www. ator-opleidingen. nl
C of K? insect dialect complot product attractief collectief publicatie indicatie complex compleet cadeau actueel acuut secretaresse cruciaal viaduct Nieuwe spelling trakteren traktatie akte fotokopie prakkiseren akkoord accorderen actie 2
Meervouden n n meestal –en of –s soms –eren eindigend op a, i, o, y of y: ‘s accu’s, piano’s eindigend op beklemtoonde –ie: -ën fobie – fobieën eindigend op onbeklemtoonde –ie: -n (trema op de –e-) koloniën Nieuwe spelling 3
Meervouden (2) n n n laars-laarzen/impuls-impulsen dief-dieven/fotograaf-fotografen, filosoof-filosofen korte klinker zonder klemtoon: geen verdubbeling van medeklinker monniken, dreumesen, kieviten Nieuwe spelling 4
Accenttekens n gangbaar geworden in het Nederlands: GEEN accenttekens: cheque, controle, condoleance, diner. uitzondering: tien à twaalf dagen. n alleen de accenten op e voor uitspraak: café, scène, première n niet nodig voor de uitspraak? Geen teken. Dus niet op de eerste e van procedé, maar wel op de tweede. depot, epoque n woord voelt nog Frans aan - dan wel accenttekens (vooral in woordgroepen): tête-à-tête, déjà vu, maîtresse, maître d’hôtel Nieuwe spelling 5
Klinkerbotsing (1) Klinkerbotsing is de verwarring die ontstaat wanneer we twee letters die meestal één klinker of tweeklank voorstellen (bijvoorbeeld aa of ui), in een woord toch afzonderlijk moeten lezen (dus als a-a of u-i) omdat ze tot verschillende lettergrepen behoren. Dat gebeurt in samenstellingen, in afleidingen en in sommige ongelede woorden die we uit andere talen hebben overgenomen. Nieuwe spelling 6
Klinkerbotsing (2) Welke klinkers botsen? klinkerbotsing geen klinkerbotsing aa, ae, ai, au ee, ei, eu ie oe, oi, oo, ou ui, uu ao ea, eo ia, io, iu oa ua, ue, uo aj, ej, oj, uj iji (ij+i) ay, ya, ey, ye, iy, yi, oy, yo, uy, yu Nieuwe spelling 7
Klinkerbotsing (3) n Afleiding Een afleiding met voorvoegsel van Griekse of Latijnse oorsprong: aan elkaar. aero-, anti-, audio-, auto-, bio-, contra-, de-, di-, duo-, elektro-, extra-, giga-, intra-, loco-, macro-, mini-, mono-, multi-, neo-, para-, pre-, proto-, pseudo-, quasi-, retro-, semi-, socio-, supra -, tri- ultra- en vice-. Nieuwe spelling 8
Klinkerbotsing (4) n bij klinkerbotsing een koppelteken. co-ouder, de-escaleren, mini-essay, pre-emeritaat, pseudo-islamitisch, quasi-intellectueel geen klinkerbotsing: we schrijven deze voorvoegsels vast aan het grondwoord: coauteur, deactualiseren, pseudoklassiek, regeneratie. Nieuwe spelling 9
Klinkerbotsing (5) n Met -achtig Een afleiding met -achtig krijgt een koppelteken bij klinkerbotsing: lilaachtig, maffia-achtig Nieuwe spelling 10
Klinkerbotsing (6) n Uitheemse woorden het uitheemse voorvoegsel kunnen we niet los zien van het grondwoord: krijgt bij klinkerbotsing een trema. We schrijven dus: re-integreren: geheel wordt herkend als ‘opnieuw integreren’ – afleiding Nieuwe spelling 11
Klinkerbotsing (7) n met uitheems voorvoegsel reünie: geheel wordt niet herkend als ‘opnieuw een unie’ – beschouwd n als ongeleed woord Coëfficiënt, coïncidentie, preëminent, biënnale, tetraëder Nieuwe spelling 12
Klinkerbotsing (8) Drie of meer opeenvolgende klinkerletters in ongelede woorden en afleidingen n Als een van de botsende klinkers wordt weergegeven door twee tekens, kan alleen de eerste klinker van de tweede klank een trema krijgen. re+eel: reëel ree+en: reeën fee+eriek: feeëriek ge+eigend: geëigend bedoe+ien: bedoeïen barbecue+en: barbecueën Nieuwe spelling 13
Klinkerbotsing (9) n n Na een i geen trema als er in totaal drie of meer klinkertekens staan. essenti+eel: essentieel De eerste letter van een au, ij, oe, ou of ui krijgt nooit een trema. ¡ ¡ ge+automatiseerd: geautomatiseerd ge+oefend: geoefend Nieuwe spelling 14
Klinkerbotsing (10) n De eerste letter van een ie en ei kan wel een trema krijgen. n Oekraïens, jezuïet, beëindigd n combinatie ie-e? dan hangt het van de klemtoon af of er een e wegvalt of niet. Wordt de /ie/ beklemtoond? ieë Heeft de /ie/ geen klemtoon? ië ¡ knieën, calorieën, oliën, chemicaliën Nieuwe spelling 15
Klinkerbotsing (11) Uitzonderingen n Zoiets n Zo-even n Getallen in letters krijgen bij klinkerbotsing een trema: tweeënveertig. n Maar: twee-eiig, twee-en-een-half. Nieuwe spelling 16
Klinkerbotsing (12) n Geen trema in de Franse achtervoegsels -ien en –ienne: opticien, lesbienne. n Nog als uitheems beschouwd? Oorspronkelijke spelling: paella, perpetuum, maestro, museum. n Een letter met een accent krijgt geen trema. carrière, première. n bij afbreking van een woord vervalt het trema op de eerste letter van de volgende tekstregel. ru • ine, ego • isme, continu • iteit Nieuwe spelling 17
Afkortingen n Afkorting met een of meer punten en een hoofdletter als die ook in het afgekorte woord voorkomt ¡ ¡ p. — pagina bv. , bijv. — bijvoorbeeld Nieuwe spelling 18
Symbool n symbool zonder punt en hoofdletters of kleine letters die nationaal of internationaal zijn afgesproken ¡ ¡ ¡ km/h — kilometer per uur s — seconde g — gram Nieuwe spelling 19
Initiaalwoord of letterwoord (1) n n initiaalwoord of letterwoord zonder punten. We nemen de hoofdletters van de afgekorte woorden over of de schrijfwijze van de organisatie zelf. ¡ ¡ pc (personal computer) btw (belasting over de toegevoegde waarde) NMBS (Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen) NS (Nederlandse Spoorwegen) Nieuwe spelling 20
Initiaalwoord of letterwoord (2) n letterwoorden ¡ ¡ pin (persoonlijk identificatienummer) Riagg (Regionale Instelling voor Ambulante Geestelijke Gezondheidszorg) Bu. Za ((Ministerie van) Buitenlandse Zaken) SERV (Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen) Nieuwe spelling 21
Tussenletters –e- of –en(1) n Als het linkerdeel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat niet eindigt op een toonloze /ə/, schrijven we de tussenklank /ə(n)/ meestal als en. ¡ ¡ Het hok van een hond is een hondenhok. Het sap van een peer is perensap. Nieuwe spelling 22
Tussenletters –e- of –en(2) n n We schrijven de tussenklank als -en als het linkerdeel van de samenstelling een zelfstandig naamwoord is dat een meervoud heeft op -en, maar geen meervoud op -es. In andere gevallen schrijven we -e. Nieuwe spelling 23
Tussenletters –e- of –en (3) Opmerking over de woordsoort van het linkerdeel n Volgens de hoofdregel schrijven we de tussenklank alleen als -en- als het linkerdeel een zelfstandig naamwoord is. Dus niet als het eerste deel de stam van een werkwoord is, ook al lijkt die op een zelfstandig naamwoord. ¡ ¡ ¡ n brekebeen – linkerdeel is de stam van het werkwoord breken wiegelied – linkerdeel is de stam van het werkwoord wiegen spinnewiel – linkerdeel is de stam van het werkwoord spinnen Wel -en in: ¡ ¡ wiegendood – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord wieg spinnenweb – linkerdeel is het zelfstandig naamwoord spin Nieuwe spelling 24
Tussenletters –e- of –en(4) Drie gevallen waarin we de hoofdregel niet toepassen n Als het linkerdeel van de samenstelling al eindigt op -en, is er geen echte tussenklank. We behouden de schrijfwijze van dat deel. ¡ Havengebied, keukentafel, molensteen Nieuwe spelling 25
Tussenletters –e- of –en(5) n In sommige samenstellingen kunnen we de samenstellende delen nauwelijks of niet herkennen. We noemen ze versteende samenstellingen. Andere woorden zijn slechts in schijn samenstellingen. Op deze woorden passen we de regel niet toe. ¡ apegapen (op – liggen), apekool, apelazarus (zich het – werken), apezuur (zich het – werken), bakkebaard, bolleboos, bruidegom, bullebak, elleboog, kattebelletje (haastig geschreven briefje), klerezooi, ledemaat, petekind, ruggespraak, schattebout, takkewijf. Nieuwe spelling 26
Tussenletters –e- of –en(6) n Sommige samenstellingen zijn ontstaan doordat een woordgroep aan elkaar is gegroeid. Vaak hebben de zelfstandige naamwoorden een oude naamvalsvorm: ¡ ’s anderendaags, goedendag, grotendeels, merendeel, meestentijds, ingebrekestelling. Nieuwe spelling 27
Tussenletters –e- en –en (7) Drie uitzonderingen op de hoofdregel n Uitzondering 1: linkerdeel van een samenstelling verwijst naar een persoon of zaak die in de gegeven context uniek is. Het gaat uitsluitend om de samenstellingen met Onze-)Lieve-Vrouw of (onze)lievevrouw, met zon, maan en hel. ¡ ¡ Onze-Lieve-Vrouwekerk, onzelievevrouwebedstro, lievevrouwebeestje zonnestraal, zonnebank, zonnegod, maneschijn, hellevuur, helleveeg Ook de woorden Koninginnedag, Koninginnefeest en koninginnenacht schrijven we zonder tussen-n. Maar met tussen-n: koninginnensoep, koninginnenhapje, koninginnenrit. Nieuwe spelling 28
Tussenletters –e- of –en(8) n Uitzondering 2: Als het linkerdeel van een samenstelling een versterkende betekenis heeft en het geheel is een bijvoeglijk naamwoord, schrijven we – e: ¡ apetrots, apezat, beregoed, beresterk, beretrots, boordevol, pikkedonker, reuzeleuk, reuzemooi, reuzegroot, reuzeklein, stekeblind Nieuwe spelling 29
Tussenletters –e- of –en(9) n Uitzondering 3: Als een zelfstandig naamwoord dat een persoon aanduidt een vrouwelijke nevenvorm heeft die alleen verschilt van de mannelijke door een achtervoegsel -e, dan gaan we voor de regels voor de tussenklank /ə (n)/ uit van de mannelijke vorm. We schrijven de tussenletters -en. Als we een woord als studentenkamer schrijven, gaan we uit van de mannelijke vorm. Nieuwe spelling 30
Afleidingen met tussenletters –e- of –en- (1) Vuistregels n We schrijven nooit -en als tussenklank in een afleiding, behalve in sommige gevallen voor de achtervoegsels -achtig, -schap en –dom: afhankelijk, plaatselijk, redelijk, besluiteloos, ideeëloos. n Als het grondwoord eindigt op een -n, wordt die behouden in de afleiding: ¡ openlijk, wezenlijk, gewetenloos, meedogenloos, gelegenheid. Nieuwe spelling 31
Afleidingen met tussenletters (2) n n Voor een afleiding met het achtervoegsel -achtig, -schap of –dom passen we de hoofdregel voor de tussenletter -e(n) in samenstellingen toe. Het grondwoord heeft geen meervoud dat eindigt op -en: schrijf –e: ¡ lenteachtig, zijdeachtig. Nieuwe spelling 32
Afleidingen met tussenletters -e- of –en- (3) n Het grondwoord heeft een meervoud dat eindigt op -en, maar ook op -es: schrijf –e. ¡ n Het grondwoord heeft alleen meervoud op -en: schrijf –en. ¡ n heideachtig, vedettedom sterrendom vorstendom, deskundigenschap Als het grondwoord eindigt op een -n, schrijven we die ook in de afleiding. ¡ eigendom, wetenschap Nieuwe spelling 33
Afleidingen met tussenletters (4) n n Voor een afleiding met het achtervoegsel -achtig, -schap of –dom passen we de hoofdregel voor de tussenletter -e(n) in samenstellingen toe. Het grondwoord heeft geen meervoud dat eindigt op -en: schrijf –e: ¡ lenteachtig, zijdeachtig. Nieuwe spelling 34
Tussenletter –s- (1) n Als we een extra /s/ horen tussen twee delen van een samenstelling of voor een achtervoegsel, dan schrijven we die ook: dorpsplein, bezienswaardig, meningsverschil. Nieuwe spelling 35
Tussenletter –s- (2) n Soms kunnen we de extra /s/ niet horen omdat het tweede deel van de samenstelling begint met een sisklank. Denk aan Stationsstraat. We schrijven extra s in Stationsstraat, omdat we die ook vinden in andere samenstellingen met station-: stationshal, stationsklok. ¡ ¡ ¡ eenmanszaak (want: eenmansactie) bedrijfszeker (want: bedrijfsonzeker) meisjesschool (want: meisjesnaam) Nieuwe spelling 36
Tussenletter –s- (3) n Sommige woorden worden door de ene taalgebruiker met, en door de andere taalgebruiker zonder tussenklank /s/ uitgesproken. De een zegt druggebruik, de ander drugsgebruik. De een zegt gewichtloos, de ander gewichtsloos. In zulke gevallen zijn beide spellingen correct. ¡ spelling(s)probleem, voorbehoed(s)middel, gladheid(s)bestrijding Nieuwe spelling 37
Tussenletter –s- (4) n Soms is er een verschil in betekenis tussen een combinatie met, en een combinatie zonder tussen-s. ¡ ¡ waternood: gebrek aan watersnood: overstroming zusterschool: verwante school zustersschool: nonnenschool Nieuwe spelling 38
Aan elkaar, los of met koppelteken? (1) Basisregel: n Een woord dat uit twee of meer andere woorden is samengesteld, moet aan elkaar worden geschreven: ¡ n toekomstperspectief, bedrijfsklaar, langetermijnplanning, onaf. Bij samenvoeging van twee of meer woorden kan ook een nieuw woord ontstaan dat soms met een tussenletter wordt geschreven: ¡ voorlichtingsrapport, lijdensdruk, reclasseringswerker. Nieuwe spelling 39
Aan elkaar, los of met koppelteken? (2) n In enkele bijzondere gevallen schrijven we een samenstelling of woordgroep met een koppelteken. Nieuwe spelling 40
Wanneer een koppelteken? (1) n Bij klinkerbotsing: auto-ongeluk, havoopleiding, re-integratie n gelijkwaardige elementen: zwart-wit, cultureel-maatschappelijk n aardrijkskundige namen: Etten-Leur n met een plaats of een bevolkingsgroep: Nederlands-hervormd Nieuwe spelling 41
Wanneer een koppelteken? (2) n n n woorddeel met hoofdletter: zwart. Amerikaans, pro-Deoadvocaat met cijfer, letter, symbool: 65 -jarige, T -shirt, $-teken, mama’s-kindje, top 10 -lijst, bedrijfs-pc-netwerk, CD&V-voorzitter met initiaalwoord: tv-kijker, kleuren-tv Nieuwe spelling 42
Wanneer een koppelteken? (3) n met bijzondere voor- of nabepaling (met de elementen niet-, non-, bijna-, oud-, ex-, aspirant-, adjunct-, substituut-, chef-, kandidaat-, interim-, stagiair-, leerling-, assistent-, collega of meester ¡ ¡ niet-rookster oud-burgemeester ex-gedetineerde adjunct-commissaris Nieuwe spelling 43
Wanneer een koppelteken? (4) n met elementen zoals -generaal, -president, testamentair, -verbaal of -militair ¡ ¡ n directeur-generaal minister-president proces-verbaal auditeur-militair groep of werkstuk, genoemd naar een auteur of inspirator ¡ ¡ regering-Kennedy commissie-Pée-Wesselings zaak-Profumo rapport-Van Traa Nieuwe spelling 44
Wanneer een koppelteken? (5) n Als het grondwoord een letter, cijfer, symbool of initiaalwoord is, gebruiken we een apostrof om een meervoud, een bezitsvorm, een verkleinwoord of een andere afleiding te vormen. ¡ ¡ NCRV’s eerste uitzendingen sms’jes, sms’en, zij sms’t, wij sms’ten, ze hebben ge-sms’t gsm’s, gsm’etje tv’loos Nieuwe spelling 45
Wanneer een koppelteken? (6) Opmerking 1: n De achtervoegsels -achtig, -dom, -heid en -schap verbinden we met een streepje. Andere achtervoegsels met een apostrof. ¡ ¡ VTM-achtig 65+-dom AOW’er 2’tjes Nieuwe spelling 46
Wanneer een koppelteken? (7) Opmerking 2: n Een voorvoegsel wordt aan een letter, cijfer, symbool of initiaalwoord verbonden met een koppelteken. ¡ al dat ge-sms tegenwoordig, ge-emaild Nieuwe spelling 47
Wanneer een koppelteken? (8) n n samenkoppeling: kruidje-roer-mij -niet, het vrouw-zijn, laag-bij-degronds samenkoppeling in samenstelling: doe-het-zelfzaak, nek-aannekrace Nieuwe spelling 48
Wanneer een koppelteken? (9) n in samenstellingen waarin het rechterdeel verbonden wordt met twee of meer elementen die met elkaar gelijkwaardig zijn: ¡ ¡ zwart-witfoto woon-werkverkeer Nieuwe spelling 49
Samenstelling met een woordgroep (1) n Aan elkaar: ¡ ¡ ¡ n lange afstand — langeafstandsraket eerste minister — eersteministerportefeuille tweede kans — tweedekansonderwijs open haard — nepopenhaard sociale zekerheid — basissocialezekerheid een koppelteken in geval van klinkerbotsing: ¡ eerste minister: vice-eersteminister Nieuwe spelling 50
Samenstelling met een woordgroep (2) n Als het eerste deel van de woordgroep een telwoord is, dan schrijven we het vast in de driedelige samenstelling. Maar als we het telwoord met een cijfer schrijven, gebruiken we een spatie. ¡ ¡ elfjuliviering of 11 juliviering vijftigeurobiljet of 50 eurobiljet Nieuwe spelling 51
Samenstelling met een woordgroep (3) n samenstelling of afleiding met meerdelige eigennaam: ¡ ¡ ¡ Middellandse Zee — Middellandse Zeegebied Abu Dhabi — Abu Dhabireis Rode Kruis — Rode Kruispost Koningin Beatrix — Koningin Beatrixestafette Tweede Kamer — Tweede Kamerleden Nieuwe spelling 52
Samenstelling met een woordgroep (4) n Samenstelling met eigennaam in rechterdeel: ¡ ¡ ¡ Rode Kruis — het mini-Rode Kruis New Yorker — ex-New Yorker New Yorks — zwart-New Yorks Nieuwe spelling 53
Samenstelling met een woordgroep (5) n samenstelling met woordgroep die eindigt met symbool, letter of cijfer ¡ ¡ ¡ Karel I-sigaar Lodewijk XV-meubel vitamine B 12 -kuur Nieuwe spelling 54
Voorzetselbijwoord + daar, er, waar en hier (1) n een voorzetselbijwoord kan met een woord als daar, er, waar, hier een voornaamwoordelijk bijwoord vormen. We schrijven dat aaneen. Ook een tweede voorzetselbijwoord hecht zich daaraan vast. ¡ daarboven – erboven – waarboven – hierboven daarbovenop – erbovenop – waarbovenop – hierbovenop Nieuwe spelling 55
Voorzetselbijwoord + daar, er, waar en hier (2) n Een voorzetselbijwoord schrijven we niet vast aan een voorzetsel dat behoort bij een woordgroep rond een zelfstandig naamwoord. ¡ ¡ Ze zit achterop. Ze zit achter op de fiets. Het staat vanboven. Zij komt van boven de Moerdijk. Nieuwe spelling 56
Samenstellingen met telwoorden (1) n We schrijven een getal in één woord, tot en met het woord duizend. Na het woord duizend volgt een spatie. De woorden miljoen, miljard, biljoen enz. schrijven we los. Nieuwe spelling 57
Samenstellingen met telwoorden (2) ¡ ¡ ¡ ¡ tweeëntwintig tweehonderdtweeëntwintighonderd tweeduizend tweehonderdtwintig twee miljoen tweehonderdtwintigduizend tweehonderdtweeëntwintig Nieuwe spelling 58
Samenstellingen met telwoorden (3) n Rangtelwoorden in woorden worden op dezelfde manier geschreven. ¡ ¡ ¡ ¡ de de tweede twintigste tweeëntwintigste tweehonderdtweeëntwintigste tweeduizend tweehonderdtwintigste twee miljoen tweehonderdduizendste Nieuwe spelling 59
Samenstellingen met telwoorden (4) n Een rangtelwoord dat we met een cijfer schrijven, gevolgd door e of door ste/de, krijgt geen apostrof. ¡ ¡ ¡ 1 e, 1 ste 3 e, 3 de 105 e, 105 de Nieuwe spelling 60
Samenstellingen met telwoorden (5) n De teller en de noemer van een breuk schrijven we los, behalve als die deel uitmaakt van een meerledige samenstelling. ¡ ¡ twee derde van de bevolking twee zesden van deze taart (twee stukken die ieder één zesde zijn) een tweederdemeerderheid een driekwartmaat Nieuwe spelling 61
Anders geschreven – andere betekenis (1) ¡ ¡ Ik vind alles behalve mijn pen. Het is allesbehalve plezierig. Jij kunt het even goed als ik. Je kunt het evengoed laten. We hebben ten minste een kilometer gelopen. Kom maar op– tenminste, als je durft. Ten slotte viel het doek. We hadden het tenslotte zelf gekozen. Nieuwe spelling 62
Anders geschreven – andere betekenis (2) ¡ ¡ Ze hebben te veel betaald. Het teveel wordt terugbetaald. Twee maal twee is vier. Ik heb het tweemaal betaald. Nieuwe spelling 63
Engelse woorden (1) n Een in het Nederlands gebruikelijke samenstelling van Engelse woorden schrijven we in één woord. ¡ ¡ ¡ ¡ online accountmanager Businessclass download publicrelationsbureau humanresourcesafdeling lowbudgetfilm Nieuwe spelling 64
Engelse woorden (2) n Bij klinkerbotsing of als een van de delen een initiaalwoord, losse letter, cijfer of symbool is, gebruiken we een koppelteken: ¡ ¡ e-mail pay-tv Nieuwe spelling 65
Engelse woorden (3) n gelijkwaardige delen: ¡ ¡ gin-tonic Dow-Jones cash-and-carry rock-’n-roll Nieuwe spelling 66
Engelse woorden (4) n in het Engels ook een koppelteken: ¡ ¡ n up-to-date catch-as-catch-can linkerdeel no of non: ¡ ¡ ¡ non-profit no-nonsensepolitiek no-iron Nieuwe spelling 67
Engelse woorden (5) n rechterdeel is een Engels voorzetselbijwoord: ¡ ¡ ¡ n lay-out plug-in stand-by back-upbestand all-inpakket Uitzonderingen: pullover, countdown, breakdown, feedback, playback. Nieuwe spelling 68
Werkwoorden van Engelse oorsprong vervoegen (1) De stam van een werkwoord van Engelse herkomst schrijven we op dezelfde manier als in het Engels. Die vorm gebruiken we zoals de stam van een inheems werkwoord. Nieuwe spelling 69
Werkwoorden van Engelse oorsprong vervoegen (2) n n n n to to fax - faxen - fax snooker - snookeren - snooker download - downloaden - download barbecue - barbecueën - barbecue rugby - rugbyen - rugby upgrade - upgraden - upgrade save - saven - save skate - skaten - skate Nieuwe spelling 70
Werkwoorden van Engelse oorsprong vervoegen (3) ott ik jij hij wij downloadt downloaden etc. faxt faxen etc. rugbyt rugbyen etc. snookert snookeren etc. skatet skaten etc. ovt downloadde faxte rugbyde snookerde skatete vtt gefaxt gerugbyd gesnookerd geskatet gedownload Nieuwe spelling 71
Werkwoorden van Engelse oorsprong vervoegen (4) n Als het woord in het Engels eindigt op een dubbele medeklinker, vernederlandsen we de stam en schrijven we een enkele medeklinker, tenzij dit een andere uitspraak oproept. ¡ ¡ ¡ to cross – stam: cros volleyball – stam: volleybal paintball – stam: paintball Nieuwe spelling 72
Werwoorden van Engelse oorsprong vervoegen (5) n Als het woord in het Engels in de laatste uitgesproken lettergreep een lange /oo/ of een daaraan verwante klank heeft, vernederlandsen we de stam en schrijven we oo met dubbel klinkerteken. ¡ ¡ to promote – stam: promoot to score – stam: scoor Nieuwe spelling 73
- Slides: 73