Suomi Taalproject Fins Rick Sen Yfke Dulek Benno

Suomi Taalproject Fins Rick Sen Yfke Dulek Benno Kruit Merlijn Boogerd Thomas Mijnhout Niels Rustenberg Herman van Veelen Remo van der Heiden 1

Finse taal • • • Fins-Oegrische taal 6. 000 sprekers Latijns alfabet Van oorsprong “boers” Late officiële status 2

Fonologie Minimale reeks Klinkers • • A (car) E (let) I (sit) O (or) U (book) Y (müssen) Ä (cat) Ö (bird) • • Makin Mekin Mikin Mokin Mukin Mykin Mäkin Mökin gen. ev van maki, 'lemur‘. me 'wij' + kin 'ook' = 'ook wij'. spreektaalwoord mikki, 'microfoon'. mv. instructief voor mokka 'suede' en van moka 'fout'. is gen. ev. van muki 'mok'. meervoud instructief van mykkä, 'dom'. mä(spreektaal voor minä, 'ik') + kin 'ook'= 'ik ook'. gen. ev. van mökki, 'hut'. 3

Medeklinkers en dubbelklanken • Dubbelklanken (vb: aa, ii) • Driftongen (vb: ai, ei) 4

Lettegreepstructuur • 90% CV(V)(C) • Weinig CCV(V)(C) • Geen CVCCC (Zoals Kerst) • Assimilatie : Boundary Lengthening • kone + sammui → konessammui 5

Finse Morfologie Complex in: • Naamwoordopbouw Stam + Aantal + Naamval + Bez. Nw. + Encl. Part. • Compounding 6

Stam + Aantal + Naamval + Bez. Nw. + Encl. Part. • Meervoudsmorfemen: – t (Nominative & Accusative) – i- (Andere naamvallen) – j- (idem. ) 7

Stam + Aantal + Naamval + Bez. Nw. + Encl. Part. 8

Stam + Aantal + Naamval + Bez. Nw. + Encl. Part. Meest belangrijke naamvallen Nominative Partitive Genitive 9

Stam + Aantal + Naamval + Bez. Nw. + Encl. Part. Locatieve naamvallen Inessive – Elative - Illative Adessive – Ablative - Allative 10

Stam + Aantal + Naamval + Bez. Nw. + Encl. Part. Enkelvoud • Eerste persoon • Tweede persoon • Derde persoon Meervoud • Eerste persoon • Tweede persoon • Derde persoon (minun) kirja/ni (sinun) kirja/si hänen kirja/nsa mijn boek jouw boek zijn/haar boek (meidän) kirja/mme ons boek (teidän) kirja/nne jullie boek heidän kirja/nsa hun boek 11

Stam + Aantal + Naamval + Bez. Nw. + Encl. Part. • • • -kin -kaan ~ -kään -ko ~ -kö -han ~ -hän -pa ~ -pä ook (niet). . . ook vragend nadruk leggen 12

Leuke weetjes • pullo-i-ssa-nne-kin flessen-in-jullie-ook (ook in jullie flessen) • negatie Luemme he lukevat hän lukee we read emme lue they read he eivät lue he/she reads hän ei lue we do not read they do not read (s)he does not read • lento-kone-suihku-turbiini-moottori-apumekaanikko-ali-upseeri-oppilas 13

Persoonlijk Voornaamwoorden Fins he heidät hän Engels they them (accusative) he, she hänet him, her (accusative) • hänta him, her (partitive) hänen his, her (genitive singular) hänelle for him, for her (allative singular) sen it (accusative) 14

• Most of his little dragons will fly away next week. • Suurin osa hänen pienistä lohikäärmeistään lentää pois seuraavalla viikolla. • Harry passed all his exams easily. • Harry läpäisi kaikki kokeensa helposti. 15

Tijden en Wijzen der Finse Werkwoorden 16

Ter vergelijking: Rennen Things to notice: • Persoonlijke voornaamwoorden weinig gebruikt • In plaats daarvan geeft de uitgang de persoon aan • Voor de verleden tijd wordt olla (hebben) als hulpwerkwoord gebruikt • Verschillende voltooid deelwoorden voor enkelvoud en meervoud 17

Syntaxis Het Fins is een subject-verb-objecttaal (SVO): Harry läpäisi kokeensa. Harry passed his exams. Bij vraagzinnen wordt het vraagwoord naar voren gehaald: • Mikä Harry läpäisi? • What did Harry pass? • • 18

Syntaxis “These students made some potions. ” “Harry said that Ron was a good friend. ” 19

Syntaxis “These students made some potions. ” Het Fins kent geen onbepaalde of bepaalde lidwoorden. “Harry said that Ron was a good friend. ” 20

• Uit de voorbeeldzinnen zijn 11 subcategorieën van werkwoorden af te leiden. 21

Onko kysyttävää?
- Slides: 22