Maak je niet dik Verdunnen Opzetje door Ruud

Maak je niet dik: Verdunnen Opzetje door Ruud van Iterson Voor herbies. nl Antwoorden van Yvet, niet compleet 1 www. drenthecollege. nl

5 m. L Verdunnen Aan een monster water toevoegen f = 20 100 m. L V wordt 20 x zo groot c wordt 20 x zo laag 2

5 gram suiker 10 ml Vraag; Bereken 500 ml de verdunningsfactor f 100 ml 3

Opgave 1 • • • Verdunningsfactor: 100 ml : 10 ml is 10 x verdunt Dia 5: Gram/liter maatkolf 1: 2, 01 g suiker in 500 ml Om het in 1 liter te weten moeten we dit x 2 doen. Dus 4, 02 g suiker in 1000 ml ( 4, 02 g. Suiker/L) Gram/liter maatkolf 2: Verdunningsfactor = 100: 10 = 10 x verdunt. Cna= 100: 10 x 2, 01 = 20, 10 mg suiker/L 4

2, 01 gram suiker 2 ml Vraag; Bereken f 250 ml 5

Opgave 2 Verdunningsfactor: • f= 50 ml : 2 ml is 25 x verdund 6

2, 01 gram suiker 10 ml Vraag; Bereken het aantal g/l in elke mk 500 ml 100 ml 7

Opgave 3 • • Gram/liter maatkolf 1: 2, 01 g suiker in 500 ml Om het in 1 liter te weten moeten we dit x 2 doen. Dus 4, 02 g suiker in 1000 ml ( 4, 02 g. Suiker/L) • • Gram/liter maatkolf 2: Verdunningsfactor = 100: 10 = 10 x verdund. Cna= 100: 10 x 2, 01 = 20, 10 mg suiker/L (nee!! c delen door f Dus c(na)= 4, 02 g/L : 10 = 0, 402 g/L 8

0, 701 gram suiker 10 ml Vraag; Bereken het aantal mg/l in elke mk 1000 ml 100 ml 9

Opgave 4 Mk 1: 0, 701 g in 1 liter Mk 2: Cna= 0. 701: 10=0, 0701 g suiker /L 10

653 mg suiker 5 ml Vraag; Bereken het aantal mg/l in elke mk 250 ml 25 ml 11

Opgave 5 MK 1: 653 mg suiker in 250 ml. dit x 4 dan heb je het in een liter (juist). 653 x 4 = 2612 mg/L * MK 2: f= 25 : 5 = 5 x verdund. Dus c 5 x zo klein = 2612/5 mg/L = 522, 4 mg 12

x gram suiker 10 ml Vraag; Bereken het aantal g/l in elke mk 500 ml 13

Opgave 6 • Verdunningsfactor = 100: 10 = 10 x verdund. • Eerste maatkolf x 2 omrekening naar 1 L dus 2 x • Tweede maatkolf 10 x zo klein dus 0, 2 x 14

x gram suiker 10 ml 800 ppm Vraag; Bereken x 500 ml 15

Opgave 7 Verdunningsfactor = 100: 10= 10 x verdund. Er staat: c= 800 ppm. Dus na 10 x verdunnen 800 mg/L. Voor de verdunning dus 10 x zoveel = 8000 mg/L De eerste maatkolf is maar een halve liter Dus bevatte ½ x 8000 mg = 4000 mg, (4 gram) 16

10 gram suiker 1 ml Vraag; Bereken het aantal mg/l in de laatste maatkolf 100 ml 250 ml 17

Opgave 8 Verdunningsfactor = 250: 1= 250 x verdund Mk 1: 10 x 10 g = 100 g/ 1000 ml ( 100 g/L) Mk 2: 250 x verdund dus 100 g/250 = 8, 4 g/L 18

2, 01 g 5 ml 250 ml Vraag; Bereken het 500 ml aantal mg/L in laatste mk 100 ml 19

Opgave 9 Stap 1 omrekenen naar 1 L dus x 2 Stap 2 50 x verdund Stap 3 20 x verdund Dus 2, 01 x 2 ----- = 4, 02/1000 = 0, 00402 g/L 50 x 20 = 4, 02 mg/L Merk op dat niet 45 x verdund is (dus niet optellen) Maar 1000 x (50 x 20 dus beide ff vermenigvuldigen!!) 20

2, 01 gram suiker y ml? Vraag; 20, 1 ppm Bereken y 500 ml 100 ml 21

Opgave 10 2, 01 g/500 m. L = 4, 02 g/L = 4020 mg/L Na verdunnen 20, 1 ppm = 20, 1 mg/L f kun je berekenen met V(maatkolf)/V(pipet) maar ook (zie Verdunnen op Herbies. nl , met f = c(voor)/c(na) = 4020/20, 1 = 20 x verdunnen kan door 5 m. L in de 100 m. L maatkolf v(maatkolf )/ v(pipet) = 20 100/y = 20 dus y=5 22

2, 01 gram suiker 10 ml Vraag; Bereken het aantal g/l in elke mk 500 ml 100 ml 23

Opgave 11 24