Cursus datageletterdheid Sessie 3 Dataanalyse 20 en 21

  • Slides: 68
Download presentation
Cursus datageletterdheid Sessie 3. Data-analyse 20 en 21 november 2017 Mechelen en Gent

Cursus datageletterdheid Sessie 3. Data-analyse 20 en 21 november 2017 Mechelen en Gent

Doel: Handvaten / tools / technieken verwerven… – Dag 1: Data verzamelen • Goed

Doel: Handvaten / tools / technieken verwerven… – Dag 1: Data verzamelen • Goed begonnen… • Het belangrijke meetbaar – Dag 2: Data verwerken • Data-analysetechnieken • Aan de slag met Excel – Dag 3: Een blik op de toekomst … zodat je zelf aan de slag kan in je school! 2

Cyclus datagebruik vraag plan en verzamel gebruik analyseer communiceer interpreteer 3

Cyclus datagebruik vraag plan en verzamel gebruik analyseer communiceer interpreteer 3

Hernemen dag 1 Vorige sessie van 16 en 17 oktober: Principes, onderzoekscyclus opstarten instrumenten

Hernemen dag 1 Vorige sessie van 16 en 17 oktober: Principes, onderzoekscyclus opstarten instrumenten ontwikkelen om data te verzamelen Opdracht: 1. Herbekijk cursus – wat neem je mee uit sessie 1? 2. Welke onderzoeksvraag en deelvragen formuleerde je? • In welke fase van het model passen die vragen? • Welke plaats in het CIPO-MRMM model passen die vragen? 4

Kwalitatieve en kwantitatieve benaderingen 5 5

Kwalitatieve en kwantitatieve benaderingen 5 5

Kwalitatieve en kwantitatieve benaderingen 6 6

Kwalitatieve en kwantitatieve benaderingen 6 6

Kwaliteitseisen nagaan 7 7

Kwaliteitseisen nagaan 7 7

Meetniveaus • Categorische variabelen – geen ordening, bv. geslacht • Ordinale variabelen – enkel

Meetniveaus • Categorische variabelen – geen ordening, bv. geslacht • Ordinale variabelen – enkel ordening, bv. rangorde prestaties in de klas • Interval/Ratiovariabelen – Meeteenheid op een schaal – Discrete (aantal juiste antwoorden op een toets) – Continue variabelen (lengte) 8

Dag 2 – Voormiddag Data analyse 1. De onderzoekscyclus 2. Analyse kwantitatieve gegevens 3.

Dag 2 – Voormiddag Data analyse 1. De onderzoekscyclus 2. Analyse kwantitatieve gegevens 3. Analyse kwalitatieve gegevens 9

analyseer informatie vraag Plan en verzamel gebruik analyseer communiceer interpreteer 10

analyseer informatie vraag Plan en verzamel gebruik analyseer communiceer interpreteer 10

Statistische analysetechnieken • Beschrijvende statistiek – Volledige onderzoeksgroep bekijken • Inferentiële of inductieve statistiek

Statistische analysetechnieken • Beschrijvende statistiek – Volledige onderzoeksgroep bekijken • Inferentiële of inductieve statistiek – 11 Steekproef uit populatie onderzoeken

Kwantitatieve methodieken verkennen • 15’ Individueel: lezen, opdrachten oplossen – Nrs 1: 6. 2

Kwantitatieve methodieken verkennen • 15’ Individueel: lezen, opdrachten oplossen – Nrs 1: 6. 2 tot 6. 5 – Nrs 2: 6. 6. 1 tot 6. 6. 4 centrale tendensmaten – Nrs 3: 6. 6. 5 tot 6. 6. 8 spreidingsmaten – Nrs 4: 6. 7 (enkel 6. 7. 1 verschilvragen) en 6. 8 verbandvragen Vroeger klaar? 6. 7. 2 cijfers betekenis geven • 15’ gelijke nummers samen: aftoetsen • 15’ hergroeperen: informatie uitwisselen 12

Analyseplan Type vraag Categorisch Frequentievraag Interval Frequentie of proportie Centrale tendens en spreiding Modus

Analyseplan Type vraag Categorisch Frequentievraag Interval Frequentie of proportie Centrale tendens en spreiding Modus Verschilvraag Verschil in proportie (Aantallen) Verbandvraag 13 Ordinaal Mediaan & Bereik Gemiddelde & Standaarddeviatie Verschil in gemiddelde Pearson correlatie

Meetniveaus • Categorische variabelen – geen ordening, bv. geslacht • Ordinale variabelen – enkel

Meetniveaus • Categorische variabelen – geen ordening, bv. geslacht • Ordinale variabelen – enkel ordening, bv. rangorde prestaties in de klas • Interval/Ratiovariabelen – Meeteenheid op een schaal – Discrete (aantal juiste antwoorden op een toets) – Continue variabelen (lengte) 14

Analyseplan Type vraag Categorisch Frequentievraag Interval Frequentie of proportie Centrale tendens en spreiding Modus

Analyseplan Type vraag Categorisch Frequentievraag Interval Frequentie of proportie Centrale tendens en spreiding Modus Verschilvraag Verschil in proportie (Aantallen) Verbandvraag 15 Ordinaal Mediaan & Bereik Gemiddelde & Standaarddeviatie Verschil in gemiddelde Pearson correlatie

Frequentievraag • Tabel Leeftijd Frequentie 17 2 18 3 19 1 Eindtotaal 6 •

Frequentievraag • Tabel Leeftijd Frequentie 17 2 18 3 19 1 Eindtotaal 6 • Kolomdiagram Frequentie 4 3 2 1 0 17 18 Leeftijd 19 Verdeling leeftijd • Taartdiagram 17 18 19 16

Frequentievraag Voorbeeld I. 2. 5. Interne en externe leerlingenstromen 2013 Bisser Doorstromer Instromer Onbekend

Frequentievraag Voorbeeld I. 2. 5. Interne en externe leerlingenstromen 2013 Bisser Doorstromer Instromer Onbekend 17

Frequentievraag voorbeeld 120% 100% 2 12 31 1 12 1 10 33 33 2

Frequentievraag voorbeeld 120% 100% 2 12 31 1 12 1 10 33 33 2 9 35 80% 60% 105 76 67 59 3 12 37 53 40% 20% 104 98 79 71 70 2009 - 2010 - 2011 Schooljaar 2011 - 2012 - 2013 0% 2008 - 2009 0 18 1 2 3 4

Frequentievraag Verdeling - vorm Frequentieverdeling rekentoets 70 Normale verdeling? Klokvorm? 60 50 40 30

Frequentievraag Verdeling - vorm Frequentieverdeling rekentoets 70 Normale verdeling? Klokvorm? 60 50 40 30 20 10 0 19 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Analyseplan Type vraag Categorisch Verdeling Interval Frequentie of proportie Centrale tendens en spreiding Modus

Analyseplan Type vraag Categorisch Verdeling Interval Frequentie of proportie Centrale tendens en spreiding Modus Verschilvraag Verschil in proportie (Aantallen) Verbandvraag 20 Ordinaal Mediaan & Bereik Gemiddelde & Standaarddeviatie Verschil in gemiddelde Pearson correlatie

Centrale tendens en spreiding Centrummaten 70 Mediaan 60 Gemiddelde 50 Modus 40 30 20

Centrale tendens en spreiding Centrummaten 70 Mediaan 60 Gemiddelde 50 Modus 40 30 20 10 0 21 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Centrale tendens en spreiding Belang spreiding 22

Centrale tendens en spreiding Belang spreiding 22

Centrale tendens en spreiding Bereik 70 Minimum Maximum 60 50 40 30 20 Bereik

Centrale tendens en spreiding Bereik 70 Minimum Maximum 60 50 40 30 20 Bereik 10 0 23 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Centrale tendens en spreiding Interkwartielafstand 70 Eerste kwartiel Minimum Mediaan Derde kwartiel % %

Centrale tendens en spreiding Interkwartielafstand 70 Eerste kwartiel Minimum Mediaan Derde kwartiel % % Maximum 60 50 Bereik 40 30 20 % 5 2 10 0 24 25 25 % 5 2 interkwartielafstand 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100

Centrale tendens en spreiding Voorstelling: boxplot 25

Centrale tendens en spreiding Voorstelling: boxplot 25

Centrale tendens en spreiding Voorstelling: boxplot 26

Centrale tendens en spreiding Voorstelling: boxplot 26

Centrale tendens en spreiding Standaarddeviatie Gemiddelde Standaarddeviatie Groot Standaarddeviatie Klein Wat betekent dit? 27

Centrale tendens en spreiding Standaarddeviatie Gemiddelde Standaarddeviatie Groot Standaarddeviatie Klein Wat betekent dit? 27

Centrale tendens en spreiding Standaarddev bij normale verdeling 95% -3 SD 28 -2 SD

Centrale tendens en spreiding Standaarddev bij normale verdeling 95% -3 SD 28 -2 SD -1 SD M +1 SD +2 SD +3 SD

Analyseplan Type vraag Categorisch Frequentievraag Interval Frequentie of proportie Centrale tendens en spreiding Modus

Analyseplan Type vraag Categorisch Frequentievraag Interval Frequentie of proportie Centrale tendens en spreiding Modus Verschilvraag Verschil in proportie (Aantallen) Verbandvraag 29 Ordinaal Mediaan & Bereik Gemiddelde & Standaarddeviatie Verschil in gemiddelde Pearson correlatie

Verschilvragen Casus Vragenlijst: • geslacht? (jongen / meisje) • Kijk je op smartschool voor

Verschilvragen Casus Vragenlijst: • geslacht? (jongen / meisje) • Kijk je op smartschool voor het starten met huiswerk? (ja / nee) • Hoelang werkte je gisterenavond voor school? (… minuten) 30

Verschilvragen Verschil in proportie splitsingsvariabele: • geslacht? (jongen / meisje) = categorisch Testvariabele: •

Verschilvragen Verschil in proportie splitsingsvariabele: • geslacht? (jongen / meisje) = categorisch Testvariabele: • Kijk je op smartschool voor het starten met huiswerk? (ja / nee) = categorisch ANALYSE: kruistabel (in excel draaitabel) 31

Verschilvragen Verschil in proportie Is er een verschil tussen jongens en meisjes voor het

Verschilvragen Verschil in proportie Is er een verschil tussen jongens en meisjes voor het gebruik van smartschool? 32 Jongen Meisje Ja 13 86 nee 81 25

Verschilvragen Verschil in proportie Is er een verschil tussen jongens en meisjes voor het

Verschilvragen Verschil in proportie Is er een verschil tussen jongens en meisjes voor het gebruik van smartschool? Ja nee Jongen Meisje 13 14% 86 77% 86% 25 23% 100% 111 100% 81 94 gouden regel: horizontaal vergelijken = verticaal percenteren 33

Analyseplan Type vraag Categorisch Frequentievraag Interval Frequentie of proportie Centrale tendens en spreiding Modus

Analyseplan Type vraag Categorisch Frequentievraag Interval Frequentie of proportie Centrale tendens en spreiding Modus Verschilvraag Verschil in proportie (Aantallen) Verbandvraag 34 Ordinaal Mediaan & Bereik Gemiddelde & Standaarddeviatie Verschil in gemiddelde Pearson correlatie

Verschilvragen Verschil in gemiddelde splitsingsvariabele: • geslacht? (jongen / meisje) = categorisch Testvariabele: •

Verschilvragen Verschil in gemiddelde splitsingsvariabele: • geslacht? (jongen / meisje) = categorisch Testvariabele: • Hoelang werkte je gisterenavond voor school? (… minuten) = interval/ratio ANALYSE: verschil in gemiddelden 35

Verschilvragen Verschil in gemiddelde Is er een verschil tussen jongens en meisjes voor de

Verschilvragen Verschil in gemiddelde Is er een verschil tussen jongens en meisjes voor de gemiddelde tijd aan huiswerk besteed? 36 Jongen meisje Aantal (n) 94 111 Gemiddelde tijd in minuten 79 70 Standaarddeviatie 10 5

Analyseplan Type vraag Categorisch Frequentievraag Interval Frequentie of proportie Centrale tendens en spreiding Modus

Analyseplan Type vraag Categorisch Frequentievraag Interval Frequentie of proportie Centrale tendens en spreiding Modus Verschilvraag Verschil in proportie (Aantallen) Verbandvraag 37 Ordinaal Mediaan & Bereik Gemiddelde & Standaarddeviatie Verschil in gemiddelde Pearson correlatie

 • Bij categorische of ordinale variabelen – Kruistabellen of grafische voorstellingen • Bij

• Bij categorische of ordinale variabelen – Kruistabellen of grafische voorstellingen • Bij interval/ratio variabelen – Bekijk puntenwolk en bereken r 38

Dag 2 – Voormiddag Data analyse 1. De onderzoekscyclus 2. Analyse kwantitatieve gegevens 3.

Dag 2 – Voormiddag Data analyse 1. De onderzoekscyclus 2. Analyse kwantitatieve gegevens 3. Analyse kwalitatieve gegevens 39

Kwalitatief onderzoek • Casus vervolgonderwijs: – Participatie: keuze ABA/PBA? – Slaagkansen? – Beleving van

Kwalitatief onderzoek • Casus vervolgonderwijs: – Participatie: keuze ABA/PBA? – Slaagkansen? – Beleving van overstap naar HO? – Voelen ze zich voldoende voorbereid? – Overtuigd van keuze? 40

 • methodiek kiezen bij onderzoeksvraag • kwalitatief onderzoek: – selectie onderzoekseenheden – kwaliteitseisen

• methodiek kiezen bij onderzoeksvraag • kwalitatief onderzoek: – selectie onderzoekseenheden – kwaliteitseisen – validiteit en betrouwbaarheid optimaliseren – instrumenten ontwikkelen – Observaties, bevragingen en interviews organiseren 41

Kwalitatieve en kwantitatieve benaderingen 42 42

Kwalitatieve en kwantitatieve benaderingen 42 42

Aandachtspunten bij analyse • Subject van de onderzoeker speelt mee! Transparantie en documenteer: –

Aandachtspunten bij analyse • Subject van de onderzoeker speelt mee! Transparantie en documenteer: – Expliciteer vooraf (voor)oordelen – Noteer of registreer – Leg voor aan collega’s Triangulatie: – Gebruik verschillende bronnen, methodieken Validatie door betrokkenen: – Leg interpretaties en conclusies voor 43

Aandachtspunten bij analyse • Grote hoeveelheden data Lastig om samen te vatten en te

Aandachtspunten bij analyse • Grote hoeveelheden data Lastig om samen te vatten en te structureren: – Onderzoeksvraag is leidraad – Analysetechnieken om tot essentie te komen 44

3 methoden voor analyse 1. Categoriseren en puur kwantificeren 2. Gebruiken als illustratie bij

3 methoden voor analyse 1. Categoriseren en puur kwantificeren 2. Gebruiken als illustratie bij kwantitatieve analyses 3. Categoriseren en kwalitatief analyseren – Horizontaal analyseren – Verticaal analyseren 45

1. Kwantificeren 46

1. Kwantificeren 46

2. Illustreren resultaten kwantitatieve analyses • De meeste deelnemers (80%) zijn het eens met

2. Illustreren resultaten kwantitatieve analyses • De meeste deelnemers (80%) zijn het eens met de stelling “Ik ben tevreden met de klasomgeving”. – “Ik vind het een fijne en propere klas”. • Sommige deelnemers (20%) zijn het niet eens met de stelling. – “Ik word vaak afgeleid door de posters op de muur”. – “Bij ons in de klas werkt het smartbord niet altijd”. 47

3. Kwalitatieve analyse 1. Opsplitsen in eenheden 2. Categorieën uitwerken 3. Eenheden labelen 4.

3. Kwalitatieve analyse 1. Opsplitsen in eenheden 2. Categorieën uitwerken 3. Eenheden labelen 4. Gelijkaardige eenheden ordenen 5. Samenvatten en rapporteren 48

Oefeningen • Casus leerlingkenmerken: “Waarom kies je voor deze school? ” • Casus welbevinden:

Oefeningen • Casus leerlingkenmerken: “Waarom kies je voor deze school? ” • Casus welbevinden: “Neem een foto van de plek op school waar je je het best voelt” • Casus zittenblijven: Interview met leerlingen (oefn. pg. 37 en 41) • Extra casus attestering (oefn. Pg 34) 49

Oefening Hoeveel adviezen worden gevolgd? Gegevens van. . . – Attest, en advies van

Oefening Hoeveel adviezen worden gevolgd? Gegevens van. . . – Attest, en advies van 23 leerlingen in het tweede jaar sociaal-technische vorming – De studierichting het jaar nadien. 1. Formuleer samen met je buur een aantal categorieën 2. Beoordeel individueel elke leerling 3. Vergelijk met je buur 50

Oefening: fragmenten- labelen Wat vind jij van zittenblijven? “Op school had je er niet

Oefening: fragmenten- labelen Wat vind jij van zittenblijven? “Op school had je er niet echt tijd voor om over na te denken. Je was gewoon bezig met je werk en je moest dingen afmaken. Thuis had je meer tijd, dus dan ging je er meer over nadenken. Het was best moeilijk. Ik dacht er zelf over na, maar kon er ook met mijn vader en moeder over praten als ik dat wou. Dat was ook wel fijn. Als ik er nu op terugkijk maakt het me niet zoveel meer uit. Ik ben heel veel dingen ook wel weer vergeten. Ik denk wel dat het geholpen heeft. En denk niet hoe het zou zijn gegaan als ik wel was doorgegaan. Toen ik ben blijven zitten is het wel beter gegaan. . ” 51

A-priori indeling in categorieën • Verwerking zittenblijven: – Moeilijk – Makkelijk • Terugblik zittenblijversjaar:

A-priori indeling in categorieën • Verwerking zittenblijven: – Moeilijk – Makkelijk • Terugblik zittenblijversjaar: – Positief – Negatief 52

Oefening Wat vind jij van zittenblijven? • Op school had je er niet echt

Oefening Wat vind jij van zittenblijven? • Op school had je er niet echt tijd voor om over na te denken. Je was gewoon bezig met je werk en je moest dingen afmaken. Thuis had je meer tijd, dus dan ging je er meer over nadenken. Het was best moeilijk. Ik dacht er zelf over na, maar kon er ook met mijn vader en moeder over praten als ik dat wou. Dat was ook wel fijn. • Als ik er nu op terugkijk maakt het me niet zoveel meer uit. Ik ben heel veel dingen ook wel weer vergeten. Ik denk wel dat het geholpen heeft. En denk niet hoe het zou zijn gegaan als ik wel was doorgegaan. Toen ik ben blijven zitten is het wel beter gegaan. . 53

Oefening Wat vind jij van zittenblijven? Verwerking zittenblijversjaar: moeilijk • Op school had je

Oefening Wat vind jij van zittenblijven? Verwerking zittenblijversjaar: moeilijk • Op school had je er niet echt tijd voor om over na te denken. Je was gewoon bezig met je werk en je moest dingen afmaken. Thuis had je meer tijd, dus dan ging je er meer over nadenken. Het was best moeilijk. Ik dacht er zelf over na, maar kon er ook met mijn vader en moeder over praten als ik dat wou. Dat was ook wel fijn. • Als ik er nu op terugkijk maakt het me niet zoveel meer uit. Ik ben heel veel dingen ook wel weer vergeten. Ik denk wel dat het geholpen heeft. En denk niet hoe het zou zijn gegaan als ik wel was doorgegaan. Toen ik ben blijven zitten is het wel beter gegaan. . 54

Oefening Wat vind jij van zittenblijven? • Op school had je er niet echt

Oefening Wat vind jij van zittenblijven? • Op school had je er niet echt tijd voor om over na te denken. Je was gewoon bezig met je werk en je moest dingen afmaken. Thuis had je meer tijd, dus dan ging je er meer over nadenken. Het was best moeilijk. Ik dacht er zelf over na, maar kon er ook met mijn vader en moeder over praten als ik dat wou. Dat was ook wel Terugblik zittenblijversjaar: fijn. onduidelijk • Als ik er nu op terugkijk maakt het me niet zoveel meer uit. Ik ben heel veel dingen ook wel weer vergeten. Ik denk wel dat het geholpen heeft. En denk niet hoe het zou zijn gegaan als ik wel was doorgegaan. Toen ik ben blijven zitten is het wel beter gegaan. . 55

Oefening Wat vind jij van zittenblijven? • Op school had je er niet echt

Oefening Wat vind jij van zittenblijven? • Op school had je er niet echt tijd voor om over na te denken. Je was gewoon bezig met je werk en je moest dingen afmaken. Thuis had je meer tijd, dus dan ging je er meer over nadenken. Het was best moeilijk. Ik dacht er zelf over na, maar kon er ook met mijn vader en moeder over praten als ik dat wou. Dat was ook wel fijn. • Als ik er nu op terugkijk maakt het me niet zoveel meer uit. Ik ben heel veel dingen ook wel weer vergeten. Ik denk wel dat het geholpen heeft. En denk niet hoe het zou zijn gegaan als ik wel was doorgegaan. Toen ik ben blijven zitten is het wel beter gegaan. . Terugblik zittenblijversjaar: Positief onduidelijk 56 56

Oefening Wat vind jij van zittenblijven? • Ik kan me niet meer zoveel herinneren

Oefening Wat vind jij van zittenblijven? • Ik kan me niet meer zoveel herinneren Terugblik van hetzittenblijversjaar: eerste Betere werkhouding leerjaar. Ik deed de tweede keer hetzelfde als de klas dan de eerste keer. Je merkte wel dat ik langer bezig was met mijn werk als anders. Ik was veel langer bezig met een som, dan het eerste jaar. Het eerste jaar lette ik wel op, maar dan was het wat moeilijker te begrijpen. En het tweede jaar was het wel veel makkelijker toch nog even vragen om nog een keer uitleg. En dan snapte ik het wel. • Het heeft wel geholpen, want daarna ben ik niet nog een keer blijven zitten of zo. • Het leren van woorden ging wel makkelijker. 57

Oefening Wat vind jij van zittenblijven? • Ik kan me niet meer zoveel herinneren

Oefening Wat vind jij van zittenblijven? • Ik kan me niet meer zoveel herinneren van het eerste leerjaar. Ik deed de tweede keer hetzelfde als de klas dan de eerste keer. Je merkte wel dat ik langer bezig was met mijn werk als anders. Ik was veel langer bezig met een som, dan het eerste jaar. Het eerste jaar lette Terugblik zittenblijversjaar: ik wel op, maar dan was het wat moeilijker te begrijpen. En het tweede jaar was Positieve het welcognitieve veel effecten makkelijker toch nog even vragen om nog een keer uitleg. En dan snapte ik het wel. • Het heeft wel geholpen, want daarna ben ik niet nog een keer blijven zitten of zo. • Het leren van woorden ging wel makkelijker. 58

Uiteindelijke indeling in categorieën • Verwerking zittenblijven: – Moeilijk – Makkelijk – Onduidelijk •

Uiteindelijke indeling in categorieën • Verwerking zittenblijven: – Moeilijk – Makkelijk – Onduidelijk • Terugblik zittenblijversjaar: – – – 59 Positief: betere werkhouding Positief: cognitieve effecten Positief: onduidelijk Negatief Onduidelijk

Oefening Familie-In-Dieren 61

Oefening Familie-In-Dieren 61

Horizontaal vergelijken • Verschillende onderzoekseenheden (deelnemers) naast elkaar • Op zoek naar gelijkenissen en

Horizontaal vergelijken • Verschillende onderzoekseenheden (deelnemers) naast elkaar • Op zoek naar gelijkenissen en verschillen – Zelfde categorisatiesysteem hanteren 62 62

Oefening Zittenblijven 63 Leerling 1 Leerling 2 Leerling 4 ng 3 Aan de ene

Oefening Zittenblijven 63 Leerling 1 Leerling 2 Leerling 4 ng 3 Aan de ene kant wel goed, want dan kunnen ze beter leren, als alles nog niet super goed is. Want als ze dan blijven zitten kunnen ze dingen aanleren, dan kunnen ze het weer beter. En aan de andere kant als je het best wel goed kan dan heeft het niet altijd nut, dan moet je gewoon door kunnen gaan. Als je gewoon Niet doorgaat, als je leuk. bijvoorbeeld rekenen niet goed kan en je zit bijvoorbeeld in het tweede leerjaar en gaat dan naar het derde leerjaar dan heb je hele moeilijke sommen en dan snap je er niks meer van. Dan kun je beter in het tweede leerjaar blijven zitten. Ik vind het niet zo erg. En nu zitten we weer bij elkaar in de combinatiegroep, dus maakt het eigenlijk niets uit. Ik weet niet hoe ik het vind als ik in het zesde zit en niet meer bij de andere groep, maar mijn groep is er dan nog.

Oefening Zittenblijven 64 Leerling 1 Leerling 2 Leerling 4 ng 3 Aan de ene

Oefening Zittenblijven 64 Leerling 1 Leerling 2 Leerling 4 ng 3 Aan de ene kant wel goed, want dan kunnen ze beter leren, als alles nog niet super goed is. Want als ze dan blijven zitten kunnen ze dingen aanleren, dan kunnen ze het weer beter. En aan de andere kant als je het best wel goed kan dan heeft het niet altijd nut, dan moet je gewoon door kunnen gaan. Als je gewoon Niet doorgaat, als je leuk. bijvoorbeeld rekenen niet goed kan en je zit bijvoorbeeld in het tweede leerjaar en gaat dan naar het derde leerjaar dan heb je hele moeilijke sommen en dan snap je er niks meer van. Dan kun je beter in het tweede leerjaar blijven zitten. Ik vind het niet zo erg. En nu zitten we weer bij elkaar in de combinatiegroep, dus maakt het eigenlijk niets uit. Ik weet niet hoe ik het vind als ik in het zesde zit en niet meer bij de andere groep, maar mijn groep is er dan nog.

Oefening Zittenblijven Positieve mening: herhaling Leerlingen 1 remediëring Leerling 2 Leerling 4 ng 3

Oefening Zittenblijven Positieve mening: herhaling Leerlingen 1 remediëring Leerling 2 Leerling 4 ng 3 mening: overstap. Niet Aan de ene kant wel. Positieve Als je gewoon moeilijk goed, want dan kunnentedoorgaat, als je leuk. ze beter leren, als alles bijvoorbeeld rekenen nog niet super goed is. niet goed kan en je zit Want als ze dan blijven bijvoorbeeld in het zitten kunnen ze die tweede leerjaar en dingen aanleren, dan gaat dan naar het kunnen ze het weer derde leerjaar dan heb beter. En aan de andere je hele moeilijke kant als je het best wel sommen en dan snap goed kan dan heeft het je er niks meer van. niet altijd nut, dan moet Dan kun je beter in het je gewoon door kunnen tweede leerjaar blijven gaan. zitten. 65 Ik vind het niet zo erg. En nu zitten we weer bij elkaar in de combinatiegroep, dus maakt het eigenlijk niets uit. Ik weet niet hoe ik het vind als ik in het zesde zit en niet meer bij de andere groep, maar mijn groep is er dan nog.

Oefening Zittenblijven Leerling 1 Leerling 2 Leerling 4 ng 3 Aan de ene kant

Oefening Zittenblijven Leerling 1 Leerling 2 Leerling 4 ng 3 Aan de ene kant wel Als je gewoon Niet goed, want dan kunnen doorgaat, als je leuk. ze beter leren, als alles bijvoorbeeld rekenen nog niet super goed is. niet goed kan en je zit Want als ze dan blijven bijvoorbeeld. Negatief in hetargument: zitten kunnen ze grens die tweede leerjaar en onduidelijk Negatief argument: dingen bereikt aanleren, dan gaat dan naar het kunnen ze het weer derde leerjaar dan heb beter. En aan de andere je hele moeilijke kant als je het best wel sommen en dan snap goed kan dan heeft het je er niks meer van. niet altijd nut, dan moet Dan kun je beter in het je gewoon door kunnen tweede leerjaar blijven gaan. zitten. 66 Ik vind het niet zo erg. En nu zitten we weer bij elkaar in de combinatiegroep, dus maakt het eigenlijk niets uit. Ik weet niet hoe ik het vind als ik in het zesde zit en niet meer bij de andere groep, maar mijn groep is er dan nog.

Algemene aandachtpunten • Kritiek: subjectiviteit, representativiteit, niet kwantificeerbaar – Transparantie en documenteer • Expliciteer

Algemene aandachtpunten • Kritiek: subjectiviteit, representativiteit, niet kwantificeerbaar – Transparantie en documenteer • Expliciteer vooraf (voor)oordelen • Noteer of registreer • Leg voor aan collega’s – Triangulatie • Gebruik verschillende bronnen, methodieken – Ga op zoek naar je eigen ongelijk • Voordelen: rijk beeld, verhaal -> beklijft meer dan cijfers 71

Cyclus datagebruik vraag plan en verzamel gebruik analyseer communiceer interpreteer 72

Cyclus datagebruik vraag plan en verzamel gebruik analyseer communiceer interpreteer 72

Doel: Handvaten / tools / technieken verwerven… – Dag 1: Data verzamelen • Goed

Doel: Handvaten / tools / technieken verwerven… – Dag 1: Data verzamelen • Goed begonnen… • Het belangrijke meetbaar – Dag 2: Data verwerken • Data-analysetechnieken • Aan de slag met Excel – Dag 3: Een blik op de toekomst … zodat je zelf aan de slag kan in je school! 73