VAKGROEP SOCIOLOGIE CENTRUM VOOR SOCIALE THEORIE VRIJWILLIGERSWERK BEGRIPSBEPALING
VAKGROEP SOCIOLOGIE CENTRUM VOOR SOCIALE THEORIE VRIJWILLIGERSWERK: BEGRIPSBEPALING, DETERMINANTEN, EVOLUTIES Prof. dr. Lesley Hustinx – Emeritiforum KULeuven – 26 -10 -2017
INHOUD Begripsbepaling Definitie Publieke perceptie Determinanten vrijwilligerswerk Sociaal-demografisch profiel Motieven voor vrijwilligerswerk Evoluties in het vrijwilligerswerk Vrijwilliger en organisatie Bredere evoluties
(Hustinx et al. , 2010)
THEORIEËN OVER VRIJWILLIGERSWERK Verklarende theorieën Kritische theorieën 4
BEGRIPSBEPALING 5
DE DEFINITIE VAN VRIJWILLIGERSWERK (Anheier, 2005, p. 222 based on Cnaan, Handy & Wadsworth, 1996) 6
VRIJWILLIGERSWERK: EEN SOCIAAL CONSTRUCT Publieke perceptie van vrijwilligerswerk? Wat verstaan mensen in het algemeen onder de noemer vrijwilligerswerk? ‘NETTO KOSTEN’-HYPOTHESE (Handy et al. , 1996) Kosten-baten analyse: hoe hoger de netto kosten voor de vrijwilliger, hoe hoger de gepercipieerde individuele bijdrage, en hoe hoger de gepercipieerde waarde van het vrijwilligerswerk 7
VRIJWILLIGERSWERK: EEN SOCIAAL CONSTRUCT ‘Capteren’ van vrijwilligerswerk voor politiek-strategische doeleinden Voortdurende strijd om grensafbakeningen! (Verplichte) gemeenschapsdienst voor jongeren, langdurig werklozen … Vermaatschappelijking van de zorg Informalisering van vrijwillige inzet Werknemersvrijwilligerswerk Inburgering vluchtelingen via vrijwilligerswerk … 8
WETENSCHAPPELIJKE CIJFERS VARIËREN Studie KBS – zie Hustinx et al. , 2015 9
“In 2014 zegt 15% van de volwassen Vlamingen onbetaald vrijwilligerswerk te doen. (…) Er is een forse terugval ten opzichte van voorgaande jaren. Het is nog te vroeg om van een trendbreuk te spreken” (Vrind, 2015, p, 33)
DETERMINANTEN 11
WIE DOET VRIJWILLIGERSWERK? De determinanten van vrijwilligerswerk zijn meest dominante onderzoekstopic (Wilson, 2000, 2012) ‘Dominant status model’ (Horton Smith, 1994) ‘Resource model’ (Wilson & Smith, 1997) Nonprofits zijn vooral op zoek naar individuen met een hoog ‘participatiepotentieel’ (Musick and Wilson, 2008, p. 290) “One reason, perhaps the only reason, why some factors are associated with volunteering is that they increase the chances of being asked. ” (p. 293) 12
OOK IN VLAANDEREN HET GEVAL… Aandeel van de Vlaamse bevolking dat vrijwilligerswerk verricht naar opleiding (in %) 30. 0% Geen diploma 26. 0% 25. 0% Lager onderwijs 20. 3% 20. 0% Lager secundair onderwijs 15. 0% 13. 0% 9. 7% 10. 0% 6. 0% 5. 0% Hoger secundair onderwijs en postsecundair onderwijs Hoger niet-universitair onderwijs (bachelor) 3. 8% Universitair onderwijs (master) 0. 0% 13
WIE DOET VRIJWILLIGERSWERK IN VLAANDEREN? 1. Het hoogste deelnamecijfer vinden we bij: ‒ Mannen en vrouwen ‒ Op middenleeftijd ‒ Met een diploma hoger onderwijs ‒ Een betaalde job ‒ Met 2 kinderen (<18 j) in het huishouden 14
WIE DOET VRIJWILLIGERSWERK IN VLAANDEREN? 2. De vrijwilligerspopulatie bestaat overwegend uit: ‒ Mannen en vrouwen ‒ 60 -plus of jonger dan 30 jaar ‒ Met een diploma hoger onderwijs ‒ Een betaalde job ‒ Gehuwd of wettelijk samenwonend ‒ Zonder thuiswonende kinderen (<18 j) 15
ONGELIJKHEID IN VRIJWILLIGERSWERK? Musick & Wilson (2008) wijzen op de sociale stratificatie van vrijwilligersactiviteiten volgens een verticale dimensie: • Taken worden hiërarchisch gerangschikt volgens criteria zoals macht, prestige, autonomie … “From simple, repetitive and low-skilled jobs offering little room for autonomy or initiative to complex, varied and high-skill tasks offering much room for autonomy and decision-making. The tasks at the bottom of the hierarchy resemble the work of blue-collar and service workers while those at the top resemble the work of professionals and managers” (p. 404) • Replicatie van de wijze waarop betaalde jobs worden gerangschikt: zoals in betaald werk zijn bepaalde vrijwilligerstaken meer aantrekkelijk of prestigieus 16
VRIJWILLIGERSACTIVITEITEN NAAR OPLEIDING 0. 45 0. 4 0. 35 0. 3 0. 25 Leidinggevende functies Technici en vakspecialisten Administratieve functies 0. 2 Dienstverlenende functies 0. 15 0. 1 0. 05 0 Geen diploma Lager onderwijs Lager secundair Hoger secundair en postsecundair Hoger niet-universitair Universitair Totaal 17
ONGELIJKHEID IN VRIJWILLIGERSWERK Niet alleen de toegang tot vrijwilligerswerk is ongelijk verdeeld, maar ook het soort vrijwilligersactiviteiten, de sector waarin vrijwilligers actief zijn, en het aantal vrijwilligersuren hangen samen met sociaal-economische achtergrondkenmerken Vooral ongelijke toegang tot leidinggevende posities Mannelijke, hoogopgeleide, oudere vrijwilligers Naar sector worden aantal stereotype beelden bevestigd traditionele rolverdeling 18
MOTIEVEN 19
MOTIEVEN VOOR VRIJWILLIGERSWERK Psychologische theorieën Volunteer Function Inventory Self-determination theory Sociologische theorieën Motieven zijn een reflectie van heersende waarden in een samenleving (Dekker and Halman 2003; Wuthnow 1991) Socialisatie in een bepaald waardenpatroon – Religie en de norm van altruïsme – Postmaterialisme en zelfontplooiing ‘Motive talk’ (Musick & Wilson, 2008; Wuthnow, 1991) Levensloopperspectief en biografie 20
VOLUNTEER FUNCTIONS INVENTORY Clary, E. G. , & Snyder, M. (1999) The Motivations to Volunteer : Theoretical and Practical Considerations. Current Directions in Psychological Science 8(5): 156 -159. 21
SELF-DETERMINATION THEORY In the present article, we investigate the relationship between volunteers’ motivation and their selfreported work effort, while relying on the Self-Determi- nation Theory. The results indicate a positive link between volunteers’ autonomous motivation and work effort. Moreover, this relationship holds for each person in our sample, irrespective of the organization in which she/he is volunteering. (Bidee et al. , 2013) 22
EVOLUTIES IN VRIJWILLIGERSWERK 23
24
WAAROM PARTICIPEREN MENSEN NIET? (VERBA, SCHLOZMAN & BRADY, 1995) Omdat ze niet willen Omdat ze niet kunnen Omdat niemand het gevraagd heeft ® Drie sporen van verandering: Engagement, bereidheid Beschikbaarheid, kennis en vaardigheden Netwerken, organisatie en rekrutering 25
STIJLEN VAN VRIJWILLIGERSWERK (Hustinx, 1998) 26
STIJLEN VAN VRIJWILLIGERSWERK BIJ RODE KRUIS VLAANDEREN Vrijwilligersstijlen bij Rode Kruis - Vlaanderen (Hustinx, 2003) 27
VRIJWILLIGERSMANAGEMENT Although the changes observed in volunteering are also a product of larger societal transformations (Hustinx & Lammertyn, 2003), we believe that they have been accelerated by the traditional model of volunteer management and its focus on recruitment of volunteers rather than on their support and good management. (Brudney & Meijs, 2009, p. 570)
VAN LEDEN- NAAR PROGRAMMAMANAGEMENT (MEIJS & HOOGSTAD, 2001) LEDENMANAGEMENT Van de groep vrijwilligers naar de taken en uitdagingen Geïntegreerde benadering Sterke organisatiecultuur Hoge sociale kosten Impliciete verwachtingen Erkenning o. b. v. anciënniteit Hoge tijdsinvestering Laag aanpassingvermogen PROGRAMMAMANAGEMENT Van de taken en uitdagingen naar de vrijwilligers toe Losstaande programma’s Zwakke organisatiecultuur Lage sociale kosten Expliciete verwachtingen Erkenning o. b. v. prestatie Lage tijdsinvestering Groot aanpassingsvermogen 29
30
VAN INSTRUMENTAAL NAAR DUURZAAM (Brudney & Meijs, 2009) 31
GELEID VRIJWILLIGERSWERK (HUSTINX, MEIJS & TEN HOORN, 2009) DERDEPARTIJVRIJWILLIGERSWERK (HASKI-LEVENTHAL, MEIJS & HUSTINX, 2010) Toenemende belangstelling en interventie van ‘derde partijen’: overheid, onderwijs, bedrijfsleven bv. werknemersvrijwilligerswerk, sociale activering via vrijwilligerswerk, maatschappelijke stages in het onderwijs, inburgering dmv vrijwilligerswerk Vaak in de vorm van (grootschalige) eenmalige groepsactiviteiten Dwingend karakter: ‘tegenprestatie’ voor kwetsbare groepen of gepercipieerde ‘passieve’ burgers 32
NIEUWE BESTUURSLOGICA Veranderende welvaartsmix Van ‘georganiseerd’ naar ‘gedesorganiseerd’ (Bode, 2006) ‘From government to governance’ (Jessop, 1999) ‘New Public Management’: toegenomen marktlogica ‘Afschuiven’ van publieke verantwoordelijkheid ‘Community government’ (Ilcan & Basok, 2004) What we prefer to call community government, has become an ever expanding political project wherein target communities have been identified (…) as potential sites of virtue, democracy, and efficiency. . Community government refers to the ways in which the contemporary politics of government have come to define, shape, and orient communities (for example, volunteer communities) such that they engage in activities that attempt to responsibilise certain groups of citizens for particular purposes and ends. (Ilcan & Basok, 2004, p. 130) 33
‘GERESPONSABILISEERDE AUTONOMIE’ NPOs worden ‘dubbel verantwoordelijk’ Dienstverlening aan kwetsbare groepen ‘sterke’ vrijwilligers ‘Morele taak’: vrijwilligers/doelgroepen leren om ‘verantwoordelijke burgers’ te worden kwetsbare vrijwilligers ! Veranderende betekenis vrijwilligerswerk + nieuwe mechanismen van uitsluiting 34
Prof. dr. Lesley Hustinx Vakgroep Sociologie Korte Meer 3 -5 9000 Gent lesley. hustinx@ugent. be 35
- Slides: 35