Anesthesiologie Wat moet je kennenkunnen Anesthesieapparatuur klaarmaken Preanesthetisch

  • Slides: 33
Download presentation
Anesthesiologie

Anesthesiologie

Wat moet je kennen/kunnen? • • Anesthesie-apparatuur klaarmaken Pre-anesthetisch onderzoek uitvoeren Assisteren bij toediening

Wat moet je kennen/kunnen? • • Anesthesie-apparatuur klaarmaken Pre-anesthetisch onderzoek uitvoeren Assisteren bij toediening anesthesie Intuberen en infuus aanleggen Patiënt aansluiten op gasanesthesie Controleren toestand patiënt tijdens anesthesie Uitleiden uit anesthesie Begeleiden recovery

Verschillende vormen van anesthesie • Onder algehele anesthesie wordt verstaan: – – een totaal

Verschillende vormen van anesthesie • Onder algehele anesthesie wordt verstaan: – – een totaal verlies van bewustzijn (hypnose) verlies van pijngewaarwording (analgesie) geheugenverlies (amnesie) spierverslapping (spierrelaxatie) • Sedatie is versuffing; een dier is verminderd bewust van zijn omgeving, maar nog wel bij bewustzijn • Lokale anesthesie: verdoving van een bepaald deel van het lichaam

Waarom algehele anesthesie? • Ethisch (voorkomen dat een dier pijn / stress ervaart tijdens

Waarom algehele anesthesie? • Ethisch (voorkomen dat een dier pijn / stress ervaart tijdens onderzoek / behandeling) • Praktisch (een dier ligt stil tijdens de ingreep) Sedatie is nuttig bij dieren die niet te benaderen zijn voor onderzoek; gebruik met verstand

Wel of niet onder anesthesie? Anesthesie blijft een risico. Maak daarom altijd een inschatting

Wel of niet onder anesthesie? Anesthesie blijft een risico. Maak daarom altijd een inschatting of het noodzakelijk is, op basis van: – de aard van de ingreep – de diersoort – het karakter en temperament van het dier – de gezondheidstoestand van het dier – de gevolgen van anesthesie – de veiligheid van dierenarts of assistent Risico inschatten pre-anesthetisch onderzoek

Pre-anesthetisch onderzoek • Waarom dit onderzoek? – Risico inschatting + keuze anesthetica • Kort

Pre-anesthetisch onderzoek • Waarom dit onderzoek? – Risico inschatting + keuze anesthetica • Kort algemeen onderzoek – Signalement en anamnese • Leeftijd • Ras • Ziekteverschijnselen – Algemene indruk • Overgewicht • Sloom

Pre-anesthetisch onderzoek – Algemeen onderzoek • • • Ademhaling Pols Temperatuur Slijmvliezen Huid (turgor)

Pre-anesthetisch onderzoek – Algemeen onderzoek • • • Ademhaling Pols Temperatuur Slijmvliezen Huid (turgor) Lymfeknopen • Evt. aanvullend onderzoek

ASA classificatie

ASA classificatie

4 fasen algehele anesthesie Een algehele anesthesie kun je verdelen in: – Premedicatie –

4 fasen algehele anesthesie Een algehele anesthesie kun je verdelen in: – Premedicatie – Inleiding of inductie – Onderhoud – Uitleiding Indeling komt voort uit gasanesthesie

Premedicatie • Doel: – Sedatie – Anxiolyse – Minder van andere anesthetica nodig –

Premedicatie • Doel: – Sedatie – Anxiolyse – Minder van andere anesthetica nodig – Evt. analgesie – Stabilisatie autonome zenuwstelsel • Premedicatie wordt meestal i. m. toegediend

Premedicatie Middelen • Sedativa – α 2 -agonisten – Minor tranquilizers (benzodiazepines) – Major

Premedicatie Middelen • Sedativa – α 2 -agonisten – Minor tranquilizers (benzodiazepines) – Major tranquilizers / neuroleptica • Parasympathicolytica

α 2 -agonisten • Middelen: – Medetomedine (Domitor®, Sedator®) – Xylazine (Xylalin®) • Werking:

α 2 -agonisten • Middelen: – Medetomedine (Domitor®, Sedator®) – Xylazine (Xylalin®) • Werking: – Sedatie – Lichte analgesie – Spierrelaxatie

α 2 -agonisten • Bijwerkingen: – Vernauwing van de vaten: • Bloeddrukstijging met, ter

α 2 -agonisten • Bijwerkingen: – Vernauwing van de vaten: • Bloeddrukstijging met, ter compensatie, verlaging van de hartslag • Bleke slijmvliezen • Moeilijk te prikken – Braken • Antagonist: atipamezol (Antisedan®)

Minor tranquilizers (benzodiazepines) • Middelen: – Midazolam (Dormicum®) – Diazepam (Diazepam®, Valium®) • Werking:

Minor tranquilizers (benzodiazepines) • Middelen: – Midazolam (Dormicum®) – Diazepam (Diazepam®, Valium®) • Werking: – Lichte sedatie – Angstonderdrukkend – Spierrelaxatie / tegen krampen – Eetlustopwekkend (mn bij katten)

Minor tranquilizers (benzodiazepines) • Bijwerkingen: – Soms een kortdurende apneu – Een enkele keer

Minor tranquilizers (benzodiazepines) • Bijwerkingen: – Soms een kortdurende apneu – Een enkele keer desoriëntatie en opwinding • Geschikt voor jonge dieren en epilepsiepatiënten

Major tranquilizers / Neuroleptica • Middelen: – Acepromazine (Vetranquil®) • Werking: – Sedatie –

Major tranquilizers / Neuroleptica • Middelen: – Acepromazine (Vetranquil®) • Werking: – Sedatie – Anti-emetisch – Spierrelaxatie

Major tranquilizers / Neuroleptica • Bijwerkingen: – Vasodilatatie hypotensie ter compensatie tachycardie – Geringe

Major tranquilizers / Neuroleptica • Bijwerkingen: – Vasodilatatie hypotensie ter compensatie tachycardie – Geringe afname ademfrequentie en ademvolume – Excitatie, tremoren, hypothermie • Niet gebruiken bij epilepsiepatiënten!

Parasympathicolytica • Middel: – Atropine • Werking: – Bijwerkingen van andere middelen tegengaan –

Parasympathicolytica • Middel: – Atropine • Werking: – Bijwerkingen van andere middelen tegengaan – Vermindert speekselen en tranen – Stimuleert het hart

Inleiding / Inductie • Doel: – Het dier werkelijk onder anesthesie brengen • Toediening:

Inleiding / Inductie • Doel: – Het dier werkelijk onder anesthesie brengen • Toediening: – Intramusculair of intraveneus • Tijdens de inductie gaat het dier door verschillende fasen

Inductie Middelen • Hypnotica – Barbituraten – Propofol • Dissociativa – Ketamine

Inductie Middelen • Hypnotica – Barbituraten – Propofol • Dissociativa – Ketamine

Hypnotica Barbituraten • Middelen: – Thiopental – (Pentobarbital (Euthasol®)) • Werking: – Hypnotisch –

Hypnotica Barbituraten • Middelen: – Thiopental – (Pentobarbital (Euthasol®)) • Werking: – Hypnotisch – Geen analgesie! – Geen spierrelaxatie

Hypnotica Barbituraten • Bijwerkingen: – Afname hartminuutvolume en daling bloeddruk – Dosisafhankelijke respiratoire depressie

Hypnotica Barbituraten • Bijwerkingen: – Afname hartminuutvolume en daling bloeddruk – Dosisafhankelijke respiratoire depressie • Let op! – Strict i. v. toedienen (zeer weefselirriterend) – Toediening op effect – Stapelt op in vetweefsel bij nadoseren lange recovery

Hypnotica Propofol • Werking: – Hypnotisch – Geen analgesie! • Bijwerkingen: – Bloeddrukdaling –

Hypnotica Propofol • Werking: – Hypnotisch – Geen analgesie! • Bijwerkingen: – Bloeddrukdaling – Ademdepressie

Hypnotica Propofol • Intraveneuze toediening • Korte werkingsduur nadoseren! • Geen stapeling in vetweefsel

Hypnotica Propofol • Intraveneuze toediening • Korte werkingsduur nadoseren! • Geen stapeling in vetweefsel geen langere recovery

Dissociativa • Middelen: – Ketamine (Narketan®) – Tiletamide (Zoletil®) • Werking: – Oppervlakkige slaap

Dissociativa • Middelen: – Ketamine (Narketan®) – Tiletamide (Zoletil®) • Werking: – Oppervlakkige slaap – Goede analgesie – Anti-emetisch

Dissociativa • Bijwerkingen: – Stimulerend effect op hartfunctie en bloedsomloop – Soms apneutisch adempatroon

Dissociativa • Bijwerkingen: – Stimulerend effect op hartfunctie en bloedsomloop – Soms apneutisch adempatroon – Spierstijfheid, krampen/convulsies, speekselen, onrustige recovery, ogen blijven naar voren gericht geven in combinatie met een sedativum met een goede spierverslapping

Opiaten • Middelen: – Methadon – Buprenorphine (Temgesic®) – (Su)fentanyl • Werking: – Lichte

Opiaten • Middelen: – Methadon – Buprenorphine (Temgesic®) – (Su)fentanyl • Werking: – Lichte sedatie – Met name analgesie

Opiaten • Bijwerkingen: – Ademdepressie – Bradycardie hypotensie • Bij voorkeur in combinatie met

Opiaten • Bijwerkingen: – Ademdepressie – Bradycardie hypotensie • Bij voorkeur in combinatie met andere middelen • Verschillende werkingsduur

Onderhoud • Twee manieren: – Op effect nadoseren • Liefst i. v. , want

Onderhoud • Twee manieren: – Op effect nadoseren • Liefst i. v. , want i. m. duurt te lang • Eigenlijk net iets te laat • Nadoseren aan het einde van de operatie verlengde recovery – Spuitpomp • Dosering moeilijk te bepalen risico op overdosering • Alleen bij middelen met ruime therapeutische breedte en korte werkingsduur • Beademingsapparatuur

Uitleiding • Patiënt wakker laten worden: – Onderhoudsanesthesie stoppen – Antagonist toedienen

Uitleiding • Patiënt wakker laten worden: – Onderhoudsanesthesie stoppen – Antagonist toedienen

Complicaties tijdens anesthesie • Ademhaling: – Ademstilstand / ontoereikende ademhaling beademen + verminderen anesthesiediepte

Complicaties tijdens anesthesie • Ademhaling: – Ademstilstand / ontoereikende ademhaling beademen + verminderen anesthesiediepte – Verslikpneumonie • Bloedsomloop: – Te snelle of te langzame polsfrequentie, hartritmestoornissen, te lage bloeddruk infuus, beademen, medicatie

Complicaties tijdens anesthesie • Lichaamstemperatuur: – Hypothermie warmtemat of warmtelamp • Injectieplaats: – Weefselschade

Complicaties tijdens anesthesie • Lichaamstemperatuur: – Hypothermie warmtemat of warmtelamp • Injectieplaats: – Weefselschade indien barbituraten niet i. v. worden gegeven fysiologisch zout of hyaluronidase injecteren