Studie en vakvaardigheden voor Aardrijkskunde Hoe moet je

  • Slides: 12
Download presentation
Studie- en vakvaardigheden voor Aardrijkskunde Hoe moet je aardrijkskunde leren?

Studie- en vakvaardigheden voor Aardrijkskunde Hoe moet je aardrijkskunde leren?

INHOUD 1. Leren van begrippen 2. Leren van regels en principes 3. Belangrijke leertips

INHOUD 1. Leren van begrippen 2. Leren van regels en principes 3. Belangrijke leertips • Gebruik testjes • Herhaling • Zelf uitleggen • Studieactiviteiten spreiden

Bij aardrijkskunde wordt in elk hoofdstuk een thema besproken. Je krijgt een aantal begrippen

Bij aardrijkskunde wordt in elk hoofdstuk een thema besproken. Je krijgt een aantal begrippen en je krijgt kennis van regels en principes. Die moet je leren (reproductie). Die ga je vervolgens gebruiken bij allerlei bronnen zoals stukjes uit een krant, foto’s kaarten, grafieken etc. (toepassen) Alles begint natuurlijk met goed leren, want als je dat niet hebt gedaan, dan kun het ook niet toepassen.

Leren van begrippen De begrippen (de dikgedrukte woorden) , de regels en principes moet

Leren van begrippen De begrippen (de dikgedrukte woorden) , de regels en principes moet je uit je hoofd leren. Achter elk hoofdstuk vind je de alfabetische begrippenlijst. In SOM staat dezelfde begrippenlijst maar dan met de begrippen per paragraaf. Leren voor een toets: Lees de begrippen aandachtig door, vooral de dikgedrukte - Hak daarbij de zin in logische stukken - Overhoor jezelf - Kijk de begrippen die je nog niet goed kent door en probeer ze uit je hoofd op te zeggen - Doe dit een aantal dagen achter elkaar (zie ook bij 2) - Zorg dat je niet afgeleid wordt (leg je telefoon even weg, berichten op je laptop uit) Laat je overhoren Gebruik overhoringstools (bv Quizlet). Hier vind je flitskaarten per paragraaf en die van alle paragrafen.

Leren van regels en principes Power. Point of de hand-outs staan in SOM Bekijk

Leren van regels en principes Power. Point of de hand-outs staan in SOM Bekijk die hand-outs / Power. Point. Daar staan alle belangrijke regels en principes in die je voor dat hoofdstuk moet kennen. Probeer de leerstof voor jezelf op te zeggen. Doe dat per paragraaf. Overhoor jezelf of laat je overhoren. Bekijk de leerdoelen van de paragrafen en beantwoord ze. Gebruik daarbij ook de laatste opdracht van elke paragraaf in je werkboek, beantwoord die vragen nog een keer. Deze gaan over de leerdoelen.

Er zijn 4 belangrijke leertips 1. 2. 3. 4. Gebruik testjes Herhaling Zelf uitleggen

Er zijn 4 belangrijke leertips 1. 2. 3. 4. Gebruik testjes Herhaling Zelf uitleggen Studieactiviteiten spreiden Op de volgende dia’s worden deze tips verder uitgelegd

1. Gebruik testjes Laat je overhoren Gebruik overhoringstools (bv Quizlet). Hier vind je flitskaarten

1. Gebruik testjes Laat je overhoren Gebruik overhoringstools (bv Quizlet). Hier vind je flitskaarten per paragraaf en die van alle paragrafen Bekijk hand-outs van de Power. Point. Daar staan alle belangrijke regels en principes in Bekijk de leerstof goed en probeer het voor jezelf op te zeggen. Overhoor jezelf of laat je overhoren Bekijk de leerdoelen van de paragrafen en beantwoord ze. Gebruik daarbij ook de laatste opdracht van elke paragraaf in je werkboek. De digitale methode heeft voor elk hoofdstuk een oefentoets. Docenten hebben vaak nog extra oefenmateriaal. Vraag daarom!

2. Herhaling • Als je alles een dag van tevoren leert , is dat

2. Herhaling • Als je alles een dag van tevoren leert , is dat heel veel werk. Bovendien is bewezen dat je het daarna al heel snel weer vergeet. Zo snel dat je ’s avonds misschien nog 100% kende en dan toch de volgende dag een onvoldoende haalt. De oplossing is vaker kort leren. Bv: leer na elke paragraaf de begrippen een keer. • In de les worden begrippen vaak herhaald. Als je deze dan niet kent, oefen vast een keer tussendoor. Voor het leren van de toets: • Begin een week van tevoren. Maak een planning, leer elke dag een stukje, bv 1 paragraaf per keer. Deze herhaal je de volgende dag, plus een nieuwe paragraaf. • Neem op de laatste dag alle stof nog een keer door. • Maak oefenopdrachten, of vraag je leraar om wat oefenstof.

3. Zelf uitleggen Als je een paragraaf leest, lees eerst een hele alinea. Pak

3. Zelf uitleggen Als je een paragraaf leest, lees eerst een hele alinea. Pak dan de markeerstift en streep het belangrijkste aan. Streep niet teveel aan. Voor het leren van de toets: Bekijk per alinea wat je hebt gemarkeerd. Vertel (uit je hoofd ) tegen jezelf wat er in de alinea staat. (lees het dan evt. nog een keer) Vertel een ander waar de paragraaf over gaat. In het leerboek staan bij elke paragraaf leerdoelen. Leg de leerdoelen uit. Bekijk de opdrachten die je hebt gemaakt. Kijk vooral naar de opdrachten die je lastig vond. Kun je die nu wel beantwoorden?

4. Studieactiviteiten spreiden • • • Je kunt niet in 1 dag alles leren.

4. Studieactiviteiten spreiden • • • Je kunt niet in 1 dag alles leren. Dat geldt helemaal voor het toepassen. Toepassen moet je vooral oefenen. Doe elke dag een stukje. Maak de opdrachten in je werkboek goed. Probeer het foutloos te maken, zoek in het leerboek terug. Verbeter als je het fout had, daar leer je heel van. In de les herhalen we vaak (bv met lesson-up, oefentoetsen, SO’s). Doe goed mee. Stel vragen als je iets van het huiswerk niet snapt. Voor het leren van de toets: • Bekijk de foto’s, kaartjes en grafieken en bedenk wat die foto of dat kaartje met de stof te maken heeft. • Bekijk de opdrachten die je lastig vond nog een keer. • Maak oefentoetsen (in de digitale methode vind je bij elk hoofdstuk een oefentoets).

LET OP: Vind altijd een manier die bij jou past Ga naar je vakdocent

LET OP: Vind altijd een manier die bij jou past Ga naar je vakdocent op het moment dat je vastloopt. Samen kunnen we zoeken naar een oplossing! Succes!