vwo AC Samenvatting Hoofdstuk 7 Oneindige intervallen a

  • Slides: 22
Download presentation
vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 7

vwo A/C Samenvatting Hoofdstuk 7

Oneindige intervallen a x ≤ 4½ ● l 4½ ‹ , 4½ ] b

Oneindige intervallen a x ≤ 4½ ● l 4½ ‹ , 4½ ] b x > -8 ‹ -8 , › ○ l -8 7. 1

Stijgen en dalen constante stijging toenemende stijging afnemende stijging constante daling toenemende daling afnemende

Stijgen en dalen constante stijging toenemende stijging afnemende stijging constante daling toenemende daling afnemende daling 7. 1

Toenamendiagram De toenamen en afnamen van een grafiek kun je verwerken in een toenamendiagram

Toenamendiagram De toenamen en afnamen van een grafiek kun je verwerken in een toenamendiagram : 1 kies een stapgrootte 2 bereken voor elke stap de toename of afname 3 teken de staafjes omhoog bij toename en omlaag bij afname 4 teken het staafje bij de rechtergrens 5 bv. toename van 3 4 teken je het staafje bij 4 7. 1

. y . . voorbeeld . 0 . . x 7. 1

. y . . voorbeeld . 0 . . x 7. 1

Gemiddelde veranderingen rechts ∆t omhoog ∆N N · N 2 dus gemiddelde verandering per

Gemiddelde veranderingen rechts ∆t omhoog ∆N N · N 2 dus gemiddelde verandering per tijdseenheid = ∆N : ∆t N 1 · 0 t 1 N 2 – N 1 = ∆N ∆N ∆t t 2 – t 1 = ∆t 7. 2

. Het differentiequotiënt van y op het interval [x. A, x. B] is y

. Het differentiequotiënt van y op het interval [x. A, x. B] is y f(b) y. B B . ∆y ∆y A f(a) y. A ∆x 0 xa. A differentiequotiënt = ∆y : ∆x = gemiddelde verandering van y op [x. A, x. B] = r. c. = hellingsgetal van de lijn AB ∆x ∆y ∆x x xb. B = y. B – y. A x. B – x. A = f(b) – f(a) b - a 7. 2

Gemiddelde snelheid In een tijd-afstandgrafiek is de afgelegde s uitgezet tegen de tijd t

Gemiddelde snelheid In een tijd-afstandgrafiek is de afgelegde s uitgezet tegen de tijd t Bij een tijd-afstandgrafiek geeft het differentiequotiënt op [a, b] de gemiddelde snelheid is ∆s ∆t 7. 2

∆K K(b) – K(a) = ∆P P(b) – P(a) voorbeeld a b gemiddelde snelheid

∆K K(b) – K(a) = ∆P P(b) – P(a) voorbeeld a b gemiddelde snelheid op [-6, -4] is ∆K = 4 – 12 = -8 ∆P = -4 - -6 = 2 ∆K : ∆P = -8 : 2 = -4 gemiddelde snelheid op [-2, 2] is ∆K = 6 – 6 = 0 ∆P = 2 - -2 = 4 ∆K : ∆P = 0 : 4 = 0 differentiequotiënt op [-5, 0] is ∆K = 0 – 4 = -4 ∆P = 0 - -5 = 5 ∆K : ∆P = -4/5 differentiequotiënt op [-5, 2] is -6 ∆K = 6 – 4 = 2 ∆P = 2 - -5 = 7 ∆K : ∆P = 2/7 12 6 4 0 -5 -4 -2 0 2 7. 2

Snelheid bij een tijd-afstand grafiek waarvan de formule bekend is, benader je de snelheid

Snelheid bij een tijd-afstand grafiek waarvan de formule bekend is, benader je de snelheid op het moment t = a door het differentiequotiënt te berekenen op een klein interval [a , a + ∆t] met bijvoorbeeld ∆t = 0, 001 7. 3

Hoe dichter Bn bij A komt te liggen , hoe meer de lijn ABn

Hoe dichter Bn bij A komt te liggen , hoe meer de lijn ABn op de lijn lijkt die de grafiek raakt. Snelheid, raaklijn en helling tijd-afstand grafiek 25 v. b. : s = -t² + 10 t Bereken de gemiddelde snelheid op 20 [2, 5], [2, 4], [2, 3] en [2, 2½]. ∆s 25 – 16 = = 3 m/s ∆t 5– 2 15 ∆s 24 – 16 = 4 m/s = ∆t 4– 2 10 ∆s 21 – 16 = 5 m/s = ∆t 3– 2 ∆s 18, 75 – 16 5 = 5, 5 m/s = ∆t 2, 5 – 2 De lijn AB 4 komt het dichtst bij de lijn die grafiek A raakt. s . . B 2 B 3 B 1 B 4 A Bij een tijd-afstand grafiek is de snelheid op t = a gelijk aan de rc van de raaklijn Devan lijn de k isgrafiek de raaklijn in het bijbehorende punt. van de grafiek in A. k 0 1 2 3 4 5 t 7. 3

dydx voor x is x. A voor de rc. van de raaklijn in het

dydx voor x is x. A voor de rc. van de raaklijn in het punt A is er de notatie : [] dy dx x=x. A y k de GR bezit een optie om dydx te berekenen A - rc. van de raaklijn van de grafiek in A - helling van de grafiek in A - snelheid waarmee y verandert voor x = x. A O x. A x 7. 3

7. 3

7. 3

Het opstellen van de formule van een raaklijn voer in y 1 = x²

Het opstellen van de formule van een raaklijn voer in y 1 = x² + x – 2 stel k : y = ax + b met a = [] dy dx = -1 dus k : y = -x + b f(-1) = -2 dus A(-1, -2) -2 = - -1 + b -2 = 1 + b -3 = b k : y = -x - 3 7. 3

y Hellinggrafieken schetsen d top da d len sti jg en Bij een gegeven

y Hellinggrafieken schetsen d top da d len sti jg en Bij een gegeven functie kun je aan elke x de helling van de grafiek in het bijbehorende punt toevoegen. top v. d. grafiek helling is 0 hellinggrafiek snijdt de x-as d top O sti n jge x stijgend deel v. d. grafiek positieve hellingen hellinggrafiek boven de x-as dalend deel v. d. grafiek negatieve hellingen hellinggrafiek onder de x-as helling pos. overgang van toenemende daling naar afnemende daling is de helling maximaal laagste punt O 0 0 laagste punt x 7. 3

Hellinggrafiek plotten m. b. v. GR TI MATH – MATH - menu optie n.

Hellinggrafiek plotten m. b. v. GR TI MATH – MATH - menu optie n. Deriv Casio OPTN – CALC – menu optie d/dx vb. voer in y 1 = 0, 1 x 4 – x 2 + x + 8 en y 2 = n. Deriv(y 1, x, x) (op de TI) of y 2 = d/dx(y 1, x) (op de Casio) 7. 3

De afgeleide functie bij een functie hoort een hellingfunctie i. p. v. hellingfunctie wordt

De afgeleide functie bij een functie hoort een hellingfunctie i. p. v. hellingfunctie wordt meestal de naam afgeleide functie of afgeleide gebruikt notatie : f’ (f-accent) regels voor de afgeleide : f(x) = a geeft f’(x) = 0 f(x) = ax geeft f’(x) = a f(x) = ax² geeft f’(x) = 2 ax 7. 4

de afgeleide van f(x) = ax 3 f’(x) = 3 ax² g(x) = ax

de afgeleide van f(x) = ax 3 f’(x) = 3 ax² g(x) = ax 4 g’(x) = 4 ax 3 oude exponent ervoor zetten nieuwe exponent 1 minder (4 - 1 = 3) h(x) = ax 5 h’(x) = 5 ax 4 algemeen geldt : k(x) = axn k’(x) = n · axn-1 somregel van het differentiëren f(x) = g(x) + h(x) f’(x) = g’(x) + h’(x) 7. 4

Vergelijking van raaklijn met behulp van de afgeleide Je weet dat de afgeleide f’

Vergelijking van raaklijn met behulp van de afgeleide Je weet dat de afgeleide f’ aan elke x de helling in het bijbehorende punt van de grafiek van f toevoegt. of f’(x) is de rc van de raaklijn in het bijbehorende punt. algemeen: f’(a) is de rc van de raaklijn van de grafiek van f in het punt A(a, f(a)). y f k A O x x. A y. A = f(x. A) rck = f’(x. A) 7. 4

Notaties voor de afgeleide notaties voor de afgeleide van y = f(x) zijn :

Notaties voor de afgeleide notaties voor de afgeleide van y = f(x) zijn : dy dx f’(x) d dx (f(x)) df(x) dx 7. 5

Het algebraïsch berekenen van maxima en minima y nd e jg da f’(x) <

Het algebraïsch berekenen van maxima en minima y nd e jg da f’(x) < 0 f’(x) = 0 len sti d O top d ale f’(x) < 0 nd x f’(x) > 0 werkschema : het algebraïsch berekenen van maxima en minima 1 bereken de afgeleide dy dx dy 2 los algebraïsch op = 0 dx 3 schets de grafiek kijk in de schets of je met een max. of een min. te maken hebt 4 bereken de extreme waarde door de gevonden x-waarde in de formule van y in te vullen 7. 5