DE KETTING VAN HET GELOOF 2 Petrus 1

DE KETTING VAN HET GELOOF

2 Petrus 1: 1 -11 “Simeon Petrus, een dienstknecht en apostel van Jezus Christus, aan hen, die een even kostbaar geloof als wij hebben verkregen door de gerechtigheid van onze God en Heiland, Jezus Christus: 2 genade en vrede worde u vermenigvuldigd door de kennis van God en van Jezus, onze Here. 3 Zijn goddelijke kracht immers heeft ons met alles, wat tot leven en godsvrucht strekt, begiftigd door de kennis van Hem, die ons geroepen heeft door zijn heerlijkheid en macht; 4 door deze zijn wij met kostbare en zeer grote beloften begiftigd, opdat gij daardoor deel zoudt hebben aan de goddelijke natuur, ontkomen aan het verderf, dat door de begeerte in de wereld heerst. 5 Maar schraagt om deze reden met betoon van alle ijver door uw geloof de deugd, door de deugd de kennis, 6 door de kennis de zelfbeheersing, door de zelfbeheersing de volharding, door de volharding de godsvrucht, 7 door de godsvrucht de broederliefde en door de broederliefde de liefde (jegens allen). 8 Want als deze dingen bij u aanwezig zijn en overvloedig worden, laten zij u niet zonder werk of vrucht voor de kennis van onze Here Jezus Christus. 9 Want bij wie zij niet zijn, die is verblind in zijn bijziendheid, daar hij de reiniging van zijn vroegere zonden heeft vergeten. 10 Beijvert u daarom des te meer, broeders, om uw roeping en verkiezing te bevestigen; want als gij dit doet, zult gij nimmer struikelen. 11 Want zó zal u rijkelijk worden verleend de toegang tot het eeuwige Koninkrijk van onze Here en Heiland, Jezus Christus.

2 Petrus 1: 5 NBG 51 Maar SCHRAAGT om deze reden met betoon van alle ijver 1. door uw geloof de deugd, 2. door de deugd de kennis, 3. door de kennis de zelfbeheersing 4. door de zelfbeheersing de volharding, 5. door de volharding de godsvrucht, 6. door de godsvrucht de broederliefde 7. en door de broederliefde 8. de liefde (jegens allen). NBV Span daarom al uw krachten in om 1. uw geloof te verrijken met deugdzaamheid, 2. uw deugdzaamheid met kennis, 3. uw kennis met zelfbeheersing, 4. uw zelfbeheersing met volharding, 5. uw volharding met vroomheid, 6. uw vroomheid met liefde voor uw broeders en zusters, e 7. n uw liefde voor uw broeders en zusters 8. met liefde voor allen.

NBV “Span daarom al uw krachten in om uw geloof te verrijken” (2 Petr. 1: 5) prof Canisius vertaling: “En juist daarom moet gij uw uiterste best doen om met het geloof de deugd te paren…. ” Staten Vertaling, prof. Brouwer vert. Lutherse-, Leidse vertaling ‘bijvoegen’.

DE GELOOFSKETTING 1. GELOOF 2. DEUGD 3. KENNIS 4. ZELFBEHEERSING 5. VOLHARDING 6. GODSVRUCHT 7. BROEDERLIEFDE 8. LIEFDE

GELOOF

1. GELOOF 2. DEUGD Num. 27: 20 18 Toen zeide de HERE tot Mozes: Neem u Jozua, de zoon van Nun, een man, van geest vervuld, en leg hem uw hand op, 19 en stel hem voor de priester Eleazar en voor de gehele vergadering, en geef hem in hun tegenwoordigheid uw bevelen 20 en leg op hem van uw heerlijkheid ( )הוֹד , opdat de gehele vergadering der Israëlieten het hore. 7

DE RANK 1. geloof/vertrouwen is de openheid, de verbinding 2. deugd is de heerlijkheid, die stroomt vanuit de wijnstok Joh. 15: 5 “Ik ben de wijnstok, gij zijt de ranken. Wie in Mij blijft, gelijk Ik in hem, die draagt veel vrucht, want zonder Mij kunt gij niets doen.

Heerlijkheid “Zo zegt de HERE der heerscharen: zie, een man, wiens naam is Spruit. Deze zal uit zijn plaats uitspruiten en hij zal de tempel des HEREN bouwen. 13 Ja, hij zal de tempel des HEREN bouwen en hij zal met majesteit ( הוֹד -hod) bekleed zijn en als heerser zitten op zijn troon; en hij zal priester zijn op zijn troon; heilzaam overleg zal er tussen hen beiden zijn. ” Hosea 6: 12 “Zijn loten zullen uitlopen; zijn pracht ( הוֹד -hod) zal zijn als die van een olijfboom en zijn geur als die van de Libanon. ” Hosea 14: 7

1. GELOOF 2. DEUGD 3. KENNIS “HERE, maak mij uw wegen bekend ( ידע -jada), leer mij uw paden, ” Psalm 25: 4 1. De deur van je hart openzetten 2. voor de heerlijkheid van God 3. om deze onder te brengen in je eigen wezen

1 Cor. 2: 14 10 God heeft ons dit geopenbaard door de Geest, want de Geest doorgrondt alles, ook de diepten van God. 11 Wie is in staat de mens te kennen, behalve de geest van de mens? Zo is alleen de Geest van God in staat om God te kennen. 12 Wij hebben niet de geest van de wereld ontvangen, maar de Geest die van God komt, opdat we zouden weten wat God ons in zijn goedheid heeft geschonken. 13 Daarover spreken wij, niet op een manier die ons door menselijke wijsheid is geleerd, maar zoals de Geest het ons leert: wij verklaren het geestelijke met het geestelijke. 14 Een mens die de Geest niet bezit, aanvaardt niet wat van de Geest van God komt, want voor hem is het dwaasheid. Hij kan het ook niet begrijpen, omdat het geestelijk moet worden beoordeeld. 15 Maar een mens die de Geest wel bezit, kan alles beoordelen, en zelf wordt hij door niemand beoordeeld. 16 Er staat immers geschreven: ‘Wie kent de gedachten van de Heer, zodat hij hem zou kunnen onderwijzen? ’ Welnu, onze gedachten zijn die van de Messias.

1 Cor. 2: 16

1. GELOOF 2. DEUGD 3. KENNIS 4. ZELFBEHEERSING 1. 2. 3. 4. De deur van je hart openzetten voor de heerlijkheid van God om deze onder te brengen in je eigen wezen deze positie beheersen.

1. GELOOF 2. DEUGD 3. KENNIS 4. ZELFBEHEERSING 5. VOLHARDING 1. 2. 3. 4. 5. de deur van je hart openzetten voor de heerlijkheid van God om deze onder te brengen in je eigen wezen deze positie beheersen. en standhouden

OPENBARING 14: 12 12 Hier komt het aan op de standvastigheid van de heiligen, die zich houden aan Gods geboden en aan de trouw van Jezus. ὑπομονήν hupomonei (hupomone) standhouden verdragen volharden

1. GELOOF 2. DEUGD 3. KENNIS 4. ZELFBEHEERSING 5. VOLHARDING 6. GODSVRUCHT 1. de deur van je hart openzetten 16 2. voor de heerlijkheid van God 3. om deze onder te brengen in je eigen wezen 4. deze positie beheersen. 5. en standhouden 6. Vanuit deze godsvrucht: 7. vruchtdragen

1. GELOOF 2. DEUGD 3. KENNIS 4. ZELFBEHEERSING 5. VOLHARDING 6. GODSVRUCHT 7. BROEDERLIEFDE 1. de deur van je hart openzetten 17 2. voor de heerlijkheid van God 3. om deze onder te brengen in je eigen wezen 4. deze positie beheersen. 5. en standhouden 6. Vanuit deze godsvrucht: 7. Vruchtdragen in broederliefde

Franciscus van Assisi Wees geloofd, mijn Heer door al Uw schepselen vooral door broeder zon, die de dag brengt en ons beschijnt; schoon is hij en stralend in grote luister: van U, Allerhoogste, ons een gelijkenis. Wees geloofd, mijn Heer, door zuster maan en de sterren, aan de hemel heeft U ze gezet, klaar, kostbaar en mooi. Wees geloofd, mijn Heer, door broeder wind en de luchten en wolken en heldere hemel en ook door weer, dat gij Uw schepselen geeft. Wees geloofd, mijn Heer door zuster water, zo nuttig en nederig zo kostelijk en kuis. Wees geloofd, mijn Heer, door broeder vuur, door wie U de nacht laat verlichten. Schoon is hij en vrolijk en krachtig en sterk. Wees geloofd, mijn Heer, door onze zuster, moeder aarde, die ons draagt en voedt en ons velerlei vruchten schenkt en kleurige bloemen en gras. Wees geloofd, mijn Heer, door hen die om Uw liefdes wil vergeven, die onzekerheid en verdriet verdragen. Zalig zij die in vrede volharden. Zij worden door U gekroond. Wees geloofd, mijn Heer, door onze zuster, de lijfelijke dood. Zalig degenen die zij verzoend vindt met Uw heiligste wil. Hen kan de tweede Gerard J. dood Wijtsma niet deren. Looft en prijst mijn Heer!

1. GELOOF 2. DEUGD 3. KENNIS 4. ZELFBEHEERSING 5. VOLHARDING 6. GODSVRUCHT 7. BROEDERLIEFDE

Jacobus 2: 14 -17 “ Broeders en zusters, wat heeft het voor zin als iemand zegt te geloven, maar hij handelt er niet naar? Zou dat geloof hem soms kunnen redden? Als een broeder of zuster nauwelijks kleren heeft en elke dag eten tekortkomt, en een van u zegt dan: ‘Het ga je goed! Kleed je warm en eet smakelijk!’ zonder de ander te voorzien van de eerste levensbehoeften – wat heeft dat voor zin? Zo is het ook met geloof: als het zich niet daadwerkelijk bewijst, is het dood. ”

1. GELOOF 2. DEUGD 3. KENNIS 4. ZELFBEHEERSING 5. VOLHARDING 6. GODSVRUCHT 7. BROEDERLIEFDE 8. LIEFDE 1. de deur van je hart openzetten 22 2. voor de heerlijkheid van God 3. om deze onder te brengen in je eigen wezen 4. deze positie beheersen. 5. en standhouden 6. Vanuit deze godsvrucht: 7. Vruchtdragen in broederliefde

1. GELOOF 2. DEUGD 3. KENNIS 4. ZELFBEHEERSING 5. VOLHARDING 6. GODSVRUCHT 7. BROEDERLIEFDE 8. LIEFDE Van al het gehoorde is het slotwoord: Vrees God en onderhoud zijn mitzwot, want dit geldt voor alle mensen. (Pred. 12: 13)

VRUCHT v. d. LIEFDE Gerard J. Wijtsma 24

2 Petrus 1: 8 -9 8 Want als deze dingen bij u aanwezig zijn en overvloedig worden, laten zij u niet zonder werk of vrucht voor de kennis van onze Here Jezus Christus. 9 Want bij wie zij niet zijn, die is verblind in zijn bijziendheid, daar hij de reiniging van zijn vroegere zonden heeft vergeten. 10 Beijvert u daarom des te meer, broeders, om uw roeping en verkiezing te bevestigen; want als gij dit doet, zult gij nimmer struikelen. 11 Want zó zal u rijkelijk worden verleend de toegang tot het eeuwige Koninkrijk van onze Here en Heiland, Jezus Christus. ”

1. GELOOF 2. DEUGD 3. KENNIS 4. ZELFBEHEERSING 5. VOLHARDING 6. GODSVRUCHT 7. BROEDERLIEFDE 8. LIEFDE