Hoofdstuk 7 De monetaire unie Economische en monetaire

  • Slides: 67
Download presentation
Hoofdstuk 7 De monetaire unie

Hoofdstuk 7 De monetaire unie

Economische en monetaire unie: theorie 1. economische unie : l l l geïntegreerde markt

Economische en monetaire unie: theorie 1. economische unie : l l l geïntegreerde markt 4 vrijheden coördinatie macro-economisch beleid 2. monetaire unie : l l onherroepelijk vaste wisselkoers evt. : eenheidsmunt met gemeenschappelijke monetaire politiek

Micro-economische voordelen stimulans voor handel, investeringen en arbeidsmigratie l verder: besparingen op deviezenreserves, besparingen

Micro-economische voordelen stimulans voor handel, investeringen en arbeidsmigratie l verder: besparingen op deviezenreserves, besparingen op institutionele kosten, lagere rente en hogere economische groei eenheidsmunt : l besparing op transactiekosten (minder prijsdiscriminatie) l psychologische en politieke boodschap l betere coördinatie door drie polen l bij extern gebruik: l l l prijzen van grondstoffen in euro seignorage

Baten van een MU voordelen Mate van openheid, integratie

Baten van een MU voordelen Mate van openheid, integratie

Macro-economische nadelen l verlies van het wisselkoersinstrument monetair beleid wordt best gecentraliseerd l gevolgen

Macro-economische nadelen l verlies van het wisselkoersinstrument monetair beleid wordt best gecentraliseerd l gevolgen van dit verlies zijn afhankelijk van : l l l omstandigheden en frequentie waarin dit instrument kan worden toegepast efficiëntie van het wisselkoersinstrument beschikbaarheid van eventuele alternatieven

Wisselkoersinstrument l l Land doet het slecht: tekort op lopende rekening Devaluatie (depreciatie): l

Wisselkoersinstrument l l Land doet het slecht: tekort op lopende rekening Devaluatie (depreciatie): l l l Invoerprijzen worden duurder Exportprijzen goedkoper Resultaat zou verbetering van betalingsbalanspositie moeten zijn

Oorzaken van betalingsbalansonevenwichten l asymmetrische schokken: l l Externe en interne gebeurtenissen Verschillende voorkeuren

Oorzaken van betalingsbalansonevenwichten l asymmetrische schokken: l l Externe en interne gebeurtenissen Verschillende voorkeuren t. a. v. de Phillipscurve met verschillen in inflatie en verschillen in concurrentiepositie tot gevolg Verschillen in arbeidsmarktinstituties Verschillen in economische structuur

Asymmetrische schokken l Gebeurtenis die l l l ene economie treft en andere niet:

Asymmetrische schokken l Gebeurtenis die l l l ene economie treft en andere niet: bv dioxinecrisis treft België, maar Nederland niet een verschillend effect heeft op verschillende economieën: verhoging van de petroleumprijzen is slecht voor België, maar goed voor Nederland Kan zich zowel aan de vraagzijde als aan de aanbodzijde afspelen

Een vraagschok l λ = EP/P*, met E de wisselkoers (met vaste waarde in

Een vraagschok l λ = EP/P*, met E de wisselkoers (met vaste waarde in binnenland) en P prijspeil eigen land, P* prijspeil buitenland Door verschuiving van de vraag moet nieuw evenwicht worden gevonden: • ofwel moet E dalen • ofwel moet P dalen (‘sticky’ wegens band met lonen!) • ofwel beide • of P* moet stijgen (weinig realistisch)

Symmetrische schok l Idem vraagschok in landen met dezelfde munt: geen probleem: depreciatie zodat

Symmetrische schok l Idem vraagschok in landen met dezelfde munt: geen probleem: depreciatie zodat we van λ 0 naar λ 1 gaan

Asymmetrische schok l l Land A moet naar λ 1, land B moet op

Asymmetrische schok l l Land A moet naar λ 1, land B moet op λ 0 blijven Als prijzen rigide (‘sticky’) zijn: enkel E Als A en B samen een munt hebben: E deprecieert naar λ 2 = Slecht voor A, slecht voor B

Alternatieve schokdempers l Optimale muntzone l l Rol van de supranationale overheid l l

Alternatieve schokdempers l Optimale muntzone l l Rol van de supranationale overheid l l Arbeidsmobiliteit Openheid Diversificatie solidariteitssysteem Loonflexibiliteit: moeilijk, maar indien vorige middelen niet helpen = noodzakelijk

Arbeidsmobiliteit l ‘overbodige’ arbeid in A migreert naar B, waar er behoefte is aan

Arbeidsmobiliteit l ‘overbodige’ arbeid in A migreert naar B, waar er behoefte is aan extra arbeid

Productdiversificatie l Hoe gediversifieerder een economie is hoe minder kans op asymmetrische schokken

Productdiversificatie l Hoe gediversifieerder een economie is hoe minder kans op asymmetrische schokken

Openheid: efficiëntie van wisselkoersinstrument Leiden nominale aanpassingen in de wisselkoers tot reële wisselkoersaanpassingen? l

Openheid: efficiëntie van wisselkoersinstrument Leiden nominale aanpassingen in de wisselkoers tot reële wisselkoersaanpassingen? l KT : ja l LT : nee, als gestegen invoerprijzen na verloop van tijd doorwerken in prijspeil (en dus ook in exportprijspeil) l Hoe opener hoe sneller devaluatie/depreciatie is uitgewerkt!!

Solidariteit l Rijkere regio’s/onderdelen van een muntunie helpen de armere onderdelen financieel: l l

Solidariteit l Rijkere regio’s/onderdelen van een muntunie helpen de armere onderdelen financieel: l l l Finanzausgleich Stromen in de sociale zekerheid van Vlaanderen naar Wallonië Cohesiefonds

Kosten van een MU nadelen Mate van openheid, integratie

Kosten van een MU nadelen Mate van openheid, integratie

Voor- en nadelen van een MU Voor- en nadelen Kosten Baten Conclusie : -

Voor- en nadelen van een MU Voor- en nadelen Kosten Baten Conclusie : - voor relatief gesloten economieën is het minder interessant om toe te treden tot een EMU, - voor open economieën zullen de voordelen de nadelen overtreffen Mate van openheid, integratie

Europa als OMZ? l l l Schokkensymmetrie: VS > EU Arbeidsmobiliteit: aan de lage

Europa als OMZ? l l l Schokkensymmetrie: VS > EU Arbeidsmobiliteit: aan de lage kant Diversificatie: relatief goed Openheid: EU ok Budgettaire solidariteit: relatief gering Loonflexibiliteit: aan de lage kant

Wat na de vorming van een EMU? l Wat gebeurt er met l l

Wat na de vorming van een EMU? l Wat gebeurt er met l l Asymmetrische schokken? Arbeidsmobiliteit? Openheid? Diversificatie?

Integration, specialization & asymmetric shocks more similar production structure EMU tighter trade ties asymmetric

Integration, specialization & asymmetric shocks more similar production structure EMU tighter trade ties asymmetric shocks less likely ? increase specialization Source : IMF business cycle correlation increases business cycle correlation decreases asymmetric shocks more likely

Conclusie mbt asymmetrische schokken frequentie is moeilijk in te schatten : intra-industry trade :

Conclusie mbt asymmetrische schokken frequentie is moeilijk in te schatten : intra-industry trade : weinig asymmetrische schokken specialisatie agv eenheidsmarkt : meer regiospecifieke schokken

Monetaire integratie in Europa l Rapport Werner : 1970 l l l doel :

Monetaire integratie in Europa l Rapport Werner : 1970 l l l doel : monetaire unie tegen 1980 probleem : einde van Bretton Woods & oliecrisis alternatief : slang in de tunnel & EMS (1979)

Europees Monetair Stelsel l l Pariteitenrooster : ERM ECU divergentie-indicator Europees Fonds voor Monetaire

Europees Monetair Stelsel l l Pariteitenrooster : ERM ECU divergentie-indicator Europees Fonds voor Monetaire Samenwerking

Evaluatie EMS l + l l l meer wisselkoersstabiliteit economische convergentie (inflatie!) l l

Evaluatie EMS l + l l l meer wisselkoersstabiliteit economische convergentie (inflatie!) l l ECU was niet de spil DM was spil : asymmetrische aanpassingen

Inflatieconvergentie in het EMS

Inflatieconvergentie in het EMS

Economische en Monetaire Unie : waarom? l l l Extern politiek signaal : symbool

Economische en Monetaire Unie : waarom? l l l Extern politiek signaal : symbool voor streven naar Europese eenheid Intern politiek : economisch-financiële hegemonie van Duitsland afzwakken Economische overwegingen : cf. voor- versus nadelen EMU

Economische en Monetaire Unie l Eerste fase : 1/7/90 l l convergentieprogramma voor elk

Economische en Monetaire Unie l Eerste fase : 1/7/90 l l convergentieprogramma voor elk land Maastrichtnormen l l l 3% overheidstekort 60% overheidsschuld inflatie interestvoet deelname in ERM

Tweede fase : 1/1/94 l l l onafhankelijkheid van de centrale banken opstart van

Tweede fase : 1/1/94 l l l onafhankelijkheid van de centrale banken opstart van het Europees Monetair Instituut einde van monetaire financiering verdere convergentie mei 98 : wie mag meedoen?

Derde fase : 1/1/99 l l l onherroepelijk vastklinken van de wisselkoersen start van

Derde fase : 1/1/99 l l l onherroepelijk vastklinken van de wisselkoersen start van ECB-ESCB Begin 2002 : einde van nationale munten Stabiliteits- en groeipact ERM bis

Interne koopkracht : lage inflatie? l l l Regelgevend kader Monetair beleid ECB-ESCB Inflatie

Interne koopkracht : lage inflatie? l l l Regelgevend kader Monetair beleid ECB-ESCB Inflatie in eurogebied : de feiten

Regels voor ECB-ESCB!! l prijsstabiliteit is enige doelstelling ECB l probleem van de credibiliteit

Regels voor ECB-ESCB!! l prijsstabiliteit is enige doelstelling ECB l probleem van de credibiliteit : op te lossen via onafhankelijkheid van de centrale bank

Onafhankelijkheid ECB-ESCB l l l autonoom personeelsbeleid financiële autonomie beleidsautonomie

Onafhankelijkheid ECB-ESCB l l l autonoom personeelsbeleid financiële autonomie beleidsautonomie

Personeel l l raad van bestuur = gouverneurs centrale banken + directie l l

Personeel l l raad van bestuur = gouverneurs centrale banken + directie l l aangesteld door Europese Raad op voordracht van de Raad van Ministers na consultatie Parlement en raad van bestuur periode van 8 jaar, eenmalig

Financiële autonomie l l monetaire financiering is uitgesloten dus : ECB kan bijna niet

Financiële autonomie l l monetaire financiering is uitgesloten dus : ECB kan bijna niet gedwongen worden om overheidstekorten in lidstaten uit te kopen

Beleidsautonomie "Neither the ECB nor a national central bank nor any member of their

Beleidsautonomie "Neither the ECB nor a national central bank nor any member of their decision making bodies shall seek or take instructions from community institutions or bodies, from any government of a member state or from any other body. ” (art. 7 van het protocol over het statuut van het ESCB en de ECB)

Monetair beleid ECB l l Doelstelling : HICP < (nu: dichtbij) 2 % per

Monetair beleid ECB l l Doelstelling : HICP < (nu: dichtbij) 2 % per jaar op MLT Instrumentarium ECB : l l Economische analyse: onderzoek indicatoren zoals prijzen, activiteit, wisselkoersen, arbeidsmarkt, vooruitzichten, … Monetaire analyse (gebaseerd op Mx. V=Px. Q) : o. a. groei M 3 (M 3 = chartaal geld + KT-tegoeden op MFI’s), is nu minder van belang

Operationele variabelen: l Openmarktoperaties l l Krediet- en depositofaciliteiten: l l Basisherfinanciering (zie figuur)

Operationele variabelen: l Openmarktoperaties l l Krediet- en depositofaciliteiten: l l Basisherfinanciering (zie figuur) ‘overnight’ (zie figuur) (Minimumreserves)

Evaluatie l l Eventueel problemen met transmissiemechanismen van monetair beleid Weinig tekenen van asymmetrische

Evaluatie l l Eventueel problemen met transmissiemechanismen van monetair beleid Weinig tekenen van asymmetrische schokken Lage inflatie wenselijk? Doelstelling bereikt? Zie volgende slides

inflatie op LT sterk teruggedrongen !

inflatie op LT sterk teruggedrongen !

niet simpel om 2 % te halen !

niet simpel om 2 % te halen !

Begrotingsbeleid l l Aspect stabilisatiefunctie Stabiliteits- en Groeipact : waarom? l l Voorkomen van

Begrotingsbeleid l l Aspect stabilisatiefunctie Stabiliteits- en Groeipact : waarom? l l Voorkomen van bail-out: cf statuten ECB Tegengaan van neiging om excessieve tekorten te veroorzaken (cf jaren 70 en 80) Vermijden van rente spill overs Voordelen beleidscoördinatie

SGP l l Art 104 Verdrag van Maastricht: vermijden van ‘buitensporige tekorten’ Details in

SGP l l Art 104 Verdrag van Maastricht: vermijden van ‘buitensporige tekorten’ Details in SGP: l l Preventief luik Corrigerend luik

Preventief luik l l l begrotingsevenwicht over de conjunctuurcyclus: dus kijken naar structureel saldo

Preventief luik l l l begrotingsevenwicht over de conjunctuurcyclus: dus kijken naar structureel saldo van de begroting automatische stabilisatoren moeten hun werk doen lidstaten maken jaarlijks ‘Stabiliteitsprogramma’ over MLT om aan te tonen hoe zij structureel evenwicht zullen houden/bereiken

Corrigerend luik l Als l l l tekort > 3 % van het bbp

Corrigerend luik l Als l l l tekort > 3 % van het bbp er geen uitzonderlijke omstandigheden zijn: recessie, investeringen in O&O, aanpak van vergrijzingsproblemen, … (nieuw sinds 2005) Dan l l Renteloos deposito van 0, 2 % van bnp tot max 0, 5 % Indien geen correctie na 2 jaar: deposito wordt boete

Begrotingsbeleid l l Bevoegdheid grotendeels ontnomen aan nationale niveau middels Stabiliteits- en groeipact :

Begrotingsbeleid l l Bevoegdheid grotendeels ontnomen aan nationale niveau middels Stabiliteits- en groeipact : Gebeurt evenwel niet zonder slag of stoot zie volgende slide

Problemen met SGP l l O. a. Duitsland en Frankrijk doken meerdere jaren beneden

Problemen met SGP l l O. a. Duitsland en Frankrijk doken meerdere jaren beneden de 3 % Commissie wilde ze sanctioneren Lukte niet omwille van politieke redenen Het SGP werd dan maar (in 2005) versoepeld

Evaluatie SGP l Prodi: SGP = ‘stupid’ l l Beperking budgettaire flexibiliteit Asymmetrisch: enkel

Evaluatie SGP l Prodi: SGP = ‘stupid’ l l Beperking budgettaire flexibiliteit Asymmetrisch: enkel sancties bij tekorten Ontmoediging publieke investeringen Teveel korte termijn (daarom aandacht voor ‘structureel’ tekort)

Externe koopkracht Bbp in kkp (mrd $) % in werelduitvoer % internationale valutamarkten %

Externe koopkracht Bbp in kkp (mrd $) % in werelduitvoer % internationale valutamarkten % uitgiften % interbancaire vorderingen EU 12427 41, 6 19 50 33 VS 12278 9, 2 44 36 42 Japan 3911 6, 3 10 1, 2 5

Verloop van de koers van de euro in dollar

Verloop van de koers van de euro in dollar