Autisme en het verwerken van sociale informatie P

Autisme en het verwerken van sociale informatie P. Embregts & M. Van Nieuwenhuijzen

Inleiding (1/4) �Wat is autisme? ◦ Ernstige ontwikkelingsstoornis ◦ Spectrum van stoornissen ◦ Beperking op gebied van: �Socialisatie �Communicatie �Verbeelding

Inleiding (2/4) �Verschillende theorieën ◦ Theory of Mind (To. M) �Idee over gedachten en gevoelsn bij zichzelf en anderen => ‘verplaatsen in de ander’ ◦ Gebrek aan centrale coherentie �Wereld ervaren in fragmenten �Fragmenten niet kunnen integreren in een geheel

Inleiding (3/4) �Verschillende theorieën ◦ Tekorten aan executieve functies in autisme �Zwakke zelfregulatie �Lage impulscontrole �Inflexibiliteit �Moeilijkheden met veranderingen en plannen

Inleiding (4/4) �Verschillende theorieën ◦ Theorie van sociale informatieverwerking (SIV) �Invloed waarnemen en verwerken van sociale informatie op sociale interacite �Vermogen van kind om problemen waar te nemen en op te lossen �Aanvullende verklaring

1. Het model van sociale informatieverwerking (1/3) �Informatie waarnemen �Informatie interpreteren �Stellen van doelen �Mogelijke oplossingen bedenken �Mogelijke oplossingen beoordelen �Oplossing kiezen �Oplossing uitvoeren

1. Het model van sociale informatieverwerking (2/3)

1. Het model van sociale informatieverwerking (3/3) �Gdrag is afhankelijk van ◦ Manier waarop sociale informatie verwerkt wordt ◦ Manier waarop probleem opgelost wordt �Besluit: waarnemen van informatie en manier van problemen oplossen is anders

2. Sociale informatieverwerking van kinderen met autisme �Herkennen ◦ Discussies van emoties �Waarnemen situatie van informatie in een sociale ◦ Mensen met vorm van autisme �Meer fouten in begrijpen en analyseren van sociale situaties �Verschillende vaardigheid om problemen op te lossen

3. Studie naar sociale informatieverwerking (1/4) �Hoe informatie waarnemen en interpreteren �Op welke manier problemen oplossen �Sociaal-probleemoplossingstest voor kinderen met LVB (SPT-MLK)

3. Studie naar sociale informatieverwerking (2/4) �SPT-MLK ◦ Waarnemen: wat is er gebeurd? ◦ Interpretatie: hoe komt het? ◦ Oplossing bedenken: wat zou jij doen? ◦ Evaluatie: handig? Zelf ook doen? ◦ Keuze: beste oplossing?

3. Studie naar sociale informatieverwerking (3/4) �Resultaten: ◦ Interpretatie is vijandiger (met PDD-NOS) ◦ Meer assertieve en minder passieve oplossingen (met PDD-NOS) ◦ Agressieve oplossing minder positief evalueren + minder goed uitvoeren van passieve oplossingen (met PDD-NOS)

3. Studie naar sociale informatieverwerking (4/4) �Resultaten: ◦ Assertieve oplossingen (met PDD-NOS) �Besluit ◦ Kinderen met PDD-NOS: meer adequate probleemoplossingsvaardigheden ◦ Kinderen met PDD-NOS: intenties van anderen als vijandig interpreteren

4. Slotbeschouwing (1/2) �Meest beperkende kenmerk: sociaal disfunctioneren �Kinderen met PDD-NOS: assertieve oplossingen vijandig interpretatie sociale situatie

4. Slotbeschouwing (2/2) �Meer onderzoek nodig: relatie met mogelijke gedragsproblemen �Probleemoplossingsvaardigheden trainen ◦ Voor kinderen met PDD-NOS: meer nadruk op sociale vaardigheden in contact hebben met anderen