Ruimtequiz 1 Hoe heette de eerste hond in

  • Slides: 30
Download presentation
Ruimtequiz

Ruimtequiz

1. Hoe heette de eerste hond in de ruimte? A. Ninke B. Laika C.

1. Hoe heette de eerste hond in de ruimte? A. Ninke B. Laika C. Nino

2. Wie was de eerst man in de ruimte? A. Neil Amstrong B. Frank

2. Wie was de eerst man in de ruimte? A. Neil Amstrong B. Frank De Winne C. Joeri Gagarin

3. Wat zei Armstrong toen hij op de maan stapte? A. Zo, even de

3. Wat zei Armstrong toen hij op de maan stapte? A. Zo, even de benen strekken ! B. Het is een kleine stap voor de mens, maar een grote stap voor de mensheid. C. Wat is het hier mooi!

4. In de ruimte zweeft het ISS. Waarvoor staat deze afkorting? A. International Space

4. In de ruimte zweeft het ISS. Waarvoor staat deze afkorting? A. International Space Ship = internationaal ruimteschip B. International Space Station = Internationaal ruimtestation

5. Hoe groot is het ISS? A. Twee voetbalvelden groot B. Een half voetbalveld

5. Hoe groot is het ISS? A. Twee voetbalvelden groot B. Een half voetbalveld groot. C. Één voetbalveld groot.

6. Wat deed de Belg Frank De Winne in 2009 in het ruimtestation ISS?

6. Wat deed de Belg Frank De Winne in 2009 in het ruimtestation ISS? A. Hij was commandant van het ISS en deed er onderzoek. B. Hij moest in de ruimte de hond Laika uitlaten. C. Hij was kok aan boord.

7. Voor Frank De Winne naar de ruimte ging, was er al eens een

7. Voor Frank De Winne naar de ruimte ging, was er al eens een andere Belg in de ruimte. Wie? A. Dirk Frimout B. Joeri Gagarin C. Neil Armstrong

8. Waar haalt het ISS elektriciteit vandaan? A. ISS is verbonden met de aarde,

8. Waar haalt het ISS elektriciteit vandaan? A. ISS is verbonden met de aarde, de elektriciteit wordt vanuit de aarde verzonden. B. De astronauten op de ISS moeten zelf elektriciteit opwekken. C. Er hangen zonnepanelen op het ISS die energie opwekken.

9. Planeet Mars wordt ook wel … A. de kleine planeet genoemd. B. de

9. Planeet Mars wordt ook wel … A. de kleine planeet genoemd. B. de blauwe planeet genoemd. C. de rode planeet genoemd.

10. Waarvoor dienen paraboolvluchten? Paraboolvluchten dienen als oefening voor astronauten op het steil naar

10. Waarvoor dienen paraboolvluchten? Paraboolvluchten dienen als oefening voor astronauten op het steil naar boven gaan zoals bij het opstijgen van een raket. B. Paraboolvluchten dienen als oefening op gewichtloosheid voor astronauten. A.

11. In de ruimte zweeft de Hubble-telescoop. Waarvoor dient dit? A. Om foto's te

11. In de ruimte zweeft de Hubble-telescoop. Waarvoor dient dit? A. Om foto's te maken van de ruimte. B. Om ruimteschepen te lanceren.

12. Welke uitspraak klopt? A. Een spaceshuttle kan je niet opnieuw gebruiken, een raket

12. Welke uitspraak klopt? A. Een spaceshuttle kan je niet opnieuw gebruiken, een raket wel. B. Een spaceshuttle kan je opnieuw gebruiken, een raket niet. C. Zowel een raket als een spaceshuttle kan je opnieuw gebruiken.

13. Welke planeet is het grootst? A. Pluto B. Jupiter C. Aarde

13. Welke planeet is het grootst? A. Pluto B. Jupiter C. Aarde

14. Welke twee talen moet je als astronaut kunnen spreken? A. Nederlands en Engels

14. Welke twee talen moet je als astronaut kunnen spreken? A. Nederlands en Engels B. Engels en Russisch C. Chinees en Russisch

15. Wat hoor je als je in de ruimte bent? A. Niets, het is

15. Wat hoor je als je in de ruimte bent? A. Niets, het is daar namelijk stil. B. Als je heel goed luistert dan hoor je. . . C. Bliepjes en piepjes van satellieten.

16. Wat betekent het woord astronaut? A. Astro betekent ‘ruimte' en 'naut' betekent 'vaarder'.

16. Wat betekent het woord astronaut? A. Astro betekent ‘ruimte' en 'naut' betekent 'vaarder'. Astronaut betekent dus ruimtevaarder! B. 'Man die met een raket reist‘ C. Astronaut heeft niet echt een oorspronkelijke betekenis.

17. Als je in een raket stapt en naar de maan reist, hoe lang

17. Als je in een raket stapt en naar de maan reist, hoe lang ben je dan onderweg? A. Ongeveer 13 dagen. B. Ongeveer 130 dagen. C. Ongeveer 1, 3 seconden.

18. Welk feitje over de planeet Pluto is waar? A. De planeet Pluto is

18. Welk feitje over de planeet Pluto is waar? A. De planeet Pluto is vernoemd naar de hond van Micky. B. Op Pluto wonen mensen. C. Pluto is een dwergplaneet.

19. Welke planeet heeft platte ringen? A. Jupiter B. Venus C. Saturnus

19. Welke planeet heeft platte ringen? A. Jupiter B. Venus C. Saturnus

20. Zien we altijd dezelfde kant van de maan? A. Nee, hij draait in

20. Zien we altijd dezelfde kant van de maan? A. Nee, hij draait in de loop van het jaar rond. B. Nee, hij draait in de loop van circa 114 jaar rond. C. Ja, we zien altijd dezelfde kant.

21. Een planeet is… A. een hemellichaam dat een baan om een ster beschrijft.

21. Een planeet is… A. een hemellichaam dat een baan om een ster beschrijft. B. een hemellichaam waarop water voorkomt. C. een hemellichaam dat om haar eigen as draait.

22. Hoe ziet een satelliet eruit? Maak een schets.

22. Hoe ziet een satelliet eruit? Maak een schets.

23. Zet in de goede volgorde, van klein naar groot: �maan �Jupiter �Aarde �Zon

23. Zet in de goede volgorde, van klein naar groot: �maan �Jupiter �Aarde �Zon �Venus �Pluto

24. Welke planeet wordt hier omschreven? �Ik heb maar één natuurlijke satelliet. �Op mijn

24. Welke planeet wordt hier omschreven? �Ik heb maar één natuurlijke satelliet. �Op mijn planeet bestaan seizoenen. �Ik word ook wel de blauwe planeet genoemd.

25. Hoe lang doet de aarde over een rondje om haar eigen as? A.

25. Hoe lang doet de aarde over een rondje om haar eigen as? A. een maand B. 365, 25 dagen C. precies 24 uur

26. De zon is… A. een unieke planeet waar er maar één van is.

26. De zon is… A. een unieke planeet waar er maar één van is. B. een ster net als andere sterren aan de hemel. C. een gasbol met een kern van aarde.

27. Zet de planeten de juiste volorde. Begin bij de planeet die het dichtst

27. Zet de planeten de juiste volorde. Begin bij de planeet die het dichtst bij de zon staat. �Mars, Jupiter, Saturnus, Neptunus, Venus, Mercurius, Uranus, aarde, maan

28. Waar of niet waar? �In het ISS recycleert men de urine van de

28. Waar of niet waar? �In het ISS recycleert men de urine van de astronauten tot o. a. lucht die de bemanning inademt. �Astronauten in het ISS brengen dagelijks ongeveer 1 uur door op de hometrainer omdat zonder zwaartekracht anders de spieren en beenderen zwakker zouden worden. �In het ruimtestation duurt 1 dag 90 min.

Einde

Einde