Paragraaf 1 2 Het ontstaan van steden Kenmerkend

  • Slides: 6
Download presentation
Paragraaf 1. 2 Het ontstaan van steden

Paragraaf 1. 2 Het ontstaan van steden

Kenmerkend aspect Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

Kenmerkend aspect Ontstaan van de eerste stedelijke gemeenschappen

Van landbouwsamenleving stad Wanneer? +/- 3300 v Chr. in het Midden-Oosten. Waarom? Daar was

Van landbouwsamenleving stad Wanneer? +/- 3300 v Chr. in het Midden-Oosten. Waarom? Daar was de landbouwsamenleving tot een hoger level gekomen. Omdat men beschikte over vruchtbare gebieden met veel opbrengsten. Hoe? 1. De bevolking groeide 2. niet iedereen hoefde een bijdrage te leveren in de voedselvoorziening (boer zijn) 3. ontstaan specialisatie (ambacht = pottenbakker /mandenvlechter /timmerman enz. ) + handel + priesters) = ontstaan van een samenleving met arbeidsdeling en sociale verschillen (verschillen in macht en bezit) = stad.

De stad: altijd een bestuur + schrift Ontstaan van een samenleving met arbeidsdeling en

De stad: altijd een bestuur + schrift Ontstaan van een samenleving met arbeidsdeling en sociale verschillen (verschillen in macht en bezit) = stad. = Complexe (ingewikkelde) samenleving (i. v. m. allerlei taken / functies /verschillen) DUS behoefte voor een goed georganiseerd bestuur. Ontstaan van een bestuurlijk systeem. Bijv. door een vorst / belangrijke familie + ambtenaren. Ontstaan van het schrift (ong. 3300 v Chr): door de complexiteit van de samenleving was er behoefte om administratie bij te houden. Schrift? = historie. Geen schrift? = prehistorie

examenvraag Bijna alles wat we weten van volken uit de prehistorie komt uit onderzoek

examenvraag Bijna alles wat we weten van volken uit de prehistorie komt uit onderzoek van materiële bronnen. Toch kennen we van sommige prehistorische volken de naam van hun aanvoerder. 2 p Leg uit waardoor: • we voor volken uit de prehistorie meestal alleen over materiële bronnen beschikken, • maar soms de naam van hun aanvoerder kennen.

Antwoord examenvraag Een juist antwoord bevat de volgende elementen: • een aanduiding van de

Antwoord examenvraag Een juist antwoord bevat de volgende elementen: • een aanduiding van de kern van het begrip prehistorie (het desbetreffende volk kende zelf geen schrift) waardoor over volken zonder schrift alleen informatie kan worden gehaald uit materiële bronnen, omdat er verder geen bronmateriaal voorhanden is/alleen bronnen van duurzaam materiaal zijn overgebleven 1 • een uitleg dat, terwijl het ene volk nog schriftloos was, een volk met schrift in dezelfde tijd al over dit prehistorische volk kon schrijven 1