Hoofdstuk 8 Paragraaf 3 Zuren in water Eigenschappen

  • Slides: 19
Download presentation
Hoofdstuk 8 Paragraaf 3 Zuren in water

Hoofdstuk 8 Paragraaf 3 Zuren in water

Eigenschappen van zure oplossingen. Alle zure oplossingen hebben een. . . . lage p.

Eigenschappen van zure oplossingen. Alle zure oplossingen hebben een. . . . lage p. H-waarde rood Alle zure oplossingen kleuren rode kool. . . . Alle zure oplossingen moeten dus iets gemeen hebben

Bij elektrolyse van een zure oplossing blijkt dat elke zure oplossing: - de stroom

Bij elektrolyse van een zure oplossing blijkt dat elke zure oplossing: - de stroom geleidt - aan de – pool er altijd. . . H 2 ontstaat Dus: Elke zure oplossing bevat. . . . vrije ionen Elke zure oplossing bevat. . . H+ ionen

Een H-atoom bestaat uit: 1. . . . p+ en 1 eˉ Een H+

Een H-atoom bestaat uit: 1. . . . p+ en 1 eˉ Een H+ ion bestaat uit: 1. . . p+ Een H+ ion kan niet vrij voorkomen. Het H+ ion bindt zich aan een H 2 O molecuul: +. H O = H. . 2 . . . . H 3 O + + ionen. . . . Een zure oplossing bevat dus: H O 3 Het H 3 O+ ion heet het. . . . oxonium ion

Als je aan neutraal water HCl toevoegt, ontstaat een zure oplossing. + ionen Een

Als je aan neutraal water HCl toevoegt, ontstaat een zure oplossing. + ionen Een zure oplossing bevat H. . . . O 3 HCl moet dus een. . . H+ aan H 2 O hebben gegeven

H+ Cl⁻ H H O

H+ Cl⁻ H H O

H+ Cl⁻ H H O HCl(g) + H 2 O(l) +(aq) + Cl⁻(aq) H.

H+ Cl⁻ H H O HCl(g) + H 2 O(l) +(aq) + Cl⁻(aq) H. . . . O 3

Als je H 2 SO 4 in water oplost, krijg je ook een zure

Als je H 2 SO 4 in water oplost, krijg je ook een zure oplossing:

H H+ SO 42⁻ H O H+

H H+ SO 42⁻ H O H+

H H+ SO 42⁻ H O H+ H H O

H H+ SO 42⁻ H O H+ H H O

In een reactievergelijking: H 2 SO 4(l) + 2 H 2 O(l) 2 H

In een reactievergelijking: H 2 SO 4(l) + 2 H 2 O(l) 2 H 3 O+(aq) + SO 42⁻(aq). . . .

+(aq) ionen Een zure oplossing bevat dus altijd H. . . O 3

+(aq) ionen Een zure oplossing bevat dus altijd H. . . O 3

Zure oplossingen geleiden de stroom De geleidbaarheid van een zure oplossing. . . .

Zure oplossingen geleiden de stroom De geleidbaarheid van een zure oplossing. . . . . van de ionen hangt af van de concentratie Vergelijk de geleidbaarheid (in μS) van verd. zoutzuur en verd. azijnzuur 0, 1 M 0, 05 M 0, 01 M zoutzuur 4200 2100 420 azijnzuur 56 34 10 Hoe is dit te verklaren ?

Het zuur HCl(g) in water: Stap 1: oplossen: HCl(g). . . . . HCl(aq)

Het zuur HCl(g) in water: Stap 1: oplossen: HCl(g). . . . . HCl(aq) Stap 2: ioniseren: HCl(aq) + H 2 O(l). . . +(aq) + Clˉ(aq) H. . . O 3 HCl(g) + H 2 O(l). . . + H. . . 3 O (aq) + Clˉ(aq) Totaal: . . . zuur ioniseert volledig Een sterk. . .

Het zuur azijnzuur in water: . . oplossen: CH CH 3 COOH(aq). . .

Het zuur azijnzuur in water: . . oplossen: CH CH 3 COOH(aq). . . . . 3 COOH(l) Stap 2: ioniseren: +(aq) +CH COOˉ(aq) CH COOH(aq) + H O(l) H O. . . . . 3 2 3 3 Stap 1: Een zwak. . . . zuur ioniseert maar voor een klein. . . deel Vandaar dat een oplossing van een zwak zuur de stroom veel minder goed geleidt !!!

Tabel 49 HCl H 2 SO 4 HNO 3 H 3 O + H

Tabel 49 HCl H 2 SO 4 HNO 3 H 3 O + H 2 C 2 O 4 H 3 PO 4 H 2 O Sterk Zwak

Onthoud: Sterke zuren zijn: Waterstofchloride HCl HNO 3 Salpeterzuur H 2 SO 4 Zwavelzuur

Onthoud: Sterke zuren zijn: Waterstofchloride HCl HNO 3 Salpeterzuur H 2 SO 4 Zwavelzuur

Een oplossing van een sterk zuur noteren we: . . . IN IONEN Een

Een oplossing van een sterk zuur noteren we: . . . IN IONEN Een oplossing van een zwak zuur noteren we: . . . IN MOLECULEN

Vul in: Formule zuur HNO 3 H 3 PO 4 H 2 S H

Vul in: Formule zuur HNO 3 H 3 PO 4 H 2 S H 2 SO 4 Notatie oplossing H 3 O+(aq) + NO 3⁻(aq) H 3 PO 4(aq) H 2 S(aq) 2 H 3 O+(aq) + SO 42⁻(aq)