DE TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES 1700 1800

DE TIJD VAN PRUIKEN EN REVOLUTIES 1700 - 1800

� http: //player. omroep. nl/? afl. ID=13152959&st art=00: 00

In de Pruikentijd was er een groot verschil tussen arm en rijk. De pruikentijd is namelijk vernoemd naar de pruiken die mannen en vrouwen in deze tijd droegen. Frankrijk was voor de rijken het grote voorbeeld. Veel rijke mensen waren kooplieden en hadden veel geld verdiend in de handel, ze noemen zich de Regenten. Zij hadden veel macht en voelden zich veel beter dan de gewone burgers. Ze leefden een leven van luxe en woonden niet alleen heel pronkerig maar zagen er ook zo uit. De kleding , meubels en tuinen van de rijke mensen kwam ook allemaal uit Frankrijk. De motieven kwamen ook in de kleding terug

Pruiken Lodewijk XIV begon aan het eind van de 17 de en begin 18 de eeuw pruiken te dragen met mooie krullen. De mannen gingen dit nadoen. Ze schoren hun hoofd kaal en droegen een pruik van echt mensenhaar. Maar als je niet veel geld had, moest je het met een pruik van paardenhaar doen. Ook vrouwen gingen pruiken dragen. Het haar werd omhooggetrokken langs een groot opgevuld kussen en het werd op zijn plaats gehouden met vet, haarspelden en poeder. Op den duur kregen de mensen hoofdpijn van de kussens en gingen ze over op metalen frames. Bovenop de pruiken zaten versieringen in de vorm van schepen en bloemen. KAPPERS WAREN ZO DUUR, DAT MEN DE KAPSELS ZO LANG MOGELIJK IN MODEL LIET, WAT IDEAAL WAS VOOR VLOOIEN EN LUIZEN.

Op de herenhemden zat in het midden een strook met franjes, deze noem je de jabot. In plaats van een kraag, droegen de mannen nu zwarte fluwelen linten om hun nek. Dit lint werd vastgemaakt aan het netje van het pruikenstaartje achter aan het hoofd. Over de herenhemden droegen de mannen getailleerde jassen. De broeken zaten strakker om het been, tot iets onder de knie. Een soort pofbroek De mannen droegen ook een mantel tot boven de knie. Vaak droeg men de mantel open, of maakte hem met één knoop vast. Mannen droegen zwarte leren schoenen met hoge hakken. Deze schoen werd versierd met gespen.

Marie-Antoinette was de chicste vrouw van Frankrijk Ze was koning van Frankrijk 1770 t/m 1793 16 oktober 1793 naar de guillotine gebracht. Ze droeg erg dure en mooie kleding die de mensen in de stad gingen namaken. Het was mode om dezelfde kleren te dragen als de koningin. De vrouwen droegen een korset, een onderjurk en een hoepelrok (er werden hoepels onderin de rok gemaakt zodat deze wijd bleef staan). Dit was niet fijn om te dragen, daarom droegen ze het alleen bij officiële gelegenheden. De stoffen waren van mooi zijde met kant, gouddraad, gespen en strikken.

Kinderen zagen er in die tijd uit als kleine volwassenen. Zij droegen (als ze van rijke afkomst waren) hoepelrokken. Als de kinderen zo'n twaalf jaar waren droegen ze bij speciale gelegenheden al gepoederde pruiken. Net als hun ouders.

SPELEN IN DE PRUIKENTIJD Aparte leesboeken voor kinderen bestonden nauwelijks. Speelgoed was eerder om naar te kijken dan om mee te spelen. Buiten deden ze spelletjes als tollen, vliegeren, touwtje springen en knikkeren.

Hij was koning van Frankrijk. 1634 t/m 1715 Hij was ontzettend rijk en leefde in alle luxe. Net als alle andere rijke mensen uit die tijd. Natuurlijk had de koning het meeste geld. Zijn kleding was ontzettend deftig, rijk versierd en van de duurste stoffen gemaakt.

In de Gouden Eeuw ging het erg goed met Nederland. Veel mensen waren rijk. Maar niet iedereen had het zo goed. Veel mensen, ook kinderen, moesten hard werken en verdienden bijna niets. In de Gouden Eeuw verdienden de kooplieden veel geld met de handel. Ze lieten prachtige huizen bouwen. Voor in huis kochten ze de prachtigste schilderijen en meubelen. Zo konden ze aan iedereen laten zien hoe rijk ze waren.

ARME KINDEREN Kinderen in hun tijd Rijke kinderen: Kleine volwassenen Mooie kleren Dragen ook pruiken Arme kinderen: Vanaf 6 jaar werken Oude kleren vodden Weinig eten Wonen in mooie huizen Leven in koude vochtige krotten Krijgen onderwijs Goede medicijnen Bijna nooit ziek Geen onderwijs Geen geld voor medicijnen Als ze ziek zijn gaan ze dood of houden een misvorming over

STRAFFEN De schoolmeester had verschillende manieren om al die kinderen in toom te houden. De schoolmeester mocht de kinderen slaan. Als hij zag dat iemand iets deed wat niet mocht, gooide hij de pechvogel naar hem toe. De kwajongen moest de pechvogel terugbrengen naar de meester. Die stond al op hem te wachten met de plak. Daarmee kreeg de jongen dan een paar flinke tikken op de hand. Als iemand erg dom was geweest, werd hem het ezelsbord omgehangen. Had hij iets heel ergs gedaan, bijvoorbeeld gelogen of gestolen, dan kreeg hij het schandbord om. Daarmee moest hij dan de hele dag blijven staan, zodat alle kinderen hem konden zien.

ONDERWIJS De dorpsschool Het was vaak letterlijk een rommeltje in de dorpsschool. De kinderen, tussen 3 en 10 jaar, zaten door elkaar in één ruimte. . De meester gaf de kinderen allemaal een aparte taak. De kleine kinderen werden vaak geholpen door de oudere leerlingen. Alle lesjes werden hardop geleerd. Je kunt je misschien wel voorstellen wat voor lawaai dat geweest moet zijn. Al die kinderen die hardop door elkaar heen praatten. Je kon de school al van ver horen!

RIJKE KINDEREN � Rijke kinderen kregen thuis onderwijs. � Waren ze rond de 12 jaar dan gingen ze naar privé scholen of kostscholen. � Daar kregen ze onderwijs en daar woonde ze het hele jaar. � Ze gingen alleen met vakanties naar huis of als de ouders het vroegen. � Jongens en meisjes kregen apart onderwijs. � Jongens : wiskunde, Frans, dansles, biologie, natuurkunde, scheikunde etc. � Meisjes: Frans, pianoles, borduren, leren huishouden leiden, dansles etc.

BETALEN VOOR SCHOOL De leerlingen betaalden de meester elke week schoolgeld. Als een kind een week niet naar school ging, hoefde hij ook geen schoolgeld te betalen.

Een huis in de kelder Arme mensen in de stad wonen vaak in kleine kelders. Het is er donker, koud en vochtig. Of ze wonen in een krot. De hele familie slaapt, eet en werkt in een kamertje. Er brandt een klein vuurtje om op te koken. Maar veel eten is er niet. Brood, pap, en een soort slappe soep, dat is alles. Geen vlees, verse groente of fruit. Veel mensen zijn ondervoed en ziek

� Reizen is moeilijk veel wegen zijn zandpaden. � Reizen is gevaarlijk er zijn veel struikrovers � Meesten mensen gaan lopen. 2 uurtjes naar de markt � Rijke mensen hebben een paard. � Of ze gaan met de koets. (Diligence) � Een ander vervoermiddel is een trekschuit.