Mandatory disclosure Seminar Universiteit van Amsterdam 16 december

Mandatory disclosure Seminar Universiteit van Amsterdam 16 december 2019 Hallmarks D: CRS en UBO Dr. Ton Daniels

Disclaimer Deze presentatie is op persoonlijke titel en geeft niet noodzakelijkerwijs de visie weer van de NVB of haar leden. 2

Inhoud • DAC 6 introduceert een meldingsplicht voor grensoverschrijdende fiscaal agressieve constructies; • Hallmarks onder D beschrijven meldingsplicht bij arrangementen die tot doel hebben: - ondermijning renseignering onder CRS (maar niet FATCA); of - verhullen van de ware UBO om CRS te ondermijnen • Meldingsplichtige partij is de intermediair • De Hallmarks D komen uit het OESO rapport 2018: Model Mandatory Disclosure Rules for CRS Avoidance Arrangements and Opaque Offshore Structures 3

Meldingsplichtige is de intermediair • Europese Commissie impact assessment: rapportageplicht voor belastingadviseurs is heel goed te doen en is proportioneel (‘the burden of cost should be limited”) • Is de “definitie” van hulpintermediair niet veeleer een bewijsvermoeden voor “leden van de NOB” (met de mogelijkheid van tegenbewijs)? 4

Meldingsplichtige is de intermediair • Moscovici: “Financial institutions which only provide the service of maintaining a bank account for a customer will not qualify as an intermediary under the DAC”; • OECD: “when carrying out routine banking transactions (e. g. money transfer, custody etc. ), …the nature of their involvement and the information readily available to them would typically not meet the “reasonably be expected to know” standard” 5

Hallmarks D zijn wel relevant voor banken omdat 1. Banken een belangrijke uitvoerder zijn van de renseignering onder de Common Reporting Standard 2. Banken een belangrijke taak hebben in het anti-witwasraamwerk waarin o. a. de identificatie van UBO’s een belangrijke rol speelt. Hallmark D ziet daar indirect op (belastingontduiking leidt tot witwassen) 6

Common reporting standard – wat is het ook alweer? NL Bank moet rapporteren over rekeningen die toerekenbaar zijn aan natuurlijke personen die fiscaal inwoner zijn van een “deelnemend rechtsgebied”. Concreet voor de volgende rekeninghouders: a. natuurlijke personen uit een deelnemend rechtsgebied b. entiteiten uit een deelnemend rechtsgebied c. UBO’s van passieve NFE’s d. UBO’s van quasi-beleggingsfondsen buiten deelnemend rechtsgebied 7

NL Bank Nederlandse bank met een Duits particulier als rekeninghouder CRS renseignering over Duitse rekeninghouder: Naam, adres, BSN, geboortedatum, geboorteplaats Saldo/waarde per einde jaar Rente, dividend, overige inkomsten, bruto opbrengsten 8

NL Bank Tussengeschoven B. V. Nederlandse bank renseigneert over Duitse belanghebbende indien: B. V. 1. B. V. een passieve NFE is; en 2. Duitse belanghebbende een UBO is 9

NL Bank SRL Tussengeschoven SRL uit Dominicaanse Republiek Nederlandse bank renseigneert over Duitse belanghebbende indien: 1. SRL een passieve NFE is (of een quasibeleggingsfonds); en 2. Duitse belanghebbende een UBO is Het is niet relevant dat Dominicaanse Republiek niet een deelnemend rechtsgebied is. 10

NL Bank SRL UBO is fiscaal inwoner van Dominicaanse Republiek (niet deelnemend rechtsgebied) Nederlandse bank renseigneert niet over belanghebbende omdat Dominicaanse Republiek geen deelnemend rechtsgebied is 11

D 1 Kenmerken ondermijnen CRS renseignering a. Het gebruik van financiële producten die niet zijn Financiële Rekening OECD: e-Money, derivatives contracts b. de overdracht van activa aan, of het gebruik van rechtsgebieden die niet renseigneren; overboeken van geld naar Amerikaanse bank? betalen hotel in Dominicaanse Republiek? c. de herkwalificatie van inkomsten en vermogen in producten of betalingen die niet onder de automatische uitwisseling van inlichtingen vallen; 12

D 1 Kenmerken ondermijnen CRS renseignering d. de overdracht of omzetting van een financiële instelling of een financiële rekening of de activa daarvan in een financiële instelling of een financiële rekening of activa die niet onder de rapportage in het kader van de automatische uitwisseling van inlichtingen vallen; 13

D 1 Kenmerken ondermijnen CRS renseignering e. het gebruik van rechtspersonen, juridische constructies of structuren die de rapportage over één of meer rekeninghouders of uiteindelijk begunstigden in het kader van de automatische uitwisseling van inlichtingen over financiële rekeningen stopzetten of daartoe strekken; - oneigenlijk gebruik van Actieve NFE status opdat UBO niet gerapporteerd hoeft te worden; - back-to-back arrangementen die de UBO verbergen (conduits); - vermijden van UBO-status onder CRS regels. 14

D 1 Kenmerken ondermijnen CRS renseignering f. constructies die due-diligenceprocedures … ondermijnen of zwakke punten ervan benutten, onder meer via het gebruik van rechtsgebieden met ontoereikende of zwakke regelingen voor de handhaving van antiwitwaswetgeving of met zwakke transparantievereisten voor rechtspersonen of juridische constructies - wijzigen van begunstigde van trust zonder bank te informeren; - oneigenlijk gebruik van golden visa’s = oneigenlijke tax residence certificates 15

OECD additionele Hallmark D 1 Classifying a payment for the benefit of an Account Holder or UBO as a non-reportable payment - storting op pre-paid card of credit card - trustee betaalt de huur 16

D 2 Het verhullen van de UBO ØOnder DAC 6 is sprake van het verhullen van de UBO indien “the beneficial owners are made unidentifiable” ØDAC 6 refereert aan de UBO-definitie uit de 4 e AML richtlijn – (zie voor NL entiteiten het Koninklijk Besluit 17 juli 2018) ØCRS definities (OECD&EU) refereren aan Controlling Persons, interpreted consistent with FATF recommendations Werkhypothese: beidentiek en volgen van 4 e AML richtlijn met als baseline: UBO is een natuurlijk persoon met een belang van meer dan 25% en bij trust zijn het oprichter, trustee, protector en begunstigden 17

Het verhullen van de UBO ziet op de UBO voor fiscale/CRS doeleinden en ziet volgens OECD o. a. op “misleading the financial institution” - the use of nominee shareholders with undisclosed nominators (TD: “Smiley Man” uit de Panama Papers) - indirect control beyond formal ownership - gebruik van jurisdicties waar UBO niet wordt vastgelegd, geen disclosure verplichting voor nominees, 18

4 e AML richtlijn - er is altijd een UBO - de pseudo. UBO Pseudo – UBO = de natuurlijke persoon of personen die beho(o)rt(en) tot het hoger leidinggevend personeel, Namelijk indien: na uitputting van alle mogelijke middelen en op voorwaarde dat er geen gronden voor verdenking bestaan: - geen van de personen (met 25%) is achterhaald, of - indien er enige twijfel bestaat of de achterhaalde persoon of personen de uiteindelijk begunstigde(n) is, respectievelijk zijn, 19

Memorie van Toelichting …als een instelling volledig voldoet aan de verplichtingen ingevolge de (implementatiewetgeving van de) vierde antiwitwasrichtlijn (voor Nederland is die richtlijn geïmplementeerd in de Wwft) – en het dus niet mogelijk is dat de uiteindelijk belanghebbenden niet-identificeerbaar zijn – dan is rapportage uit hoofde van wezenskenmerk D, onderdeel 2, niet aan de orde 20

Het UBO-register De 5 e AML-richtlijn introduceert de verplichting tot het instellen van een publiekelijk toegankelijk register van UBO’s van Nederlandse entiteiten per 10 januari 2020 In Nederland gaat de Kv. K dat register beheren; UBO wordt gerapporteerd door het bestuur van de NL entiteit; Hier kunnen dezelfde technieken worden toegepast om de ware UBO te verhullen; (Nog) geen meldplicht voor Intermediair of Belastingdienst bij Kv. K. 21