Opleiden op maat Verpleegkundige Niveau 4 Verzorgende IG

  • Slides: 17
Download presentation
Opleiden op maat Verpleegkundige Niveau 4 Verzorgende IG – Begeleider MZ Niveau 3

Opleiden op maat Verpleegkundige Niveau 4 Verzorgende IG – Begeleider MZ Niveau 3

Inhoud Welkom: Irma Hassing en Gerrit van Arkel Onderwijs: - Kim Geurtjens aan het

Inhoud Welkom: Irma Hassing en Gerrit van Arkel Onderwijs: - Kim Geurtjens aan het woord - Visie op leren – Dochy - Onderwijspraktijk – Docente Meriam Hoe ziet praktijkleren eruit? - Jos over de BPV-consulent als verbinder - Visie op begeleiding student - Praatplaat: hoe ziet praktijkleren eruit? - De plek van de beroepsthema’s in de curricula - Inger Pauze: aanvullen verwachtingen & vragen inventariseren Samenwerking - Feedback stageritme - Inventariseren verwachtingen - Thema’s volgende bijeenkomst

Kim Geurtjens over nieuwe onderwijs Kijk naar de video op https: //youtu. be/d. F

Kim Geurtjens over nieuwe onderwijs Kijk naar de video op https: //youtu. be/d. F 8 yh. K 50 Bs. A

Uitgangspunten samengevat → School en praktijk sluiten logisch op elkaar aan → Ruimte voor

Uitgangspunten samengevat → School en praktijk sluiten logisch op elkaar aan → Ruimte voor flexibiliteit → Meer regie voor student over zijn/haar leerproces → Optimaliseren van op-, af-, en doorstroom → Sneller anticiperen op actualiteiten in de praktijk → Uitwisseling met bij- en nascholing in het werkveld

Zelfstandig keuzes maken Samenwerken met alle betrokkenen Sociaal leren Toenemende zelfsturing Doordacht handelen Starten

Zelfstandig keuzes maken Samenwerken met alle betrokkenen Sociaal leren Toenemende zelfsturing Doordacht handelen Starten vanuit urgentie Leven lang ontwikkelen Flexibele leeromgeving Netwerken benutten Actief kennisdelen Leren op school, in de praktijk en daartussenin Theorie en praktijk verbinden Blended leeromgeving Bevoegd én bekwaam blijven Formatief leren

Meriam Berkulo – Reuvers Docent & onderwijsontwikkelaar • • Hoe ziet de schoolweek van

Meriam Berkulo – Reuvers Docent & onderwijsontwikkelaar • • Hoe ziet de schoolweek van een student eruit? Het beroepsthema in vogelvlucht

BOL leerjaar 1 maandag Beroepsthema: Basiszorg Beroepsthema: Doelgroepen dinsdag Loopbaan en burgerschap Inloopcollege: Nederlands

BOL leerjaar 1 maandag Beroepsthema: Basiszorg Beroepsthema: Doelgroepen dinsdag Loopbaan en burgerschap Inloopcollege: Nederlands Inloopcollege: AFP Inloopcollege: Weerbaarheid Individueel gesprek woensdag Beroepsthema: Doelgroepen Beroepsthema: Basiszorg donderdag vrijdag 2 themadagen Loopbaan en burgerschap 2 collegedagen Inloopcollege: Zelfstandig werken Inloopcollege: Omgangskunde Inloopcollege: Vaardigheden 1 dag werkplekleren Werkplekleren en zelfstudie

VAARDIGHEDEN De student/zorgprofessional: Beroepsthema Klinisch redeneren ‘Blije burgers, daar ga ik voor. ’ LEERDOELEN

VAARDIGHEDEN De student/zorgprofessional: Beroepsthema Klinisch redeneren ‘Blije burgers, daar ga ik voor. ’ LEERDOELEN KENNIS De student/zorgprofessional: 1. heeft kennis van bij doelgroepen voorkomende ziektebeelden, beperkingen, stoornissen, aandoeningen, comorbiditeit, functioneringsproblemen, behandelingen en bijbehorende gezondheidsrisico's. 2. heeft kennis van protocollen m. b. t. gezondheid, hygiëne, veiligheid, incidentmeldingen, ARBO, milieu, kwaliteitszorg, ergonomisch en kostenbewust werken. 3. heeft kennis van internationale diagnose en classificeringsmodellen, systemen en concepten 3. heeft kennis van taken en rollen van andere disciplines in de branche en weet wanneer op wie een beroep gedaan kan worden. 4. heeft basiskennis van anatomie, fysiologie, (psycho)pathologie en van meest voorkomende medicijnen in werksituatie en medicatieveiligheid. HOUDING De student/zorgprofessional: 1. kan visie op zorg toepassen in dagelijkse werkzaamheden 2. is zich bewust van de effecten van eigen verbale, non-verbale en digitale uitingen 3. houdt rekening met persoonlijke factoren, wensen en behoeften van groepen mensen, zorgvragers en naasten 4. neemt (gedrags)regels en protocollen die horen bij de beroepsmatige verantwoordelijkheid in acht. 1. kan methodisch en systematisch handelen toepassen tijdens beroepsuitoefening 2. kan gedragspatronen meest voorkomende ziektebeelden en beperkingen herkennen 3. kan (diagnostisch) klinisch redeneren toepassen 4. kan gericht informatie verzamelen en observeren i. r. t. doelen en acties van zorg(leef)plan (op niveau zorgvrager) en daarover rapporteren en/of passende actie ondernemen 5. beheerst gesprekstechnieken luisteren, vragen stellen en samenvatten en kan zich aanpassen aan zorgvrager en niveau van communicatie 6. kan zich schriftelijk en mondeling voldoende uitdrukken 7. kan vaktaal in begrijpelijke taal omzetten 8. signaleert veranderingen in welzijns- en gezondheidstoestand van zorgvrager OPBOUW VAN DE MODULE 1. Anamnese | Diagnose en Classificatiemodellen Als zorgverlener is het belangrijk om informatie op te halen bij de cliënt. Dit doe je op verschillende manieren. Bijv. door gericht vragen te stellen aan de cliënt, maar ook door de cliënt en zijn/haar omgeving goed te observeren. 2. Klinisch redeneren Bij klinisch redeneren ga je verpleegkundige gegevens koppelen aan je kennis en ga je analyseren wat medisch gezien aan de hand zou kunnen zijn. Het vormt de kern van jouw inschattingsvermogen als zorgverlener. 3. Ziektebeelden Om goed klinisch te kunnen redeneren is het van belang dat je uitgebreide kennis hebt van ziekten en de ziekteverschijnselen. De arts stelt natuurlijk uiteindelijk de diagnose maar je moet wel mee kunnen denken en verbanden kunnen leggen. Casus voor de student Het gepensioneerde echtpaar Meyer-van Dijk, bestaande uit Marinus Meyer (82 jaar) en Christina Meyer-van Dijk (79 jaar). Na zijn pensioen is Marinus nog lang werkzaam als adviseur en coach voor zijn jongere opvolgers. Tot op de dag vandaag tref je hem in tweedelig pak met gladgestreken blouse, stropdas en blinkende manchetknopen. Christina, voorheen doktersassistent, is de levendige spil van het gezin. Zij lijkt zichzelf steeds sneller voorbij te lopen. Toen hun twee zoons, Edwin (54 jaar) en Dennis (49 jaar) zeven jaar geleden besloten om met hun gedeelde makelaarskantoor over de grens in België te gaan leven, besloot het echtpaar hun woonboerderij te ruilen voor een kleiner appartement. Niet lang nadat het echtpaar zich gesetteld heeft in het moderne appartementencomplex, krijgt Marinus last van kortademigheid. In het ziekenhuis wordt kransslagadervernauwing gediagnostiseerd. Hij krijgt een bypass en Christina cijfert zich weg bij zijn herstel. De kortademigheid houdt aan en later wordt er een zware vorm van COPD gediagnosticeerd. Als Christina op een dag constateert dat ze Marinus een overdosering Salbutamol heeft toegediend, besluit ze om hulp in te schakelen. Met wat huishoudelijke hulp kan zij zich volledig richten op de zorg voor haar man. Het groeit Christina ook boven de pet: hoe ga jij als hulpverlener het gesprek met haar aan? Casus voor de student Edwin Bos wordt 46 jaar geleden geboren op een zolderwoning in de plaatselijke volksbuurt. Zijn vader is op de dag van zijn geboorte niet thuis. Vader blijft steeds vaker en langer weg, totdat hij op een dag niet meer terugkomt. Zijn moeder zoekt haar troost in sigaretten en alcohol. Edwin groeit op zonder vader en onder de treurnis van zijn moeder. Hij is fanatiek supporter bij de plaatselijke voetbalclub en houdt er een ongezonde leefstijl op na. Eenmaal gehuwd, merkt Edwin dat zijn zicht achteruit gaat en heeft een terugkerende schimmelinfectie. Na onderzoek blijkt dat hij diabetes 2 heeft.

Waar wordt de student op beoordeeld? ‘Blije burgers, Beroepsthema Klinisch redeneren daar ga ik

Waar wordt de student op beoordeeld? ‘Blije burgers, Beroepsthema Klinisch redeneren daar ga ik voor. ’ Complexe eindopdracht Halverwege dit beroepsthema toont de student (in simulatie) aan een anamnese af te kunnen nemen. Het eindproduct is een verslag waarin de student laat zien dat zij kan klinisch redeneren met behulp van de aandachtgebieden. Opdracht Werk een verslag uit waarin je laat zien dat je kunt klinisch redeneren volgens de verschillende aandachtsgebieden. In dit verslag: - beschrijf je de casuïstiek van de zorgvrager; - werk je de casus uit volgens een aantal relevante aandachtsgebieden; - reflecteer je op je eigen handelen; - laat je zien dat je literatuur hebt bestudeerd. Je kiest zelf welke aandachtsgebieden je verder uit wil diepen en je verantwoordt waarom je een bepaald aandachtsgebied niet uitwerkt en minder relevant vindt. Criteria Goed Communicator Alle stappen klinisch redeneren zijn concreet, correct, volledig en volgens opdracht uitgewerkt Zorgverlener De student heeft alle belangrijke gegevens verzameld en heeft hierdoor een goed beeld van zorgvrager Communicator De student heeft heldere structuur in dossier aangebracht, zonder spel- en zinsfouten Voldoende Alle stappen klinisch redeneren zijn volgens opdracht uitgewerkt. De student heeft meeste belangrijke gegevens verzameld en heeft hierdoor een beeld van zorgvrager Onvoldoende Niet alle stappen klinisch redeneren zijn uitgewerkt De student heeft voldoende structuur in dossier aangebracht, er zijn weinig spel- en zinsfouten De student heeft onvoldoende structuur in dossier aangebracht en/of er zijn te veel spel- en zinsfouten De student kan gegevens niet goed analyseren en trekt geen of onjuiste conclusie. Zorgverlener De student kan de gegevens De student kan gegevens juist analyseren en trekt redelijk analyseren en trekt juiste conclusie. daarbij een conclusie die juist zou kunnen zijn. Eindopdracht Gezondheidsbevorderaar De student legt duidelijk relatie tussen vaktechnische inschattingen en kwaliteit van leven vanuit optiek zorgvrager De student legt deels relatie tussen vaktechnische inschattingen en kwaliteit van leven vanuit optiek zorgvrager De student heeft weinig gegevens verzameld en heeft hierdoor geen duidelijk beeld van zorgvrager De student legt geen relatie tussen vaktechnische inschattingen en kwaliteit van leven vanuit optiek zorgvrager

Jos Bosschaart Docent en BPV-consulent Begeleiding Verbinding

Jos Bosschaart Docent en BPV-consulent Begeleiding Verbinding

Gerrit van Arkel BPV coördinator Visie op begeleiding student naar startbekwame beroepsbeoefenaar Stageritme

Gerrit van Arkel BPV coördinator Visie op begeleiding student naar startbekwame beroepsbeoefenaar Stageritme

1 themadag en 1 collegedag per week BOL vanaf leerjaar 2 maandag Beroepsthema: Klinisch

1 themadag en 1 collegedag per week BOL vanaf leerjaar 2 maandag Beroepsthema: Klinisch redeneren Beroepsthema: Organiseren van zorg dinsdag 240 stage-uren periode woensdag donderdag vrijdag zaterdag Stage zondag Loopbaan en burgerschap Inloopcollege: Nederlands Inloopcollege: AFP Inloopcollege: Vaardigheden Individueel gesprek Stage

Pauze

Pauze

Samenwerking ‘Als je snel wilt gaan, ga alleen. Als je ver wilt komen, ga

Samenwerking ‘Als je snel wilt gaan, ga alleen. Als je ver wilt komen, ga samen. ’ Inventariseren & beantwoorden vragen Thema’s voor de volgende bijeenkomsten bijvoorbeeld: feedback op beroepsthema’s, co-creatie werkplekleren, begeleiden in de praktijk, veilig leerklimaat, begeleiding BBL-student, examinering…. Afsluiting