Lesstof leerlingen Technasium Programmeren is het schrijven van

Lesstof leerlingen Technasium

Programmeren is het schrijven van instructies voor een computer. Een computer kan niet een natuurlijke taal lezen, maar zoals we zien in figuur 1 begrijpt een computer dit wel. Dit komt omdat mensen programmeertalen hebben ontwikkelt, een programmeertaal is een soort van tussenpersoon tussen ons en de computer. We gaan in deze korte cursus focussen op Python, dit is een van de meest gebruikte programmeertalen. Figuur 1

Variabelen Als je data wilt opslaan op een computer doe je dit met een variabel. Een variabel is een datacontainer, dit is een plek waar je data in bewaard. In de meeste programmeertalen moet je aangeven wat voor type data je wilt opslaan in de variabel, dit hoeft in python echter niet. In Python maak je een variabel zo: getal = 4 fruit = “banaan” Deze 2 variabelen zijn andere datatypes, getal is een integer en fruit is een string Je kunt de data in je variabel voor van alles gebruiken, een voorbeeld hiervan is het printen van de inhoud van een variabel (zie figuur 2) Figuur 2

Datatypes zijn belangrijk omdat elk datatype anderen regels heeft. Je kunt bijvoorbeeld geen getal bij een string optellen. In figuur 3 staan enkele datatypes. Datatype informeel Datatype in programmeertalen 27, 8, 0, -12 geheel getal integer, int, Int 32, … 3. 14, -0. 9, 8. 0 gebroken getal float, real, double, … ‘p’, ‘ 8’, ‘A’, ‘%’ symbool, teken char, character, … “acht”, “ s” tekst String, string, … True, False waarheidswaarde Boolean, bool, …

Rekenkundige operatoren Hier onder staan de rekenkundige operatoren van phyton.

print Met het print commando kunnen jullie resultaten afdrukken. Zonder print krijgen jullie geen resultaten van jouw programma te zien. In figuur 3 zie je dat je ook variabelen kunt afdrukken. Je hebt dus de tekst (string) Hello World! afgedrukt en je hebt de variabele getal (integer) afgedrukt met de inhoud 5. Figuur 3

While loops Door een while loop te gebruiken kun je code uitvoeren zolang een voorwaarde waar is. Je kunt dit onder andere gebruiken om een stuk code zich een bepaald aantal keer te laten herhalen (Zie figuur 4). Figuur 4 Een belangrijk verschil tussen Python en andere codeertalen is dat in Python indentatie uitmaken. Je kunt zien in figuur 4 dat na de while-loop geopend word met een dubbele punt, de volgende regel een stuk naar rechts geschoven is. Dit kun je met TAB doen, als je dit niet doet zal je code niet uitgevoerd kunnen worden.

For loops Met een for loop kun je code zich zovaak laten herhalen als bijvoorbeeld: Regels in een tekstbestand Entiteiten in een list Letters in een string (Figuur 5) Figuur 5

For x in range(y) Range() is ook belangrijk, hiermee kun je aangeven met een nummer hoe vaak je code wilt herhalen. Zie figuur 6 Merk op dat er begonnen wordt met tellen vanaf 0, en dat er gestopt wordt op 5. Figuur 6

If/elif/else statements Met een if statement kun je checken of er aan een voorwaarde voldaan wordt, is dit zo, dan word de code in de if statement uitgevoerd. Je kunt ook else if staments toevoegen bij je if statements, dit zorgt ervoor wanneer de orginele if statement niet waar is maar de else if (elif) statement wel dat die vervolgens wordt uitgevoerd. Elif statements kunnen ook vaker achter elkaar worden uitgevoerd. Je hebt ook nog else, als er aan geen vorige voorwaarden wordt voldaan, wordt de else code uitgevoerd. Zoals je dus ziet in figuur 6, de if en de elif stament zijn niet waar, waardoor er een 3 wordt geprint. Figuur 6

Functies Hier onder staan de onderdelen van een functie met een voorbeeld erbij. Een functie kan je dus zelf maken zoals je ziet voor het halveren van een getal.

Lijsten In een lijst kun je data verzamelen. In figuur 7 heb ik verschillende soorten fruit in een lijst gezet. Elk soort fruit in deze lijst heet een entiteit. Een lijst maak je aan met [], waarin je in de haakjes zet welke entiteiten je er in wilt hebben. Je kunt entiteiten uit de lijst krijgen door lijst[x], waarin x het nummer van de entiteit die je uit de lijst wilt hebben is. Let op tellen begint bij 0.

Round Met het commando round kunnen jullie getallen afronden op een aantal decimalen naar wens. Dus je zet eerst getal of variabele vooraan en dan een komma en dan het getal op hoeveel decimalen je wilt afronden. Hier onder zien jullie een voorbeeld.