Module 4 Hoofdstuk 3 Imperatief programmeren Imperatief programmeren
- Slides: 13
Module 4 – Hoofdstuk 3 Imperatief programmeren
Imperatief programmeren • Stapsgewijs in code omschrijven wat een programma moet doen • Net als een algoritme of een PSD
If Then Else ALS leeftijd < 12 DAN toegang : = 5 euro ANDERS ALS leeftijd >= 60 DAN toegang : = 5 euro ANDERS toegang : = 10 euro EINDE-ALS EINDE-Als Vraag leeftijd Ieeftijd < 12 Ja Toegang is 5 euro Nee leeftijd >= 60 Ja Toegang is 5 euro Vertel toegang Nee Toegang is 10 euro
LUS • Herhaling of iteratie getal : = 0 ZOLANG getal < 3 getal : = getal + 1 EINDE-ZOLANG getal = 0 Zolang getal < 3 getal = getal + 1
Booleaanse expressie • De voorwaarde van een if-statement is een Booleaanse expressie • Is de voorwaarde waar (true) dan wordt de code uitgevoerd • Is de voorwaarde niet waar (false) dan wordt de code niet uitgevoerd
Boolean operators Symbool Naam Gebruik > groter-dan x > y is true als x groter is dan y >= groter-dan-of-gelijk-aan x >= y is true als x groter is dan y of net zo groot < kleiner-dan x < y is true als x kleiner is dan y <= kleiner-dan-of-gelijk-aan x <= y is true als x kleiner is dan y of net zo groot not not x is true als x false is en andersom; de Boolaanse waarde van x wordt geïnverteerd and x and y is true als x en y beide true zijn or or x or y is true als x of y true is (of als ze allebei true zijn) xor exclusive or x xor y is true als x of y true is (en niet als ze allebei true zijn)
Voorbeeld ALS leeftijd < 12 OF leeftijd >= 60 DAN toegang : = 5 euro ANDERS toegang : = 10 euro EINDE-ALS
Variabelen • Een element dat een bepaalde waarde aan kan nemen – – – Geheel getal (integer of int) Komma getal (double of float) Karakter (character of char) Waar of Onwaar (boolean of bool) Tekst (string)
Array • Een array is een geordende rij van variabelen van hetzelfde type rij_van_getallen : = [32, 59, 825, 9042] rij_van_getallen index: 0 1 2 3 waarde: 32 59 825 9042
Functies • Toepassingen – Een bepaald stuk code vaker gebruiken – Programma overzichtelijker maken
Functies • Van een functie moeten worden gedefinieerd – – De naam De parameters Het returntype De body
Functies - voorbeeld som(int getal 1, int getal 2) : int optelling : = getal 1 + getal 2 return optelling int getal. A : = som(10, 20) int getal. B : = som(getal. A, 70) int getal. C : = som(50, 50), getal. B)
Void • Gebruiken bij een functie zonder returnwaarde zeg. Hallo() : void print(“Hallo”)
- Hypothetisch imperatief
- Categorische imperatief
- Ce este imperativul
- Wiskunde havo 4 hoofdstuk 4
- Aardrijkskunde hoofdstuk 2 havo 4
- Hoofdstuk in een opera
- Exploitatiebegroting betekenis
- Wiskunde 3 havo
- Stroomkring symbolen
- De belofte van pisa samenvatting per hoofdstuk
- Noughts and crosses chapter 11 summary
- Begeleidingsstijlen leerling
- Samenvatting bespiegeling hoofdstuk 9 massacultuur
- Delphi programmeren