KOUDE OORLOG 1945 1991 HISTORISCHE CONTEXT Koude Oorlog

KOUDE OORLOG 1945 - 1991 HISTORISCHE CONTEXT

Koude Oorlog Permanente oorlogsdreiging 1945 - 1991 Verenigde Staten USSR “Kapitalistisch Westen” “Communistisch Oosten” Strijd om invloedssferen

Verenigde Staten Vrije Markt Economie: Kapitalistisch Bedrijven zijn privéeigendom van ondernemers Streven naar winst Ondernemers bepalen de productie Democratie Trias Politica Onafhankelijk sinds 1783

KARL MARX (1818 – 1883) Tweedeling in de samenleving Kapitalisten: bezitten de productiemiddelen ( dus de macht) Kapitaal Grond Kennis Proletariërs: bezitten één productiemiddel Arbeid

Kapitalisten Proletariërs Klassenstrijd Proletariërs trekken aan het kortste eind “Verellendung” Wereldcrisis van het kapitalisme Wereldrevolutie

Wereldrevolutie Dictatuur van het proletariaat (Orde herstellen door overheid, die productiemiddelen in handen heeft) Klasseloze maatschappij Overheid trekt zich langzaam terug Ideale maatschappij is aangebroken: heilstaat

“MARX” HERZIEN Sociaal-democraten Bolsjewieken Niet wachten op de revolutie, arbeiders hebben hulp nodig Niet wachten op wereldcrisis. Revolutie kan ook in economisch minder ontwikkeld land Wetten aanpassen op democratische manier (strijden voor algemeen kiesrecht) Geleidelijk het lot van de arbeider verbeteren Georganiseerde revolutie in 1 land met behulp van beroepsrevolutionairen Voorbeelden: SDAP ( nu PVDA), Voorbeeld: USSR (o. l. v. Lenin) SPD (Duitsland) en Labour (Groot-Brittannië)

RUSLAND: 1917 Tsaar : • Tsaar geen voorstander van democratie • Armoede • Verliezen WOI (slachtoffers, terreinverlies) JAN FEBRUARI - SEPTEMBER Februari Revolutie: • Tsaar afgezet • Voorlopige Regering bestuurt Rusland OKTOBER – E. V. Oktober Revolutie: • Lenin zet Voorlopige Regering aan de kant • Unie van Socialistische Sovjet Republieken opgericht (USSR)

Tsaar Nicolaas II van Rusland (met familie)

Stalin aan de macht 1928 - 1953 Vijfjarenplannen om USSR te moderniseren Collectivisatie landbouw Zware industrie krijgt voorrang Tekorten (consumptiegoederen) Totalitair Regime 1 partij Schijnprocessen en zuiveringen Strafkampen

Hamer en sikkel: samenwerking tussen industrie Rood: kleur van het communisme Bontmuts met ster: (hoge) officieren vande USSR Stars stripes: vlag van VS $: &United geld, kapitalisme Beer: Rusland of USSR Aarde: beide grootmachten verdelen aarde en landbouw in het communisme Uncle Sam: States of America

Verdeling van de wereld in invloedssferen