Hfst 7 Samenstellen van golven INTERFERENTIE van lopende

  • Slides: 16
Download presentation
Hfst 7: Samenstellen van golven INTERFERENTIE van lopende golven Toets (28/02) gaat over het

Hfst 7: Samenstellen van golven INTERFERENTIE van lopende golven Toets (28/02) gaat over het VOLLEDIGE hoofdstuk!! 1

interferentie 2 of meer bronnen komen in eenzelfde punt toe Interferentiepatroon enkel stabiel als

interferentie 2 of meer bronnen komen in eenzelfde punt toe Interferentiepatroon enkel stabiel als bronnen coherent zijn dezelfde frequentie constant faseverschil 2

Berekenen van minima en maxima A’max q . r. λ A’min q r 1

Berekenen van minima en maxima A’max q . r. λ A’min q r 1 2 als r 1 – r 2 = n. λ als golven in fase toekomen versterken elkaar: constructieve interferentie P als r 1 – r 2 = (2 n+1). λ/2 r 1 als golven in tegenfase toekomen . ‘neutraliseren’ elkaar: r. destructieve interferentie 2 λ 2 P 3

Samenstellen van golven: STAANDE golven = golfverschijnsel veroorzaakt door interferentie van 2 golven met

Samenstellen van golven: STAANDE golven = golfverschijnsel veroorzaakt door interferentie van 2 golven met gelijke frequentie f en amplitude A maar tegengestelde voortplantingsrichting 4

reflectie golf aan VAST uiteinde golf klapt om: fasesprong π 5 Bron: KUL-Pradem Everlee

reflectie golf aan VAST uiteinde golf klapt om: fasesprong π 5 Bron: KUL-Pradem Everlee

reflectie golf aan OPEN uiteinde golf weerkaatst zonder omkering: geen fasesprong 6 Bron: KUL-Pradem

reflectie golf aan OPEN uiteinde golf weerkaatst zonder omkering: geen fasesprong 6 Bron: KUL-Pradem Everlee

Staande golven op een SNAAR 7

Staande golven op een SNAAR 7

oneindig lange snaar met één vast uiteinde x 0 uitwijking deeltje op positie x

oneindig lange snaar met één vast uiteinde x 0 uitwijking deeltje op positie x op tijdstip t superpositie van de aankomende golf (G 1) en gereflecteerde golf (G 2) linkslopend fasesprong 1 e formule van Simpson A’: amplitude afhankelijk van positie van het deeltje! 8

staande golf: A’ A’ is max. deze punten noemen we BUIKEN A’ is min.

staande golf: A’ A’ is max. deze punten noemen we BUIKEN A’ is min. deze punten noemen we KNOPEN vast reflectiepunt (n=0) is altijd een KNOOP!!! (per definitie) open uiteinde? => analoog maar GEEN fasesprong π 9

staande golf op een begrensde snaar vaste reflectiepunten zijn KNOPEN 1 ste harmoniek =

staande golf op een begrensde snaar vaste reflectiepunten zijn KNOPEN 1 ste harmoniek = grondtoon 2 de harmoniek = 1 ste boventoon 3 de harmoniek = 2 de boventoon 4 de harmoniek = 3 de boventoon etc…. 10

staande golf op een begrensde snaar 11

staande golf op een begrensde snaar 11

staande golf bij één open en één vast uiteinde cf. oneindig lange snaar met

staande golf bij één open en één vast uiteinde cf. oneindig lange snaar met 1 vast uiteinde q x=0: vast uiteinde dus knoop q x=l: open uiteinde dus buik l=(2 n+1). λ/4 q twee open uiteinden cf. oneindig lange snaar met OPEN uiteinde q x=0: open uiteinde dus buik q x=l: open uiteinde dus buik l=n. λ/2 !! q 12

Staande golven in een LUCHTKOLOM 13

Staande golven in een LUCHTKOLOM 13

Staande golven in een luchtkolom q analoog aan staande golven op een snaar q

Staande golven in een luchtkolom q analoog aan staande golven op een snaar q open uiteinde = buik q gesloten uiteinde = knoop faseverschil π 1 ste harmoniek 2 de harmoniek 3 de harmoniek 4 de harmoniek 14

Staande golf in een luchtkolom met 2 open uiteinden invallende golf gereflecteerde golf (andere

Staande golf in een luchtkolom met 2 open uiteinden invallende golf gereflecteerde golf (andere richting!) A’: amplitude afhankelijk van positie van het deeltje! 15

Staande golf in een luchtkolom met 2 open uiteinden A’ q voorwaarde staande golf:

Staande golf in een luchtkolom met 2 open uiteinden A’ q voorwaarde staande golf: open uiteinden zijn buiken! q buik A’ is max. q In een buis met lengte l zal er enkel een staande golf ontstaan als er beide reflectiepunten (= open uiteinden op posities x=0 en x=l) buiken zijn, m. a. w. : 16