Oppervlaktegolven 1 Cirkelgolven en golflengte 2 Interferentie knoop

  • Slides: 14
Download presentation
Oppervlaktegolven 1. Cirkelgolven en golflengte 2. Interferentie: knoop- en buiklijnen 3. Foto interferentie in

Oppervlaktegolven 1. Cirkelgolven en golflengte 2. Interferentie: knoop- en buiklijnen 3. Foto interferentie in golfbak 4. Wegverschil en faseverschil 5. Foto leerlingen met twee luidsprekers 6. Einde © A. G. Tijmensen, Het Vlietland College Leiden 15032008

Oppervlaktegolven l Dal Berg © Het Vlietland College Leiden

Oppervlaktegolven l Dal Berg © Het Vlietland College Leiden

Twee coherente trillingsbronnen

Twee coherente trillingsbronnen

Interferentie bij twee trillingsbronnen

Interferentie bij twee trillingsbronnen

Buiklijnen en knooplijnen

Buiklijnen en knooplijnen

B A C AC = 3, 5 l en BC = 3, 5 l

B A C AC = 3, 5 l en BC = 3, 5 l Wegverschil = 0 l. Faseverschil Df = 0.

B A C AC = 3, 5 l en BC = 3, 0 l

B A C AC = 3, 5 l en BC = 3, 0 l Wegverschil = 0, 5 l Faseverschil Df = 0, 5

B A C In C komt een berg aan uit A en een dal

B A C In C komt een berg aan uit A en een dal uit B

B A C AC = 4 l en BC = 3 l Faseverschil Df

B A C AC = 4 l en BC = 3 l Faseverschil Df = 1 Wegverschil = 1 l

A B 3, 5 3 Df = 0 0, 5 1 1, 5 2

A B 3, 5 3 Df = 0 0, 5 1 1, 5 2 B K B K B 2, 5 K

A Wegverschil = 0 l, 1 l, 2 l, 3 l, enz. dan ontstaat

A Wegverschil = 0 l, 1 l, 2 l, 3 l, enz. dan ontstaat een maximum (Buik) Wegverschil = 0, 5 l, Uit A arriveert Uit A en uit B 1, 5 l 2, 5 l, en 3, 5 uit l, enz. een, berg arriveren B dan dal, ontstaat een gevolgd gelijktijdig twee minimum (Knoop) door een dal uit A bergen, gevolgd en eentwee bergdalen uit B door enz. wegverschil Beide golven. AP – BP = verzwakken versterken elkaar! B 3, 5 l K 3 l B 0 l 0, 5 l 1 l 1, 5 l 2 l 2, 5 l B K B K

Wegverschil is. . cm. 4, 0 Dat is. . 2. . l. Beide golven

Wegverschil is. . cm. 4, 0 Dat is. . 2. . l. Beide golven 5, 0 cm ………………. . versterken elkaar A P max in P Wegverschil is 1, 0 cm. Dat is 1/2 l. 11 cm Beide golven 8, 0 cm werken elkaar 6, 0 cm tegen B 7, 0 cm Q 10 cm R Wegverschil min in Q 11, 0 Maxisin Q– 5, 0 = 6, 0 cm. A en B zijn trillingsbronnen, l = 2, 0 cm Dat is 3 l. Beide golven Q? Wat ontstaat er in punt R? P? versterken Een maximum of een minimum? elkaar!

Buiklijnen: maximale amplitude, sterk geluid Knooplijnen: minimale amplitude, zwak geluid, (bijna) stilte

Buiklijnen: maximale amplitude, sterk geluid Knooplijnen: minimale amplitude, zwak geluid, (bijna) stilte

Einde

Einde