GRAMMATICA VOORZETSELVOORWERP AAN HET EINDE VAN DEZE LES

  • Slides: 7
Download presentation
GRAMMATICA VOORZETSELVOORWERP

GRAMMATICA VOORZETSELVOORWERP

AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET/KUN JE: • Wat een voorzetselvoorwerp is. •

AAN HET EINDE VAN DEZE LES WEET/KUN JE: • Wat een voorzetselvoorwerp is. • Hoe je een voorzetselvoorwerp uit een zin haalt.

WAT GAAN WE DOEN? • Ophalen kennis van de vorige grammaticales • Nakijken opdrachten

WAT GAAN WE DOEN? • Ophalen kennis van de vorige grammaticales • Nakijken opdrachten 1, 2, 11, 12, 13 (10 m) • Startopdracht • Uitleg voorzetselvoorwerp(10 m) • Maken van de opdrachten

WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN DE ZINSDELEN IN BEIDE RIJEN? LIJDEND VOORWERP VOORZETSEL VOORWERP

WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN DE ZINSDELEN IN BEIDE RIJEN? LIJDEND VOORWERP VOORZETSEL VOORWERP 1. Meneer Vrancken geeft de leerling een 1. pen. Meneer Vrancken maak melding van het incident 2. Meneer Vrancken knipt het papier. 2. Meneer Vrancken is dol op kip 3. Meneer Vrancken legt de les uit. 3. Meneer Vrancken twijfelt aan de antwoorden.

WAT IS EEN VOORZETSELVOORWERP(VZV)? 1. Een vzv lijkt veel op het lv maar begint

WAT IS EEN VOORZETSELVOORWERP(VZV)? 1. Een vzv lijkt veel op het lv maar begint altijd met een vz 2. Een vzv begint altijd met een vast voorzetsel dat hoort bij een werkwoord uit het gezegde LET OP Bestaan uit Verlangen naar Wachten op Zich schamen voor Dol zijn op Het gebruikte voorzetsel heeft altijd een figuurlijke betekenis en geeft NOOIT plaats of tijd aan Vergelijk deze zinnen maar eens: Ik wacht op mijn opa. >>wacht+op= vaste combinatie Ik wacht op het perron. >>wacht+op/achter/voor/enz

EVEN OEFENEN 1. De ijverige leerling dacht aan zijn huiswerk. 2. Hij schaamde zich

EVEN OEFENEN 1. De ijverige leerling dacht aan zijn huiswerk. 2. Hij schaamde zich over zijn schandalige gedrag. 3. Dirk verlangde naar het weekend. 4. De rechtbank heeft hem tot twintig jaar cel veroordeeld. 5. Namens de hele klas verontschuldigde hij zich voor het missen van de vergadering. 6. Ik twijfel ernstig aan zijn inzet

DE ANTWOORDEN 1. De ijverige leerling dacht aan zijn huiswerk. 2. Hij schaamde zich

DE ANTWOORDEN 1. De ijverige leerling dacht aan zijn huiswerk. 2. Hij schaamde zich over zijn schandalige gedrag. 3. Dirk verlangde naar het weekend. 4. De rechtbank heeft hem tot twintig jaar cel veroordeeld. 5. Namens de hele klas verontschuldigde hij zich voor het missen van de vergadering. 6. Ik twijfel ernstig aan zijn inzet.