HOOFDSTUK 2 SLAGEN MAKEN Les 2 Copyright 2010

HOE KOM JE AAN (MAXIMAAL) AANTAL SLAGEN? 1. INCASSEREN. 2. TOPHONNEUR(S) ERUIT. 3. LENGTESLAGEN

Slagen incasseren “ Honneurs van de korte kant eerst ”

1. SLAGEN INCASSEREN. HOE? N W O Z HEER EERST, DAN DE 6.

EERST DE BOER EN DAN DE 6. 1. INCASSEREN N W O Z

1. INCASSEREN. BEGIN MET DE HEER, DAARNA DE BOER EN DAN DE 3. N

N W O Z EERST AAS, DAN VROUW, TOT SLOT DE 6.

Slagen ontwikkelen “ Belangrijk: de leider laat beide handen samenwerken ”

3. LENGTESLAGEN ONTWIKKLEN. N W O Z AFHANKELIJK VAN HET ZITSEL, MAAR WEL DOORGAAN.

SPELEN 1 • Spel 1: Noord leider, speelsoort • Spel 2: Oost leider, speelsoort

Snijden “ niet met een mes, maar met een VORK ”.

4. SNIJDEN OP DE HEER. N W O Z LEIDER HEEFT GELUK, HEER ZIT

4. SNIJDEN OP DE HEER. N W O Z LEIDER HEEFT PECH, HEER ZIT

4. SNIJDEN OP DE VROUW. N W O Z SPEEL KLEINE HARTEN NAAR DE

4. SNIJDEN OP DE HEER. JE BENT IN ZUID, HOE TE SPELEN? N W

Spelen met een troefkleur • Vijandelijke troeven verwijderen. • Tellen troeven noodzaak. • Kleur

KAART WAARDEREN AAS = 4 PNT HEER=3 PNT VROUW=2 PNT BOER=1 PNT

PUNTEN TELLEN Hoeveel punten zitten er in deze Westhand ? (16 PUNTEN)

MINIBRIDGE • • • Na oprapen: alle spelers tellen punten. Ieder noemt kloksgewijs zijn

HUISWERK • Hoofdstuk 2 bestuderen • Hoofdstuk 2 oefeningen maken • Hoofdstuk 3 doorlezen

Slides: 27

Download presentation

HOOFDSTUK 2. SLAGEN MAKEN. Les 2 Copyright, 2010 © Cock Hoogenraad/Anneke van de Ven • Vragen vorige les – Slagen incasseren – Slagen ontwikkelen • Spelen I – Snijden – Troeftrekken – Minibridge • Spelen II

Slagen incasseren

HOE KOM JE AAN (MAXIMAAL) AANTAL SLAGEN? 1. INCASSEREN. 2. TOPHONNEUR(S) ERUIT. 3. LENGTESLAGEN ONTWIKKELEN. 4. SNIJDEN EN VOORZETTEN.

Slagen incasseren “ Honneurs van de korte kant eerst ”

1. SLAGEN INCASSEREN. HOE? N W O Z HEER EERST, DAN DE 6.

EERST DE BOER EN DAN DE 6. 1. INCASSEREN N W O Z

1. INCASSEREN. BEGIN MET DE HEER, DAARNA DE BOER EN DAN DE 3. N W O Z

N W O Z EERST AAS, DAN VROUW, TOT SLOT DE 6.

Slagen ontwikkelen “ Belangrijk: de leider laat beide handen samenwerken ”

2. TOPHONNEUR(S) ERUIT. N W O Z

2. TOPHONNEURS ERUIT. N W O Z

3. LENGTESLAGEN ONTWIKKLEN. N W O Z AFHANKELIJK VAN HET ZITSEL, MAAR WEL DOORGAAN.

SPELEN 1 • Spel 1: Noord leider, speelsoort • Spel 2: Oost leider, speelsoort SA • Spel 3: Zuid leider, speelsoort SA • Spel 4: West leider, speelsoort SA

Snijden “ niet met een mes, maar met een VORK ”.

4. SNIJDEN OP DE HEER. N W O Z LEIDER HEEFT GELUK, HEER ZIT GOED.

4. SNIJDEN OP DE HEER. N W O Z LEIDER HEEFT PECH, HEER ZIT NIET GOED.

4. SNIJDEN OP DE VROUW. N W O Z SPEEL KLEINE HARTEN NAAR DE BOER.

4. SNIJDEN OP DE HEER. JE BENT IN ZUID, HOE TE SPELEN? N W O Z

Spelen met een troefkleur • Vijandelijke troeven verwijderen. • Tellen troeven noodzaak. • Kleur geschikt als troefkleur als je samen met partner er acht of meer kaarten in hebt.

N W O Z

KAART WAARDEREN AAS = 4 PNT HEER=3 PNT VROUW=2 PNT BOER=1 PNT

PUNTEN TELLEN Hoeveel punten zitten er in deze Westhand ? (16 PUNTEN)

MINIBRIDGE • • • Na oprapen: alle spelers tellen punten. Ieder noemt kloksgewijs zijn punten. Paar met de meeste punten gaat spelen. Speler met de meeste punten is leider. Leider bepaalt speelsoort na inzien hand partner (N. B. : troef minstens 8 samen!). • Linkertegenstander leider komt uit. • Hierna legt dummy kaarten open.

HUISWERK • Hoofdstuk 2 bestuderen • Hoofdstuk 2 oefeningen maken • Hoofdstuk 3 doorlezen