Les verzorgen Theorie reptiel Reptiel of niet 1
- Slides: 11
Les verzorgen Theorie reptiel
Reptiel of niet? 1. 4. 2. 5. 3. 6.
Quiz: zoek de juiste betekenis 1. 2. 3. 4. 5. 6. Koudbloedig Cloaca Eierlevendbarend Balts Biotoop Klimaat A: Gedrag gebruikt om partners aan te trekken en overhalen tot paring. B: Leefgebied met een bepaald landschapstype. C: Ruimte waarin zowel de ei-of spermaleiders, urineleiders en dikke darm uitkomen. D: De gemiddelde toestand van het weer berekend over een langere periode (30 jaar). E: Dier produceert zelf geen warmte voor lichaamstemperatuur. F: De eieren komen meteen tijdens het leggen uit, of zeer kort erna. De jongen zijn meestal slechts omgeven door een dun vliesje.
Koudbloedig/warmbloedig benoem samen voor- & nadelen Koudbloedig Warmbloedig 2 voor- en 2 nadelen
Temperatuur regeling • Zonnebad: zo veel mogelijk warmte opnemen van de zon. Sommige soorten kunnen het lichaam plat maken om zo veel mogelijk zon op te nemen. • Bloedvaten: bloedvaten die dichterbij de huid liggen worden wijder om warmte op te nemen bij ‘t zonnen. Ze sluiten later en houden de warmte uit de buurt van de huid. • Kleur verandering: sommige soorten kunnen donkerder worden waardoor ze meer zon opnemen.
Zintuigen Gezichtsvermogen: Ontwikkeling Hagedissen Krokodilachtige en waterschildpadden Slangen Goed Slecht (beweging dichtbij wordt matig gezien. Boomslangen zien beter) Matig (beweging dichtbij wordt goed gezien maar zien niet scherp)
Zintuigen Gehoor en waarneming van trillingen: Ontwikkeling Hagedissen en overig Waterreptielen Slangen Matig tot goed (kunnen ook erg goed trillingen waarnemen) Slecht (horen enkel erg lage frequenties maar kunnen erg goed trillingen waarnemen) Hitte gevoelig orgaan: - Enkele slangen beschikken over een hitte gevoelig orgaan op hun boven- of onderlip. Met dit orgaan kunnen ze de kleinste temperatuursverandering waarnemen.
Orgaan van Jacobson • Niet bij alle reptielen even sterk ontwikkeld. • Schildpadden hebben er geen. • Het sterkst ontwikkeld bij slangen en varanen.
Voortplanting • Bevruchting vind plaats na een paring. • Vrouwtjes kunnen sperma opslaan om later nog te gebruiken. • Eierleggend. (uitzondering eierlevend barend zoals de boa contrictor) • Geen broedzorg meteen zelfstandig. (uitzondering krokodillen en bepaalde slangen) • Tweedelig geslachtsorgaan hemipenis. (uitzondering krokodillen en schildpadden, enkelvoudige penis)
Winterslaap/winterrust • Daling hartslag, ademhaling lichaamstemperatuur en spijsvertering. • Kan tot 6 maanden duren. • Stimulans voor paring, en om de aanmaak van eitjes te activeren. • Wel/niet in rust verschilt per soort
Winterslaap/winterrust Stimuleren van de rust: • Langzame afkoeling Natuurlijk instinct: • Uit zichzelf zonder extra maatregelen Risico’s: • Dier in slechte conditie • Infectie tijdens rust • Verkeerde temperatuur • Te snel of niet uit rust komen
- Sondevoeding druppels per minuut
- Supra pubis katheter
- Les limites de l'école des relations humaines
- Ik schaak slecht maar ik weet dat ik nog
- Hij is jong en hij leest niet
- Lieve vrouwke, ik kom niet om te bidden tekst
- Als je veel van iemand houdt
- Strenger straffen werkt niet
- Belastingdienst leuker kunnen we
- Wat is de functie van weefselvloeistof
- Waar of niet waar stellingen
- Niet-tastbare producten