Thema Verzorgen Theorie Vis Niveau 3 en Niveau

  • Slides: 25
Download presentation
Thema Verzorgen – Theorie Vis Niveau 3 en Niveau 4

Thema Verzorgen – Theorie Vis Niveau 3 en Niveau 4

Programma • • Warming up Doelen Theorie Aan de slag

Programma • • Warming up Doelen Theorie Aan de slag

Warming up • Pak een vel papier of vraag er een aan de docent.

Warming up • Pak een vel papier of vraag er een aan de docent. • Zet in het midden een cirkel met daarin het woord vis. • Zet hieromheen alle woorden die te maken hebben met vissen. • Maak categorieën. Probeer dus bijvoorbeeld de dingen die met aquaria te maken hebben bij elkaar te zetten. • Doe dit alleen. • Kijk wat je weet, gebruik dus geen boeken, internet of iets dergelijks.

Doelen • • Je (her)kent minimaal 6 vissoorten. Je kunt de vissen indelen volgens

Doelen • • Je (her)kent minimaal 6 vissoorten. Je kunt de vissen indelen volgens de manier van leven. Je kunt de vissen indelen volgens de plek in het aquarium. Je kunt de uitwendige onderdelen en de functies benoemen.

De orde der vissen Kent, op de insecten na, één van de rijkste variatie

De orde der vissen Kent, op de insecten na, één van de rijkste variatie in vormen en kleuren.

Vissen - families • Iedere familie heeft zijn eigen soort verzorging en aquarium nodig.

Vissen - families • Iedere familie heeft zijn eigen soort verzorging en aquarium nodig. • • Cichliden Labyrinth vissen Karperzalmen Karperachtigen Levendbarende tandkarpers Eierleggende tandkarpers Meervallen Antennebaarse Dwerggoerami Neontetra Vuurstaartlabeo Guppy Kilivisje Harnasmeerval

Vissen combineren • Niet alle vissen kunnen bij elkaar. . • Verschil in: –

Vissen combineren • Niet alle vissen kunnen bij elkaar. . • Verschil in: – – – Temperament Voedselbehoefte Behoefte aan waterkwaliteit Eisen aan de inrichting Plek in het aquarium Alleen of in scholen

Levenswijze Scholenvissen Paarsgewijs Solitair Territoriumvormend

Levenswijze Scholenvissen Paarsgewijs Solitair Territoriumvormend

Staartvorm Aan de vorm en de plaatsing van de vinnen kan veel worden afgeleid

Staartvorm Aan de vorm en de plaatsing van de vinnen kan veel worden afgeleid over de levenswijze van een vis. Koraalduivel

Staartvorm Gevorkt: meestal bij onafgebroken snel zwemmende soorten Halvemaanvorm: ook bij onafgebroken snel zwemmende

Staartvorm Gevorkt: meestal bij onafgebroken snel zwemmende soorten Halvemaanvorm: ook bij onafgebroken snel zwemmende soorten Gekarteld: bij traag zwemmende soorten, die plotseling snel kunnen wegschieten Afgeknot: meestal traag zwemmende soorten, die enkele snelle bewegingen kunnen maken. Gerond: het meest voorkomend bij heel traag zwemmende soorten. Puntig: bij sommige traag zwemmende soorten en gekweekte soorten.

Lichaamsvorm De lichaamsvorm verraad het biotoop (=leefomgeving) van de vis. Door het biotoop van

Lichaamsvorm De lichaamsvorm verraad het biotoop (=leefomgeving) van de vis. Door het biotoop van een vissensoort te weten kunnen we hiermee rekening houden bij de verzorging en inrichting van het aquarium.

Lichaamsvorm Schijfvormig De hoge rug en de zijdelings afplatting van deze discus vis is

Lichaamsvorm Schijfvormig De hoge rug en de zijdelings afplatting van deze discus vis is een aanpassing aan traagbewegend en stilstaand water. Deze vissen leven meestal tussen planten e. d. Discusvis Maanvis

Lichaamsvorm Van onderen afgeplat Deze lichaamsvorm stelt bodemvissen in staat om hun voedsel langs

Lichaamsvorm Van onderen afgeplat Deze lichaamsvorm stelt bodemvissen in staat om hun voedsel langs de bodem te zoeken. Pantsermeerval

Lichaamsvorm Van boven afgeplat Een vis met de rug in een rechte lijn kan

Lichaamsvorm Van boven afgeplat Een vis met de rug in een rechte lijn kan dicht onder de oppervlakte zwemmen en vindt daar ook zijn voedsel. Bijlzalm

Lichaamsvorm Cilinder/torpedovorm Dit is een aanpassing aan snelstromend water. Zebrabarbeel

Lichaamsvorm Cilinder/torpedovorm Dit is een aanpassing aan snelstromend water. Zebrabarbeel

Lichaamsvorm Aalvorm Vissen die zich af en toe in de bodem woelen hebben een

Lichaamsvorm Aalvorm Vissen die zich af en toe in de bodem woelen hebben een lint -achtige, slang-achtige of wormachtige vorm. Indische modderkruiper

Bekvorm De bekvorm is een aanpassing aan de manier van zichzelf voeden. We kunnen

Bekvorm De bekvorm is een aanpassing aan de manier van zichzelf voeden. We kunnen aan de bekvorm zien of een dier zich boven, midden of op de bodem voedt.

Bekvorm Bovenstandige bek Hiermee kunnen ze hun voedsel van de oppervlakte pakken. Natuurlijk zal

Bekvorm Bovenstandige bek Hiermee kunnen ze hun voedsel van de oppervlakte pakken. Natuurlijk zal in veel gevallen ook de lichaamsvorm zijn aangepast. Blauwe spat

Bekvorm Eindstandige bek Deze vissen vinden het voedsel recht voor zich. Kardinaal tetra

Bekvorm Eindstandige bek Deze vissen vinden het voedsel recht voor zich. Kardinaal tetra

Bekvorm Onderstandige bek Deze vissen zoeken hun voedsel op/in de bodem. In deze groep

Bekvorm Onderstandige bek Deze vissen zoeken hun voedsel op/in de bodem. In deze groep vinden we ook veel algeneters. Barbeel Steur

Anatomie van een vis

Anatomie van een vis

Functie van de vinnen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Borstvin

Functie van de vinnen 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Borstvin Staartvin Aarsvin Buikvin Rugvin Vetvin Zijlijn Kieuwdeksels Gonopodium 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Sturen Krachtbron, voortstuwen Horizontaal houden Sturen, evenwicht bewaren Horizontaal houden Niet bekend Zintuig bij vissen Bedekt de kieuwen Vervormde aarsvin (geslachtsapparaat bij guppy)

Zintuigen Reuk Zijlijnorgaan Vissen kunnen goed ruiken. Vier Neemt trillingen in het water waar.

Zintuigen Reuk Zijlijnorgaan Vissen kunnen goed ruiken. Vier Neemt trillingen in het water waar. “neusgaten”. Water stroomt in en uit. Hiermee kan een vis navigeren in het water. Temperatuur Kan temperatuursveranderingen zeer goed waarnemen (0, 05 ◦C) Beinvloed: - Stofwisseling - Zintuigactiviteit - Gedrag Gehoor Geen echt gehoororgaan. “orgaan van Weber” Geluidsgolven en drukveranderingen Smaak Vissen kunnen zoet, zuur, zout en bitter onderscheiden Zicht Ogen kunnen nauwelijks bewegen, hoofd kan niet gedraaid worden. Bewegingen wordt het best waargenomen

Ademhaling Kieuwademhaling Zuigt water de mond in en dit komt via de kieuwen er

Ademhaling Kieuwademhaling Zuigt water de mond in en dit komt via de kieuwen er weer uit. In de kieuwspleten lopen bloedvaten met maar een dun vliesje waardoor de zuurstof het bloed binnen dringt. Darmademhaling Lucht inslikken en via gasuitwisseling in de darmen zuurstof opnemen. Labyrint ademhaling Lucht happen aan het oppervlakte. Via het labyrinthorgaan (holte boven de kiewen) wordt zuurstof opgenomen uit de lucht. Huidademhaling Via de huid kunnen sommige vissen ook zuurstof uit het water opnemen

Aan de slag Deze taak doe je individueel. Zorg wel - dat je niet

Aan de slag Deze taak doe je individueel. Zorg wel - dat je niet afgeleid raakt door anderen - dat je anderen niet afleid - als het echt nodig is je hulp vraagt / hulp bied aan anderen 1. Lees de tekst in de bundel Theorie Vis. 2. Aan het einde van de tekst staan vragen. Maak deze vragen. 3. Controleer de antwoorden met het nakijkmodel.