Sociale systemen en gezinssystemen opdracht http welzijn angerenstein

  • Slides: 11
Download presentation
Sociale systemen en gezinssystemen

Sociale systemen en gezinssystemen

opdracht • http: //welzijn. angerenstein. nl/bronnen/file/800 e 7 db 7 -c 444 -4 d

opdracht • http: //welzijn. angerenstein. nl/bronnen/file/800 e 7 db 7 -c 444 -4 d 648 b 5 a-0 bdde 84 c 431 a • Opdracht 2.

Systeem gericht werken • Mens wordt niet alleen als individu gezien, maar als onderdeel

Systeem gericht werken • Mens wordt niet alleen als individu gezien, maar als onderdeel van verschillende systemen. • Als beroepskracht werk je met verschillende systemen. - Client (individueel systeem) - Zijn ouders (subsysteem) - Het gezin (gezinssysteem) - De familie (familiesysteem) - Omgeving (buurt, school, werk) De systemen beïnvloeden elkaar, dus ook jouw werk als beroepskracht.

Sociale systemen • Zingeving: Een belangrijke voorwaarde om een sociaal systeem vorm te geven

Sociale systemen • Zingeving: Een belangrijke voorwaarde om een sociaal systeem vorm te geven en in stand te houden. Zingeving maakt het sociale systeem zinvol voor haar leden.

Vier voorwaarden • Om de zingeving optimaal vorm te geven, is het belangrijk dat

Vier voorwaarden • Om de zingeving optimaal vorm te geven, is het belangrijk dat het systeem aan 4 voorwaarden voldoet: - De doelen moeten door de leden begrepen en gezamenlijk gedragen worden - De grenzen moeten voor alle leden duidelijk zijn en door iedereen gerespecteerd worden - De structuur en hiërarchie (rangorde) binnen de groep moet duidelijk zijn voor alle leden. - De leden moeten voldoende energie en vaardigheden hebben om aandacht aan het doel, de grenzen en de structuur te kunnen besteden.

Zelfregulering • Het handhaven vaak ongeschreven regels. Als een grens overschreden wordt door 1

Zelfregulering • Het handhaven vaak ongeschreven regels. Als een grens overschreden wordt door 1 van de leden bepaalt de groep wat er moet gebeuren. ( zie voorbeeld 5. 1 )

Gezinssystemen • Eigenschappen van het gezinssysteem: - Ieder gezin heeft zijn eigen manier van

Gezinssystemen • Eigenschappen van het gezinssysteem: - Ieder gezin heeft zijn eigen manier van omgaan met elkaar en unieke, eigen gedragspatronen. ( verjaardagen vieren, vakantie, tijdsbesteding, eten enz ) - Gezinssysteem is pas zinvol voor gezinsleden als ze onderlinge verbondenheid en steun ervaren. - Hechte onderlinge relatie en duidelijke structuur zorgen voor een gezond evenwicht. - Duidelijke taakverdeling en verantwoordelijkheid. ( ouders voeden op, kinderen worden opgevoed ). - De gedragspatronen binnen het gezin bepalen de mate waarin het in staat is om goed te reageren op veranderingen.

Soorten gezinssystemen • • • Eenoudergezin Gezinnen met een stiefmoeder of stiefvader Samengestelde gezinnen

Soorten gezinssystemen • • • Eenoudergezin Gezinnen met een stiefmoeder of stiefvader Samengestelde gezinnen Homoseksuele vaders of lesbische moeders met kinderen Gezinnen met inwonende grootouders of andere familieleden Vul maar aan…….

Wat speelt een rol in gezinssystemen • Liefde • Geborgenheid • Regels • Afspraken

Wat speelt een rol in gezinssystemen • Liefde • Geborgenheid • Regels • Afspraken • Verantwoordelijkheid voor elkaar • Verzorging en opvoeding • Inkomsten Dit speelt allemaal een rol bij het functioneren en in standhouden van het systeem.

Draagkracht/draaglast • Een ouder die zijn kinderen alleen moet opvoeden is sneller overbelast en

Draagkracht/draaglast • Een ouder die zijn kinderen alleen moet opvoeden is sneller overbelast en kwetsbarder door bijvoorbeeld ziekte of werkeloosheid. • Een samengesteld gezin begint met een wankel evenwicht • Roze gezinnen hebben soms te maken met negetieve meningen van de buitenwereld.

Specifieke gezinskenmerken • Gezinnen met een sterk wij-gevoel. Dan hebben de gezinsleden een goede

Specifieke gezinskenmerken • Gezinnen met een sterk wij-gevoel. Dan hebben de gezinsleden een goede relatie met elkaar, de sfeer is positief. • Een kluwengezin: Teveel onderlinge emotionele betrokkenheid in het gezin. • Een disharmonisch gezin: Veel conflicten. Het wij-gevoel is minimaal. • Loszandgezin: Gezin met weinig emotionele betrokkenheid. • Gesloten gezin: Erg op het eigen systeem gericht, weinig relaties buiten het gezin • Open gezin: Veel contact mensen uit andere sociale systemen.