SCHOOL EN OMGEVING WOOLDERSCHOOL HENGELO LESDOEL De leerlingen

SCHOOL EN OMGEVING WOOLDERSCHOOL HENGELO

LESDOEL De leerlingen leren dat Hengelo wordt gezien als een (voormalige) industriestad en welke invloed de industrie heeft gehad op de wijk/omgeving.

Hengelo Na 1900 ontwikkelt Hengelo zich in de industrie. Grote fabrikanten zorgden voor werk, scholing, woningen en vrije tijd van arbeiders en families. Zo was er het Tuindorp, dat naar idee van Stork en zonen is gebouwd. Er kwam een volledig dorp met verschillende soorten woningen en inwoners van alle standen. Doordat de stad in het verleden veel werkgelegenheid bood aan metaalindustrie heeft Hengelo de bijnaam 'metaalstad' gekregen.

HET TUINDORP Met de aanleg van Tuindorp 't Lansink werd begonnen op instigatie van Charles Theodorus Stork, die ten eerste vond dat de arbeiders die werkzaam waren bij Stork fatsoenlijk moesten worden gehuisvest. In de tweede plaats moest de Hengelose woningvoorraad onder invloed van de groeiende industrie sterk worden uitgebreid. Het was de uitdrukkelijke bedoeling dat in de wijk minderbedeelden en vermogenden min of meer naast elkaar zouden wonen. Het grootste deel van Tuindorp 't Lansink is een van beschermd dorpsgezicht.

HET PAKKET Jullie gaan in vier groepen (van zes leerlingen) een wandeling door Tuindorp maken. Jullie krijgen per groepje een pakket. Dit pakket bestaat uit: • klembord met een plattegrond (voor- en achterkant) • blad met genummerde foto’s, • vier A 4 -tjes met de beschrijving van de belangrijkste gebouwen/bezienswaardigheden in Tuindorp • notitieblok. • Een watervaste stift (permanent marker) • Een pen

DE OPDRACHT Jullie moeten de route volgen die op jullie kaart staat uitgetekend. Op de achterkant staat een gedetailleerdere kaart, hier kunnen jullie ook gebruik van maken. Zoek tijdens het lopen van de route naar de genummerde foto’s die op het tweede geplastificeerde blad staan. Schrijf met de watervaste stift het nummer van de foto (of foto’s, het kunnen er meerdere zijn) op de juiste plek op de kaart. Zoek de juiste beschrijving (bij de vier A 4’tjes met de beschrijving van de belangrijkste gebouwen/bezienswaardigheden) bij de foto. Zet het nummer van de foto (of foto’s, het kunnen er meerdere zijn) in de eerste kolom. Schrijf op het notitieblok (met pen!) wat jullie opvalt m. b. t. : 1. De huizen. Is er verschil tussen de huizen, kun je verschil zien met wanneer ze gebouwd zijn? Zijn de woningen groot of klein…verschillen de woningen erg van elkaar of lijken ze juist op elkaar? ) 2. Kunst. Zijn er kunstwerken in de wijk te vinden of monumenten? 3. Natuur. Is er groen in de wijk? Wat zie je aan groen? Zie je dit overal in de wijk? 4. Voorzieningen/accommodaties. Bijvoorbeeld een school, winkel, speeltuin, bibliotheek of buurtcentrum.

VAARDIGHEDEN Vaardigheden die leerlingen nodig hebben: kaartlezen, aandachtig kunnen kijken naar de omgeving, zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht en als verkeersdeelnemer.

GROEPEN Groep 1 Groep 2 Groep 3 Groep 4 Stan Merente Sophie Isa Max Marit Nout Pien Anne-Roos Koen Menno Mila Christien Nick Cathelijne Naomi Madelief Tom Jort Jesper Loes Joshua Bram Hugo