Wegwijs Groep 8 Thema 2 Weer en verkeer

  • Slides: 9
Download presentation
Wegwijs • Groep 8 • Thema 2 Weer en verkeer Introductieles: 30 minuten Zelfstandig

Wegwijs • Groep 8 • Thema 2 Weer en verkeer Introductieles: 30 minuten Zelfstandig werken: 90 minuten Afsluiting: 30 minuten. presenteren

Doelen: • • Voorkennis activeren m. b. t. de invloed van het weer. (mist,

Doelen: • • Voorkennis activeren m. b. t. de invloed van het weer. (mist, regen, wind of sneeuw) Activeren van de voorkennis m. b. t. de maatregelen die ze kunnen nemen of waar je extra op moet letten als fietser in mist, regen, wind of sneeuw. Weten welke fietsonderdelen bij mist, regen, gladheid en storm extra belangrijk zijn. Weten aan welke technische en wettelijke eisen een veilige fiets moet voldoen. Een fiets kunnen ontwerpen die voldoet aan een doel dat gerelateerd is aan de veiligheid van de fietser. Opdracht 1 Uitleg kunnen geven over het ontwerp van je fiets en daarbij de koppeling kunnen leggen tussen hun ontwerp en de veiligheid van de fiets. Opdracht 1 Aan kunnen geven welke ontwikkeling een bepaald fietsonderdeel in de tijd heeft doorgemaakt en tevens in hoeverre deze ontwikkeling een bijdrage levert aan de veiligheid van de fiets. Opdracht 2 Een bepaald onderdeel kunnen repareren of vervangen en aan anderen uitleggen waarom dit belangrijk is en hoe dit moet. Opdracht 3

Introductieles • Nodig: • Rood en groen potlood • Kopieerblad 49 v Weer en

Introductieles • Nodig: • Rood en groen potlood • Kopieerblad 49 v Weer en verkeer v De veilige fiets → Bedenk hierbij 3 woorden. Per tweetal maak je het kopieerblad (woordslang) rondom de onderwerpen. De laatste letter van het ene woord is de eerste letter van het volgende woord. Bijvoorbeeld: fiets-slot-trapper (fietslotrapper) Elk hokje staat voor een kilometer. Het groepje dat de meeste woordenkan bedenken heeft de meeste kilometers afgelegd en wint het spel. Je krijgt hiervoor 5 minuten de tijd.

→ Kleur de woorden die met veiligheid te maken hebben rood. → Kleur de

→ Kleur de woorden die met veiligheid te maken hebben rood. → Kleur de woorden die met verkeersregels te maken hebben groen. Sommige woorden kunnen dus zowel rood als groen gekleurd worden. Je krijgt hier twee minuten de tijd voor. → Verwoord waarom je sommige woorden rood hebt gekleurd en anderen groen. → Welke maatregelen kunnen fietsers voorhun veiligheid nemen bij weersomstandigheden als: • Mist • Sneeuw • Harde wind • Regen

 • We gaan werken aan opdrachten rond de veiligheid van de fiets in

• We gaan werken aan opdrachten rond de veiligheid van de fiets in relatie tot het weer. • De leerkracht is doorslaggevend bij het maken van de groepjes. • Groepjes die rustig samenwerken kunnen dit in het vervolg wellicht weer doen. Groepjes die veel geluid maken en niet taakgericht zijn komen de keer erop in een ander groepje.

Opdracht 1 (groepjes van 2 leerlingen) • • Je ontwerpt een fiets met bepaalde

Opdracht 1 (groepjes van 2 leerlingen) • • Je ontwerpt een fiets met bepaalde bedoeling. Aan de hand van suggesties bepaal je zelf het doel waarvoor de fiets ontworpen wordt. Het onderwerp moet aansluiten bij het thema: de veilige fiets. Het ontwerp kan zowel in het platte vlak als driedimensionaal worden uitgewerkt. Vervolgens schrijf je een verantwoording. Nodig: Kopieerblad 51 en 53 Kopieerblad 149 tot en met 167 (verkeersregels) Materiaal voor het maken van het ontwerp Schetspapier Kleurpotloden Ontwerp een fiets: • die vooral in het donker goed te zien is. • Waar je makkelijk af kunt stappen. • Waarop je veel bagage kunt meenemen en die toch veilig is! • Waar kinderen veilig achterop kunnen zitten. Op kopieerblad 155 staan met verplichte onderdelen op een fiets.

Opdracht 2 (groepjes van 2 leerlingen) • • Je maakt een tijdbalk waarin de

Opdracht 2 (groepjes van 2 leerlingen) • • Je maakt een tijdbalk waarin de ontwikkeling van de fiets centraal staat. Het gaat hierbij om een fietsonderdeel dat het fietsen veiliger heeft gemaakt. Het is de bedoeling dat de tijdbalk verdeeld wordt in verschillende tijdvakken. Elk tijdvak kent de volgende onderdelen: jaartal – afbeelding – toelichting. In de toelichting schrijf je de veranderingen die het fietsonderdeel in de loop der tijd heeft doorgaan. Verder geef je aan wat je vindt van deze veranderingen in relatie tot de verkeersveiligheid. Nodig: - Kopieerblad 155 - Stroken karton - Tekenpapier - Kleurpotloden/stiften - Lijm/plakband www. velorama. nl www. rijwiel. net www. oudefiets. nl www. fietsrai. nl

Opdracht 3 (groepjes van 2 leerlingen) • - Je maakt een stripverhaal over: Hoe

Opdracht 3 (groepjes van 2 leerlingen) • - Je maakt een stripverhaal over: Hoe je controleert of een fietsonderdeel in orde is. Hoe je een fietsonderdeel kunt repareren Hoe je een fietsonderdeel kunt vervangen als het stuk is. Je legt aan de andere kinderen uit hoe je een fietsonderdeel kunt controleren, repareren of vervangen. Het gaat vooral om de techniek: hoe werkt het en hoe repareer je het als het stuk is? Bijvoorbeeld: Repareren van de verlichting Vervangen van remblokjes Batterijen van het achterlicht vervangen Afstellen van de handrem Nodig: v Kopieerblad 57 v Kopieerblad 149 tot en met 167 v Kladpapier v Tekenspullen Denk vooraf goed na. Ga naar de plaatselijke fietsenmaker voor informatie. Ga naar de bibliotheek. (David Macaulay, Over de werking van de kurkentrekker en andere machines, ISBN 9026923430) Op internet kijken.

Presentaties • De presentaties duren bij elkaar zo’n 30 minuten. • Je hebt ongeveer

Presentaties • De presentaties duren bij elkaar zo’n 30 minuten. • Je hebt ongeveer 5 minuten de tijd om je werk te presenteren aan de groep. Opdracht 1 en 2: Verwoord met welk doel de fiets ontworpen is. Vind de rest het ontwerp geslaagd en veilig? Voldoet de fiets aan de technische en wettelijke eisen? Tijdbalk: Wat is de belangrijkste ontwikkeling geweest als het gaat om veiligheid. Opdracht 3: Vertel over je bevindingen. Geef je ervaringen aan. In hoeverre denk je dat de kinderen nu een fietsonderdeel kunnen controleren, repareren of vervangen.