Jesaja 56 en 57 Aannemen of afwijzen Achtergrond

Jesaja 56 en 57 Aannemen of afwijzen?

Achtergrond informatie Jesaja 49 -57 God komt in de persoon van de Knecht des HEEREN. Jesaja 53 het werk van verlossing door de Knecht Jesaja 54 de gevolgen ervan voor Israël. Jesaja 55 aanbod van het heil aan alle mensen, vers 6 Zoekt de HEERE terwijl Hij zich laat vinden; roept Hem aan terwijl Hij nabij is. Laat de goddeloze zijn weg verlaten …

Tweeërlei respons Jes 56: 1 -9 respons van gelovige heidenen Jes 56: 10 – 57: 13 respons van ongelovige Joden Slot: Jes 57: 14 -21 vrede, vrede voor hem die verre, en voor hem die nabij is. Het is de conclusie van Jes 49 -57, tegelijkertijd een inleiding voor Jes 58 -66.

Twee doelen Jes 42 verbond voor het volk en licht voor de volken Jes 49 na de verwerping van de Knecht: licht voor de volken en daarna verbond voor het volk. Uitleg Rom 11: het heil is nu tot de volken gekomen door de val van Israel, maar in de toekomst zal het heil komen door de aanneming van Israël.

Enten van olijftakken

resultaat

Romeinen 11 Heil tot de volken door de val van Israël: de tijd van de Gemeente Heil tot de volken door de aanneming van Israël: het duizend jarige vrederijk.

Mat 8: 10 -12 Voorwaar, Ik zeg u, zelfs in Israël heb Ik zulk een groot geloof niet gevonden. Maar Ik zeg u, dat velen zullen komen van oost en west en met Abraham, en Izaäk, en Jakob zullen aanliggen in het koninkrijk der hemelen; en de zonen van het koninkrijk zullen worden uitgeworpen in de buitenste duisternis; daar zal het wenen zijn en het knarsen der tanden …

Lukas 13: 24 -30 Strijd om in te gaan door de nauwe deur want velen, zeg Ik u, zullen trachten in te gaan, en het niet te kunnen. Nadat de heer des huizes is opgestaan en de deur gesloten heeft, zult gij beginnen buiten te staan en aan de deur te kloppen en te zeggen: Heer, doe ons open, en Hij zal antwoorden en tot u zeggen: Ik weet niet, vanwaar gij zijt. … En zie, er zijn laatsten, die de eersten zullen zijn; en er zijn eersten, die de laatsten zullen zijn.

Jesaja 56: 1 Zo zegt de HEERE: Onderhoudt het recht en doet gerechtigheid, want Mijn heil staat gereed om te komen en Mijn gerechtigheid om zich te openbaren. Hier vinden we alle elementen van het verbond! Jer 31, 2 Kor 3, Hb 8

Jesaja 56: 2 Welzalig de sterveling die dit doet, en het mensen-kind dat daaraan vasthoudt, die acht geeft op de sabbat, zodat hij hem niet ontheiligt, en acht geeft op zijn hand, zodat zij niets kwaad doet. De sterveling? Het mensenkind? Wat zijn de grenzen van het verbond?

Het oude verbond

Het nieuwe verbond

Jesaja 56: 3 Laat de vreemdeling die zich bij de HEERE gevoegd heeft, niet zeggen: De HEERE heeft mij geheel en al van Zijn volk gescheiden; laat de ontmande niet zeggen: Zie, ik ben maar een dorre boom. De grenzen van het verbond is niet meer Israël! Zelfs eunuchs (Dt 23) mogen volwaardig mee …

Gen 49: 22 zijn takken lopen over de muur

Eunuch (Hd 8: 27)

Teken van het verbond

Jesaja 56: 4, 5 Want zo zegt de HEERE over de ontmanden die Mijn sabbatten in acht nemen, verkiezen wat Mij behaagt, en vasthouden aan Mijn verbond: Ik zal hun in Mijn huis en binnen Mijn muren een plaats en een naam geven, beter dan die van zonen en dan die van dochters; een eeuwige naam zal Ik ieder van hen geven, een naam die niet uitgewist zal worden.

Jesaja 56: 9 – 57: 21 Hebr 2: 3, 4 Hoe zullen wij ontkomen, als wij zo’n groot behoudenis veronachtzamen, Mat 8: 12 de zonen van het koninkrijk zullen worden uitgeworpen in de buitenste duisternis; daar zal het wenen zijn en het knarsen der tanden … Zach 13: 8 In het gehele land, luidt het woord des HEEREN, zullen twee derden uitgeroeid worden, en de geest geven, maar een derde zal daarin overblijven.

De Assyriërs (vs 9) De tuchtroede van God over de afvallige Joden is de Assyriërs (Jes 10). Hier worden zij genoemd: de dieren van het veld, de dieren in het woud (Jes 56: 9), Gods oordeel is rechtvaardig, dat blijkt uit de volgende verzen:

Valse leiders (9 -12) Zij zijn allemaal blinde wachters: herkennen de antichrist niet Zij zijn laf als stomme honden die niet kunnen blaffen Zij zijn lui: dromend liggen zij neer, zij hebben de sluimering lief Zij zijn egoïstisch: vraatzuchtig, kennen geen verzadiging Zij zijn nietswaardige herders die de kudde niet kennen maar alleen geïnteresseerd in eigen gewin

Lust (h. b. G. ), vs 11, 12

Martelaars (57: 1, 2) vgl Ps 12: 2, Mi 7: 2

Afgoderij en overspel (vs 38)

Moloch (vs 9)

Gezant (vs 9 b)

Hoog en verheven (57: 15)