REKENEN PERIODE 2 VERHOUDINGEN Judith Iedema TOETSWEEK Vandaag

  • Slides: 12
Download presentation
REKENEN PERIODE 2: VERHOUDINGEN Judith Iedema

REKENEN PERIODE 2: VERHOUDINGEN Judith Iedema

TOETSWEEK * Vandaag toetsen inkijken

TOETSWEEK * Vandaag toetsen inkijken

PERIODE 2 * Verhoudingen: Les 1: Breuken, procenten en decimalen Les 2: Rekenen met

PERIODE 2 * Verhoudingen: Les 1: Breuken, procenten en decimalen Les 2: Rekenen met procenten in dagelijkse situaties Les 3: Verhoudingen Les 4: Rekenen met verhoudingen in dagelijkse situaties * Meten en Meetkunde: Les 1: Schaal

WEEKPLANNING PERIODE 2

WEEKPLANNING PERIODE 2

LES 1: VERHOUDINGEN Doel van deze les: Berekeningen maken met breuken en procenten in

LES 1: VERHOUDINGEN Doel van deze les: Berekeningen maken met breuken en procenten in contextsituaties. Jullie oefenen: • het herkennen van een verhoudingssituatie aan de hand van de beschrijving en het geven van een alternatieve beschrijving. • het uitvoeren van procentberekeningen waarbij je een percentage van een deel berekenen.

BELANGRIJKE BEGRIPPEN Procent Een honderdste deel. Honderd procent schrijf je als 100%. Je zegt

BELANGRIJKE BEGRIPPEN Procent Een honderdste deel. Honderd procent schrijf je als 100%. Je zegt ook wel ‘een percentage van honderd’. Hoeveel procent is dan de breuk 1/20? En welk kommagetal hoort hier bij?

FORMULES % 1. Een percentage van een bedrag. (ook bij prijs verhogen/verminderen) Formule: (totaal

FORMULES % 1. Een percentage van een bedrag. (ook bij prijs verhogen/verminderen) Formule: (totaal : 100) x percentage = Voorbeeld: Hoeveel is 8, 2% van € 225, - (225 : 100) x 8, 2 = € 18, 45 2. Een gedeelte van een geheel uitrekenen. Formule: (Deel : Geheel) x 100 = Voorbeeld: Hoeveel is € 40, - in procenten van € 200, -? (40 : 200) x 100 = 20% 3. Een groeipercentage uitrekenen. Formule: (Nieuw – Oud) : Oud x 100 = Voorbeeld: Een bedrag van € 225, - wordt vermeerderd tot € 325, -. Wat is de toename in procenten? (325 – 225) : 225 x 100 = 44, 44% !! Geen paniek: als er een getal uit komt onder de 0 (bijvoorbeeld -15), dit betekent dat er geen groei is maar een daling van 15%

BIJ HET OPLOSSEN VAN EEN % SOM Belangrijk: om wat voor soort procentsom gaat

BIJ HET OPLOSSEN VAN EEN % SOM Belangrijk: om wat voor soort procentsom gaat het? Er is een verschil tussen: 234 van de 1300 mensen heeft een iphone, hoeveel % is dit? 34% van 1300 mensen heeft een iphone, hoeveel mensen zijn dit? In 2015 hebben 1300 mensen een iphone, in 2016 1500 mensen. Met hoeveel % is dit toegenomen?

OEFENEN 586, 50 527, 85 Vrijdag betaal je: Euro 690 6, 90 103, 50

OEFENEN 586, 50 527, 85 Vrijdag betaal je: Euro 690 6, 90 103, 50 690: 100 x 15% = 103, 50. 690 – 103, 50 = 586, 50 % 100% 15% 690 – 103, 50 = 586, 50 Zaterdag betaal je: Euro 586, 50 5, 865 58, 65 586, 50: 100 x 10% =58, 65. 586, 50 -58, 65 = 527, 85 % 100% 10% 586, 50 -58, 65 = 527, 85

ZELF OEFENEN 99, 92 89, 93 28% Snap je procenten goed? Gebruik de formules

ZELF OEFENEN 99, 92 89, 93 28% Snap je procenten goed? Gebruik de formules Vind je het lastig? Gebruik een verhoudingstabel. Stap 1 is altijd ‘welk getal is 100%) Euro % 100%

45 Om 8 uur te berekenen: 10 uur is 40% minder dan 8 uur.

45 Om 8 uur te berekenen: 10 uur is 40% minder dan 8 uur. 10 uur is dus 60% Passagier 45 s Dus: 45 passagiers : 60 x 100 = 75 passagiers om 8 uur % 12 uur berekenen: 12 uur is 35% meer dan 10 uur. Dus 45 : 100 x 135 = 60, 75 = 61 passagiers 60% 0. 75 75 1% 100% Passagie rs 45 0, 45 60, 75=61 % 100% 1% 135%

AAN DE SLAG! (HUISWERK VOLGENDE WEEK!) Verhoudingen 3 f: Les 1: Breuken, procenten, decimalen

AAN DE SLAG! (HUISWERK VOLGENDE WEEK!) Verhoudingen 3 f: Les 1: Breuken, procenten, decimalen * Som 11 t/m 20 + lestoets 1 Klaar? Kiezen uit: - Werkblad examensommen % - Begin maken met les 2