Meetonzekerheden bij opgaven zonder meetnauwkeurigheden Meetonzekerheden bij opgaven
Meetonzekerheden bij opgaven zonder meetnauwkeurigheden
Meetonzekerheden bij opgaven zonder meetnauwkeurigheden – Meetwaarden zonder meetnauwkeurigheden. – Je moet zelf een meetnauwkeurigheid bepalen. • Gemeten waarde: m = 8 kg – Geen getal achter de komma – Absolute meetonzekerheid : ∆m = 0, 5 kg – Procentuele meetonzekerheid: • x 100 % = 6, 25 % = 6 %
• Gemeten waarde: I = 9, 00 x 10 -3 A – 2 getallen achter de komma – Absolute meetonzekerheid : ∆I = 0, 005 x 10 -3 A – Procentuele meetonzekerheid: • x 100 % = 0, 06 %
Meetonzekerheden bij berekeningen van practica. Optellen en aftrekken. Kwadratenregel: ∆y 2 = x 12 + x 22 = absolute meetonzekerheid Vermenigvuldigen en delen • x 100 % = x 100 % + x 100 % = procentuele meetonzekerheid
Voorbeeld: berekening van de dichtheid. • Formule: p = = • m = 41 g, V 2 = 36, 8 m. L, V 1 = 42, 6 m. L • Om het volume te bepalen van het voorwerp moet je bij de onderdompel-methode 2 x het volume aflezen. • Je hebt nu 2 x een afleesfout, dus moet je de kwadratenregel gebruiken om de meetonzekerheid uit te rekenen.
Meetonzekerheid bij het aflezen van een maatcilinder: • V 2 = 36, 8 m. L -> ∆V 2 = 0, 3 m. L (0, 3 = schatten) • V 1 = 42, 6 m. L -> ∆V 1 = 0, 3 m. L • Vvoorwerp = 42, 6 – 36, 8 = 5, 8 m. L • • • Toepassen kwadratenregel: ∆V 2 voorwerp = ∆V 22 + ∆V 21 ∆V 2 voorwerp = 0, 32 + 0, 32 = 0, 18 ∆V 2 voorwerp = Ѵ 0, 18 = 0, 4 m. L Voor het voorwerp geldt: Vvoorwerp = 5, 8 ± 0, 4 m. L
Om de dichtheid te berekenen moet je delen. • x 100 % = x 100 % + x 100 % • • = x 100 % = 7 % • • x 100 % = 2 % Voor de dichtheid geldt: x 100 % = 7 % + 2% = 9 %
• p = = 7, 1 g / m. L = 7, 1 g/cm 3 • Meetonzekerheid dichtheid: • 9 % x 7, 1 = 0, 09 x 7, 1 = 0, 63 g/cm 3 • pmax = 7, 73 g/cm 3 • pmin = 6, 47 g/cm 3 • Dus b. v. zink
- Slides: 8