Hoofdconcepten en eindtermen In de methode Seneca maatschappijwetenschappen

Hoofdconcepten en eindtermen In de methode Seneca maatschappijwetenschappen

Domein ABCDE uit de syllabus Domein A: (onderzoeks)vaardigheden, concept-context benadering, redeneren B: Vorming C: Verhouding D: Binding E: Verandering Kernconcepten Havo: Samenlevingsvormen Havo: Maatschappelijke verschillen Havo: Veiligheid Havo: (media of andere context) Vwo: (religie of andere context) Vwo: Internationale Machtsverhoudingen Vwo: Natievorming Vwo: Wording moderne samenleving

Doel: leerlingen begrippen en vaardigheden uit syllabus aanleren. Middel: via aantrekkelijke lesboeken en goede conceptcontext opdrachten. Centraal examen

Van Syllabus naar Seneca (havo) A: Vaardigheden Onderzoeksvaardigheden vanaf 1. 2: variabele, hypothese, causaliteit… B: Vorming C: Verhouding Identiteit, socialisatie, acculturatie, politieke socialisatie in hoofdstuk 1. Toepassing van c/c Alle kernconcepten in Cultuur in hoofdstuk 3. benadering en onderzoeksvaardigheden Ideologie in hoofdstuk 5. deel 1 v. a. hoofdstuk 5 behandeld. door de hele methode tijdens opdrachten zodat Samenlevingsvormen leerlingen zich de Maatschappelijke eind deel 1 vaardigheden eigen verschillen geïntroduceerd. maken. Kern van het vak! geïntroduceerd in deel 1. Samenlevingsvormen in deel 2 volledig behandeld. Maatschappelijke verschillen in deel 2 volledig behandeld. D: Binding E: Verandering Groepsvorming en sociale cohesie in hoofdstuk 2. Andere kernconcepten in Basis van de structuur in hoofdstuk 5, 6 en 8. deel 1 hoofdstuk 5 -10. Veiligheid in deel 1 geïntroduceerd. Veiligheid in deel 2 volledig behandeld. Alle kernconcepten in laatste paragraaf hoofdstuk 5 -10 behandeld. Geen verplichte context, maar social media in deel 2 beschikbaar. Centraal examen Vragen per opgave over alle hoofdconcepten (‘vraagstukken’)

Van Syllabus naar Seneca (vwo) A: Vaardigheden B: Vorming Onderzoeksvaardigheden vanaf deel 1 in de even paragrafen: variable, Identiteit, socialisatie, hypothese, causaliteit… acculturatie, politieke socialisatie in hoofdstuk 1. Cultuur hoofdstuk 3. Toepassing van c/c Ideologie in hoofdstuk 6 benadering en onderzoeksvaardigheden (deel 2). door de hele methode tijdens opdrachten zodat Religie eind deel 2 leerlingen zich de aangestipt (niet verplicht vaardigheden eigen maken. Kern van het vak! schoolexamenonderdeel vwo). C: Verhouding Alle kernconcepten in deel 2 op logische en consistente manier behandeld. Machtsverhoudingen in de wereld in deel 3 volledig behandeld. D: Binding Groepsvorming en sociale cohesie in deel 1. Andere kernconcepten op logische en consistente manier in deel 2 behandeld. Natievorming in deel 3 herhaald. E: Verandering Basis van de structuur in deel 2. Alle kernconcepten in deel 2 op logische en consistente manier behandeld. Wording van de moderne samenleving in deel 2 behandeld. Wording van de moderne samenleving in deel 3 herhaald. Centraal examen Vragen per opgave over alle hoofdconcepten (‘vraagstukken’)

Seneca opbouw (havo) Havo deel 1 hoofdstuk 1 -4 Inleiding vak Havo deel 1 hoofdstuk 5 -10 VERANDERING als rode draad Identiteit, socialisatie, cultuur, groepsvorming, sociale cohesie (m. n. VORMING) Introductie veiligheid/criminaliteit Onderzoeksbegrippen en onderzoeksvaardigheden Havo deel 2 Geen nieuwe kernconcepten (wel herhaling) Alle kernconcepten Vorming, Verhouding, Binding, Verandering in hoofdstuk 5 -10 Samenlevingsvormen geïntroduceerd (h. 10) Alle verplichte contexten volledig uitgewerkt

Seneca opbouw (vwo) Vwo deel 1 Inleiding vak Vwo deel 2 VERANDERING als rode draad Identiteit, socialisatie, cultuur, groepsvorming, sociale cohesie (m. n. VORMING) Criminaliteit als context (niet verplicht vwo) Onderzoeksbegrippen en onderzoeksvaardigheden Vwo deel 3 Geen nieuwe kernconcepten (wel herhaling) Alle kernconcepten Vorming, Verhouding, Binding, Verandering Introductie verplichte contexten vwo (binding, verandering) Alle verplichte contexten volledig uitgewerkt

Waarom deze opbouw? • Omdat Cito van leerlingen verwacht dat ze vanuit verschillende hoofdconcepten (‘vraagstukken’) redeneringen op kunnen zetten m. b. v. kernconcepten in verschillende (onaangeleerde) contexten. • Omdat het dan beter beklijft bij leerlingen dan met een behandeling van elk hoofdconcept apart. Leerling krijgt elk hoofdstuk niet alleen nieuwe leerstof aangeleerd, maar blikt ook terug op het eerder geleerde en blikt enigszins vooruit. • Met Seneca worden verbanden tussen alle eindtermen en kernconcepten duidelijker. Dit biedt leerlingen houvast.