GRAMMAIRE THME 4 Larticle partitif het delend lidwoord

  • Slides: 7
Download presentation
GRAMMAIRE THÈME 4

GRAMMAIRE THÈME 4

L’article partitif: het delend lidwoord Wanneer we in het NL helemaal geen lidwoord gebruiken

L’article partitif: het delend lidwoord Wanneer we in het NL helemaal geen lidwoord gebruiken worden de volgende lidwoorden gebruikt: Du (voor mann. enk. ) De l’ (voor klinker/H) De la (voor vr. enk. ) Des (voor alle meervoud)

Exemples Vous voulez du café? Il ya de la confiture? La fenêtre de l’appartement

Exemples Vous voulez du café? Il ya de la confiture? La fenêtre de l’appartement Tu veux des chips? Let op! Franse kazen zijn lekker. Les fromages français sont bons.

Het delend lidwoord verandert in de in drie gevallen: 1 - Na een ontkenning:

Het delend lidwoord verandert in de in drie gevallen: 1 - Na een ontkenning: vous avez des gâteaux? Non, je n’ai pas de gâteaux. 2 - Na een woord van hoeveelheid: je voudrais deux kilos de pommes. (un peu, beaucoup, une bouteille, un peu, etc. ) 3 - Als het bijv. nw voor het zn. komt. (Uitz. opfrissen) J’ai acheté de grands verres.

Wanneer gebruik je ook een bepaald lidwoord? Na de ww. aimer, adorer, détester, préférer

Wanneer gebruik je ook een bepaald lidwoord? Na de ww. aimer, adorer, détester, préférer et haïr gebruik je altijd een lidwoord (le, la, les) afhankelijk van het zn. J’aime les frites. J’adore le soleil. Je préfère les vacances en Turquie.

De gebiedende wijs: l’impératif Wanneer? (bevel, verzoek. . ) Werkwijze: 1 - je richt

De gebiedende wijs: l’impératif Wanneer? (bevel, verzoek. . ) Werkwijze: 1 - je richt tot één persoon: gebruik de je vorm van le présent: daarna je weglaten! Parle! Écoute! Regarde! 2 - Je richt je tot jezelf en tot andere personen: gebruik de nous vorm van le présent: daarna nous weglaten. Parlons Écoutons Regardons 3 - je richt tot meer personen of tot een ‘U’: gebruik de vous vorm in le présent: daarna vous weglaten. Parlez Écoutez Regardez

Voornaamwoorden in de gebiedende wijs: Bel mij appelle-moi Luister naar mij écoute-moi Voornaamwoord achter

Voornaamwoorden in de gebiedende wijs: Bel mij appelle-moi Luister naar mij écoute-moi Voornaamwoord achter de impératif. Gebiedende wijs in een ontkennende zin: Ne m’appelle pas Ne m’écoute pas Voornaamwoord vóór de impératif