Zondag 29 december 2019 Mededelingen Zingen 111 1
Zondag 29 december 2019
Mededelingen > Zingen: 111: 1, 2, 5
111: 1
111: 1
111: 2
111: 2
111: 5
> Bemoediging 111: 5
Bemoediging & Groet > KND
> Aanvangstekst KND
Mattheüs 6: 21 Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn. > Gebed
Gebed > Genadewoord
Genadewoord > Zingen: 494
494: 1
494: 1
494: 2
494: 2
494: 3
> Leefregel 494: 3
Nu kwam er iemand naar Jezus toe met de vraag: 'Meester, wat voor goeds moet ik doen om het eeuwige leven te verwerven? ' 17. Hij antwoordde: 'Waarom vraag je me naar het goede? Er is er maar een die goed is. Als je het leven wilt binnengaan, houd je dan aan zijn geboden. ' 18. 'Welke? ' vroeg hij. 'Deze, 'antwoordde Jezus, 'pleeg geen moord, pleeg geen overspel, steel niet, leg geen vals getuigenis af, 19. toon eerbied voor uw vader en moeder, en ook: heb uw naaste lief als uzelf. ' 16. Mattheüs 19: 16 -26
De jongeman zei: 'Daar houd ik me aan. Wat kan ik nog meer doen? ' 21. Jezus antwoordde hem: 'Als je volmaakt wilt zijn, ga dan naar huis, verkoop alles wat je bezit en geef de opbrengst aan de armen; dan zul je een schat in de hemel bezitten. Kom daarna terug en volg mij. ' 22. Na dit antwoord ging de jongeman terneergeslagen weg; hij had namelijk veel bezittingen. 23. Jezus wendde zich tot zijn leerlingen: 'Ik verzeker jullie: slechts met grote moeite zal een rijke het koninkrijk van de hemel binnengaan. 20. Mattheüs 19: 16 -26
Ik zeg het jullie nog eens: het is gemakkelijker voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het koninkrijk van God binnen te gaan. ' 25. Toen de leerlingen dit hoorden, waren ze hevig ontzet en vroegen: 'Wie kan er dan nog gered worden? ' 26. Jezus keek hen aan en antwoordde hun: 'Bij mensen is dat onmogelijk, maar bij God is alles mogelijk. ' 24. > Zingen: 119: 13 Mattheüs 19: 16 -26
119: 13
> Gebed 119: 13
Gebed > 1 e Schriftlezing
Josia was acht jaar oud toen hij koning werd. Eenendertig jaar regeerde hij in Jeruzalem. Zijn moeder was Jedida, de dochter van Adaja, uit Boskat. 2. Hij volgde in alle opzichten het voorbeeld van zijn voorvader David en hield zich daaraan: hij deed wat goed is in de ogen van 3. In het achttiende jaar van zijn regering de HEER. stuurde koning Josia zijn hofschrijver Safan, de zoon van Asaljahu, de zoon van Mesullam, met de volgende opdracht naar de tempel van de HEER : 1. 2 Kon. 22: 1 -13
'Ga naar de hogepriester Chilkia en laat hem het zilver klaarleggen dat door het volk ten bate van de tempel is afgedragen en door de priesters die de ingang bewaken in 5. Dat zilver moet ter hand ontvangst is genomen. worden gesteld aan de bouwmeesters die met het werk aan de tempel belast zijn, en die moeten het weer overhandigen aan de mensen die bezig zijn de bouwvallige 6. de gedeelten van de tempel te herstellen, handwerkslieden, bouwers en metselaars, zodat ze balken en gehouwen steen kunnen aanschaffen om de tempel te repareren. 4. 2 Kon. 22: 1 -13
Ze hoeven geen rekening over te leggen voor het zilver dat ze ontvangen, want ze zijn door en door betrouwbaar. ‘ 8. De hogepriester Chilkia zei tegen hofschrijver Safan: 'Ik heb hier in de tempel van de HEER een boekrol gevonden met de tekst van de wet. ' Safan nam het boek in ontvangst en las het. 9. Daarop ging hij terug naar de koning om verslag uit te brengen. Hij zei: 'Uw dienaren hebben het zilver dat in de tempel bewaard wordt, te voorschijn gehaald en overhandigd aan de bouwmeesters 7. 2 Kon. 22: 1 -13
die belast zijn met de herstelwerkzaamheden aan de tempel van de HEER. ' 10. Vervolgens vertelde hij dat de priester Chilkia hem een boekrol had gegeven, en hij begon de koning eruit voor te lezen. 11. Bij het horen van de tekst van het wetboek scheurde de koning zijn kleren. 12. Hij beval de priester Chilkia, Achikam, de zoon van Safan, Achbor, de zoon van Micha, de hofschrijver Safan en zijn persoonlijke dienaar Asaja : 2 Kon. 22: 1 -13
'Ga ter wille van mij en heel het volk van Juda de HEER raadplegen over de inhoud van de boekrol die we gevonden hebben, want het kan niet anders of de HEER is in hevige woede ontstoken omdat onze voorouders zich niet hebben gehouden aan wat er in dit boek staat en niet hebben gedaan wat ons is voorgeschreven. ' 13. > Zingen: 78: 1, 3 2 Kon. 22: 1 -13
78: 1
78: 1
78: 3
> 2 e Schriftlezing 78: 3
Hebben jullie dit alles begrepen? ' 'Ja, 'antwoordden ze. 52. Hij zei hun: 'Zo lijkt iedere schriftgeleerde die leerling in het koninkrijk van de hemel is geworden op een huismeester die uit zijn voorraadkamer nieuwe en oude dingen te voorschijn haalt. ' 51. > Zingen: 313: 1, 3 Mattheüs 13: 51 -52
313: 1
313: 1
313: 1
313: 3
313: 3
> 3 e Schriftlezing 313: 3
In het begin was het Woord, het Woord was bij God en het Woord was God. 2. Het was in het begin bij God. 3. Alles is erdoor ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat. 4. In het Woord was leven en het leven was 5. Het licht schijnt in de het licht voor de mensen. duisternis en de duisternis heeft het niet in haar macht 6. Er kwam iemand die door God was gekregen. gezonden; hij heette Johannes. 7. Hij kwam als getuige, om van het licht te getuigen, opdat iedereen door hem zou geloven. 1. Johannes 1: 1 -13
Hij was niet zelf het licht, maar hij was er om te getuigen van het licht: 9. het ware licht, dat ieder mens verlicht en naar de wereld kwam. 10. Het Woord was in de wereld, de wereld is door hem ontstaan en toch kende de wereld hem niet. 11. Hij kwam naar wat van hem was, maar wie van hem waren hebben hem niet ontvangen. 12. Wie hem wel ontvingen en in zijn naam geloven, heeft hij het voorrecht gegeven om kinderen van God te worden. 13. Zij zijn niet op natuurlijke wijze geboren, niet uit lichamelijk verlangen of uit de wil van een man, maar uit God. 8. > Zingen: 313: 4 Johannes 1: 1 -13
313: 4
313: 4
> Verkondiging 313: 4
> Zingen: 908: 1, 3, 4, 6
908: 1
908: 1
908: 3
908: 3
908: 4
908: 4
908: 6
> Gebeden 908: 6
Gebeden > Collecten
Collecten > Zingen: 512: 1, 2, 4, 6, 7
512: 1
512: 2
512: 4
512: 6
> Zegen 512: 7
Zegen We beamen de zegen met 3 x gezongen Amen
De koffie en thee staan klaar. Fijne Zondag!
Fijne Zondag
- Slides: 65