Witte Dovenetel Lamium album L 1 WITTE DOVENETEL

Witte Dovenetel Lamium album L.

1) WITTE DOVENETEL Lamium Album L.

Witte dovenetel • A) Standplaats: – Algemeen – Ruderaal: “van de puinhopen” – Mimicry: “wil gelijken op” brandnetel – Droog: stijve, kleine bladeren – Vochtig: grote, tere bladeren – Onaangename geur – Sterk behaarde plant

Brandnetel

Witte dovenetel • B) Bloeitijd: – maart->november • C) Levensduur: – Wortelstok: witte ondergrondse stengel • Schubvormige bladeren: bescherming • Overleeft onder de grond – Overblijvende plant: sterft slechts bovengronds af

Witte dovenetel

Witte dovenetel • D) Wortels – Kruidig – Bijwortels aan knopen • E) Stengel – Kruidig – Rechtopstaand + horizontaal over bodem – Vierkante stengel: holle stengel

Witte dovenetel • Dwarse stengeldoorsnede: – centrale holte: behalve op knopen – steunweefsel – Opperhuidweefsel of epidermis – Floëem: vaatbundel “naar onder” – Xyleem: vaatbundel “naar boven”

Witte dovenetel • F) Blad: – Kruisgewijze + tegenoverstaande bladstand – Groen, hartvormig, spits eivormig – Gezaagd tot gekarteld – Veernervig – Gesteeld - lange steel onderaan + zijstengels - korte steel bovenaan “BLADMOZAÏEK” = zonlicht opvangen

Witte dovenetel • G) Bloem: – Tweezijdig symmetrisch : ↑ – Volkomen bloem: – 5 vergroeide kelkbladeren: K(5) groen – 5 vergroeide kroonbladeren: Kr(5) wit » LIPBLOEMEN: bovenlip 2/onderlip 3 – 4 vergroeide meeldraden: kroon bovenlip – 1 stamper uit 2 vruchtbladeren V(2) » 1 vals tussenschot => 4 -hokkig – Nectarklier + bleekgele vlek = HOMMELBLOEM

Witte dovenetel ↑K(5) [Kr(5) M 2+2] V(2)

Witte dovenetel: schichten

Witte dovenetel • H) Vrucht: – Splitvrucht met 4 dopvruchten – Splitvrucht: vrucht die in 2 of meerdere dopvruchten splitst – Dopvrucht: 1 zaad, zaadhuid niet vergroeid met vruchtwand

Witte dovenetel • I) Bloemformule: ↑ K(5) [Kr(5) M 2+2] V(2)

Lipbloemen (Lamiaceae) • J) Familiekenmerken: – Stengel altijd vierkantig – Bladstand kruisgewijs tegenoverstaand – Tweelippige kroon – 2 korte + 2 lange meeldraden – Gespleten stempel : bootshaakvormig – 4 -delige splitvrucht – (on)aangename geur

Lipbloemigen

Origanum majorana L. Marjolein

Thymus vulgaris Echte tijm

Melissa officinalis Citroenmelisse

Ocimum basilicum Bazielkruid

Lavandula vera Echte lavendel

Mentha viridis Groene munt

Salvia pratensis Veldsalie

Glechoma hederacea Hondsdraf

Lamium purpureum Paarse dovenetel

Galeobdolon lutheum Gele dovenetel

Galeopsis tetrahit Hennepnetel

Stachys silvatica Bosandoorn

Thymus serpillum Wilde tijm

Origanum vulgare Wilde marjolein

Ajuga reptans Zenegroen

Mentha arvensis Akkermunt

Latijnse toevoegsels • • Vulgaris Officinalis Verus Viridis Pratensis Purpureus Luteus gewoon van de apotheek echt, waar groen in de weide groeiend purperkleurig geelkleurig