WISKUNDE PARAGRAAF 2 4 EN 2 5 WAT

WISKUNDE PARAGRAAF 2. 4 EN 2. 5

WAT GAAN WE DOEN ? Doel Woordformules Opdrachten maken Letterformules Opdrachten maken Voor de volgende les…

DOEL Aan het eind van de les… …weet je hoe je een woordformule moet invullen …kun je berekeningen maken met woordformules …kun je een woordformule omzetten in een letterformule …weet je hoe je een letterformule moet invullen …kun je berekeningen maken met letterformules

WOORDFORMULES Als docent wiskunde verdien ik € 1000, - per maand. Met dit geld wil ik gaan sparen voor een Volkswagen Polo. Gelukkig had ik al wat gespaard en staat er al € 3 000, - op mijn rekening. Formule: Aantal € op spaarrekening = 3000 + 1000 • aantal maanden Hoeveel € heb ik na 4 maanden op mijn rekening ? De Polo kost € 19 600, -. Hoeveel maanden moet ik werken om de auto te kunnen kopen ?

WOORDFORMULES Aantal € op spaarrekening = 3000 + 1000 • aantal maanden Wat is in deze formule het vaste bedrag ? Wat is het bedrag dat iedere keer gaat veranderen (=variabele) ?

OPDRACHTEN MAKEN Maken: opdracht 60, 62, 64, 66, 67 en 70 Heb je een vraag ? Steek je vinger op ! De eerste 5 minuten zelf aan de slag Daarna overleggen op fluistertoon Ben je klaar ? Ga naar de site en lees bij paragraaf 2. 4 wat je moet doen

REKENMACHINE Zet hem aan Hoe moet die weer uit ? Er zit een verschil in – en (-)

LETTERFORMULES Iedere week dat ik thuis zit met corona kom ik 0, 5 kg aan. Momenteel is mijn massa 50 kg. De formule die bij mijn massa past is Massa = 50 + 0, 5 • aantal weken Hoeveel kg weeg ik na 4 weken ? Die formule kan korter: Schrijf de formule met de letters m en w.

LETTERFORMULES Het aantal mensen dat corona heeft neemt een klein beetje af. Tot nu toe hebben 10 300 mensen corona. Iedere dag neemt dit aantal af met 0, 1 persoon. De formule: Aantal coronadragers = 10 300 – 0, 1 • aantal dagen Schrijf de formule korter met de letters C en d.

LETTERFORMULES C = 10 300 – 0, 1 • d Hoeveel mensen hebben Corona na 20 dagen ? Hoeveel mensen hebben Corona na 57 dagen ?

LETTERFORMULES C = 10 300 – 0, 1 • d Dit kan nog ietsje korter worden geschreven: C = 10 300 – 0, 1 d Het vermenigvuldigingsteken wordt tussen letters en getallen weggehaald

OPDRACHTEN MAKEN Maken: opdracht 72, 74, 76, 77, 79 Vergeet de opdrachten van 2. 4 niet Heb je een vraag ? Steek je vinger op ! De eerste 5 minuten zelf aan de slag Daarna overleggen op fluistertoon Ben je klaar ? Ga naar de site en ga verder waar je was gebleven

VOOR DE VOLGENDE LES … Huiswerk: maken paragraaf 2. 4 opdracht 62, 64, 66, 67 en 70 paragraaf 2. 5 opdracht 72, 74, 76, 77, 79 Leren Hoofdstuk 2: Zorg dat je vragen bedenkt over wat je nog niet snapt Proeftoets H 2 Meenemen: i. Pad en oortjes