Wiskunde Hoofdstuk 4 Wat gaan we doen Lijnen

Wiskunde Hoofdstuk 4

Wat gaan we doen ? - Lijnen - Klokkijken - Nieuwe tekens - Opdrachtjes - Geodriehoek - Hoeken meten

Opdrachtje Opdracht 1 Individueel - Schrijf alle soorten lijnen die je kent onder elkaar in je schrift. - Je hebt 2 minuten de tijd - Je doet dit alleen, dus 2 minuten doodse stilte Opdracht 2 In tweetallen - Schrijf de betekenis/ omschrijving van de lijn achter de lijn - Overleg met je buurman of buurvrouw - Niet met de mensen voor/achter je - Je hebt 5 minuten de tijd

Lijnen Loodlijn = Lijn die loodrecht op een andere lijn staat Evenwijdige = lijnen Lijnen met dezelfde richting en elkaar nooit raken Kijklijnen = Lijnen die de grenzen van het gebied dat gezien wordt aangeven Benen = Lijnen die samen een hoek vormen

Hoeken Wat weten we al ? Hele hoek = 360 = Volle hoek Halve hoek = 180 = Gestrekte hoek Rechte hoek = 90 = Rechte hoek

Opdrachten maken Maken opdracht 3, 4 en 5 Je hebt 10 minuten de tijd Heb je een vraag of ben je klaar ? Steek je vinger op ! Dit is huiswerk

Klok De wijzers zijn benen Vormen samen een hoek Voorbeeld Tijd: 15: 00 Hoek: 90 graden

Geodriehoek Hoe teken je een hoek ? 1. Leg de 0 van je liniaal bij het beginpunt van de lijn 2. Kijk op de gradenboog naar het aantal graden 3. Zet een stip bij het aantal graden dat je nodig hebt 4. Trek een lijn vanaf het beginpunt van de lijn naar de stip

Nieuwe tekens

Voor de volgende les… Huiswerk: Maken opdracht 3, 4, 5, 7, 8, 9, 10 Meenemen: Geodriehoek, i. Pad en oortjes