wij weten wij weten niet 2 Kronieken 20

  • Slides: 14
Download presentation
wij weten. . .

wij weten. . .

wij weten. . . niet

wij weten. . . niet

2 Kronieken 20 . . . Wij immers zijn niet opgewassen tegen deze grote

2 Kronieken 20 . . . Wij immers zijn niet opgewassen tegen deze grote menigte die tegen ons is opgerukt, en wij weten niet, wat wij doen moeten, maar op U zijn onze ogen gevestigd. 12 koning Josafat tegenover een overmacht van legers van Moab en Ammon. . . 1

Johannes 20 Ijlings kwam zij dan bij Simon Petrus en bij de andere discipel,

Johannes 20 Ijlings kwam zij dan bij Simon Petrus en bij de andere discipel, dien Jezus liefhad, en zeide tot hen: Zij hebben de Here weggenomen uit het graf en wij weten niet, waar zij Hem hebben neergelegd. 2 Maria op de 3 -de dag na Jezus begrafenis. . . 2

Exodus 32 Toen het volk zag, dat Mozes toefde van de berg af te

Exodus 32 Toen het volk zag, dat Mozes toefde van de berg af te dalen, verzamelde het zich rondom Aaron, en zeide tot hem: Welaan, maak ons goden, die voor ons uit gaan, want deze Mozes, die man, die ons uit het land Egypte heeft gevoerd, wij weten niet, wat er van hem geworden is. 1 het volk Israël bij de Sinaï 3

Matteus 21 Vanwaar was de doop van Johannes? Uit de hemel of uit de

Matteus 21 Vanwaar was de doop van Johannes? Uit de hemel of uit de mensen? En zij overlegden onder elkander en spraken: Indien wij zeggen: Uit de hemel, zal Hij tot ons zeggen: Waarom hebt gij hem dan niet geloofd? 25 >> Jezus stelt wedervraag aan overpriesters en oudsten van het volk. . . 4

Matteus 21 Doch indien wij zeggen: Uit de mensen, zijn wij bevreesd voor de

Matteus 21 Doch indien wij zeggen: Uit de mensen, zijn wij bevreesd voor de schare, want zij houden allen Johannes voor een profeet. 26 >> 4

Matteus 21 En zij antwoordden en zeiden tot Jezus: Wij weten het niet. Hij

Matteus 21 En zij antwoordden en zeiden tot Jezus: Wij weten het niet. Hij van zijn kant zeide tot hen: Dan zeg Ik u ook niet, krachtens welke bevoegdheid Ik deze dingen doe. 27 4

Romeinen 8 En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten

Romeinen 8 En evenzo komt de Geest onze zwakheid te hulp; want wij weten niet wat wij bidden zullen naar behoren. . . 26 lett. wat moet zijn Paulus over onze onbeholpen gebeden. . . 5

Romeinen 8 . . . 28 WIJ WETEN nu, dat God alle dingen doet

Romeinen 8 . . . 28 WIJ WETEN nu, dat God alle dingen doet medewerken ten goede voor hen, die GOD liefhebben, die volgens zijn voornemen geroepenen zijn. 1

Romeinen 8 22 Want WIJ WETEN, dat tot nu toe de ganse schepping in

Romeinen 8 22 Want WIJ WETEN, dat tot nu toe de ganse schepping in al haar delen zucht en in barensnood is. En niet alleen zij, maar ook wij zelf, wij, die de Geest als eerste gave ontvangen hebben, zuchten bij onszelf in de verwachting van het zoonschap: de verlossing van ons lichaam. 23 2

Romeinen 6 9 . . daar WIJ WETEN, dat Christus, nu Hij uit de

Romeinen 6 9 . . daar WIJ WETEN, dat Christus, nu Hij uit de doden is opgewekt, niet meer sterft: de dood voert geen heerschappij meer over Hem. 3

1 Korinthe 2 12 Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar

1 Korinthe 2 12 Wij nu hebben niet de geest der wereld ontvangen, maar de Geest uit God, opdat WIJ zouden WETEN, wat ons door God in genade geschonken is. 4

Romeinen 5 2 . . . deze genade, waarin wij staan, en roemen in

Romeinen 5 2 . . . deze genade, waarin wij staan, en roemen in de hoop op de heerlijkheid Gods. 3 En niet alleen hierin, maar wij roemen ook in de verdrukkingen, daar WIJ WETEN, dat de verdrukking volharding uitwerkt. . . 5