Werken met gezinnen en meerzijdige partijdigheid Trainer Sylvia
- Slides: 18
Werken met gezinnen en meerzijdige partijdigheid Trainer: Sylvia Elfring
Technieken die je kunt gebruiken in gezinnen • Doelen stellen met verschillende gezinsleden en ze vervolgens uitwisselen • Vragenlijst dagelijkse routine: Hoe gaat het nu en hoe zou je willen dat het gaat? • Potlood- en papiertraining: oplossen van een meerkeuze probleem • Storende- en helpende gedachten • Aanleren van opvoedvaardigheden of kids skills
Doelen stellen • SMART, specifiek, meetbaar, aantrekkelijk, realistisch, tijdsgebonden • Wat zou je willen veranderen? Wat wil je over…. . tijd bereikt hebben? • Schrijf ze op (of laat het gezinslid schrijven) • Stel met ieder gezinslid apart de doelen en laat de gezinsleden ze vervolgens uitwisselen • Stel vervolgens werkpunten op (indien nodig)
Oefenen • Neem een casus waar je net gestart bent • Probeer met het gezinslid 1 of 2 SMART doelen op te stellen
Interview Dagelijkse Routine (2)
Tijd Activiteit …. Ontbijt Hoe Wengaat sen het nu? …. …. (wie is erbij aanwezig, waar wordt er ontbeten, wat wordt er gegeten, eten de kinderen wat ze van de ouders moeten, hoe is de sfeer) …. Vertrek naar werk/school/dagopvang (wie gaat er weg en hoe laat, gaat ieder op tijd weg, wie wordt er gebracht en wie gaat zelfstandig, hoe is de sfeer) ….
Storende en helpende gedachten Kernovertuigingen Leefregels Automatische gedachten Gebeurtenis Gevoelens Gedrag Het cognitieve model van J. Beck (1999), bewerkt door A. Bartels (2001) Gevolgen
De techniek ‘storende en helpende gedachten’ wordt gebruikt om gezinsleden te leren: • • Herkennen dat ze dingen tegen zichzelf zeggen die hun gevoelens en gedrag kunnen beinvloeden Op een andere manier tegen zichzelf te praten Stappen: 1. Introduceer de techniek; 2. Beschrijf de gebeurtenis(sen)/situatie; 3. Beschrijf daarop volgend(e) gevoelens en gedrag; 4. Inventariseer de storende gedachte; 5. Beschrijf het adequate/alternatieve gedrag; 6. Leg de werking van gedachten (‘dingen die je tegen jezelf zegt’) uit; 7. Formuleer helpende gedachten; 8. Maak afspraken over het oefenen met de helpende gedachten.
Het oplossen van een keuzeprobleem (1) 1. 2. 3. 4. 5. Stel vast wat de vraag of het probleem is; Inventariseer mogelijkheden/alternatieven; voeg indien nodig/mogelijkheden toe; Inventariseer voor- en nadelen; Laat het gezinslid een (voorlopige) keuze maken; Stimuleer het uitproberen van de oplossing in de praktijk
Het oplossen van een keuzeprobleem (2) Voorbeeld: Jeannet zoekt een ander huis. Samen met de gezinsmedewerker inventariseert zij de mogelijke oplossingen. Ander huis zoeken Mogelijkheden Voordelen Inschrijving bij Huisvesting Advertenties kijken in kranten, supermarkten Via vrienden, familie een heel huis Door de stad fietsen op zoek naar woonruimte Zelf advertentie zetten Nadelen Wachttijd, hoge huren Kan ik snel Kost moeite, vaak te reageren laat Willen me helpen Maakt me afhankelijk Zie ik meteen waar Ik vind niet zomaar het is iets Mensen bellen mij Kost geld +/-
Potlood en papiertraining met meerdere gezinsleden • • • Stel vast wat de vraag of het probleem is Brainstorm over alternatieven Weeg voor- en nadelen Maak een keuze Probeer de oplossing uit in de praktijk Voorbeeld Hoe laat en hoe komt Sylvia op zaterdagavond thuis? P M S Met een taxi naar huis gebracht worden om 1 uur +/- - + Om 12 uur door Carlos thuis gebracht worden +/- + - Niet meer uitgaan - - -- Thuis komen als het al weer licht is -- -- - Door Jennifers vader thuis gebracht worden (om half 1) enzovoort +/- + + Tot
Gedragskaart (1) maandag Eigen speelgoed opgeruimd voor het avondeten dinsdag woensdag donder- dag vrijdag zaterdag zondag
Gedragskaart (2) 1) Bepaal het adequate gedrag waar de ouders en het kind mee gaan werken. - komt dagelijks voor - positief - concreet 2) 3) 4) 5) 6) 7) 8) 9) Bepaal het beloningssysteem en de beloning. Bepaal het criterium. Bepaal wie de kaart bijhoudt en de plek waar de kaart komt. Bepaal wat de ouders gaan doen wanneer het inadequate gedrag voorkomt. Bepaal wanneer het werken met de gedragskaart begint en wanneer het wordt geëvalueerd. Bepaal hoe de ouder het adequate gedrag kan leren aan het kind (wanneer dit gedrag nieuw is voor het kind). Bepaal hoe de gedragskaart gepresenteerd wordt aan het kind. Hanteer een gedragskaart voor een bepaalde periode.
Triades in evenwicht: + + + ‘de vriend van mijn vriend is mijn vriend’ + de klassieke 2 tegen 1 coalitie: ‘de vijand van mijn vriend is mijn vijand’ ‘de vriend van mijn vijand is mijn vijand’ ‘de vijand van mijn vijand is mijn vriend’
Triades niet in evenwicht: + + Triangulatie (of veelzijdige partijdigheid): ‘de vijand van mijn vriend is mijn vriend’ ‘de vriend van mijn vriend is mijn vijand’ ‘de vijand van mijn vijand is mijn vijand’
Meerzijdige partijdigheid • In ieder gesprek met iedere deelnemer aan het begin de doelen vast stellen: Wat moet in dit gesprek aan bod komen? Waar moet het over gaan? • Gebruik eventueel flappen, per onderwerp ieders mening opschrijven • Blijf je positie benoemen: jullie kind is niet geholpen als ik partij trek voor een van beiden • Voer het liefst ieder gesprek met iedereen. Als dit echt niet mogelijk is kun je gesprekken apart voeren maar blijf transparant, je kunt geen geheimen bewaren • Circulair navragen: Wat zou je moeder zeggen als ik vraag waar jij goed in bent?
Tot slot • Denk aan oplossingsgerichte vragen (Handout)
Bronnen • Combitraining Families First en Ambulante Spoedhulp • 21 oplossingsgerichte technieken, Coert Visser
- Meerzijdige partijdigheid gesprek
- Meerzijdige communicatie
- Functie kleine schroef microscoop
- Veilig werken met asbest
- Werken met supply chain management noordhoff
- Werken met de atlas
- Most common cause of primary amenorrhea
- Sylvia ratnasamy
- Sylvia plath movie
- Erik weijers
- Sylvia rosenfield
- Sylvia plath poppies in july
- Sylvia ratnasamy
- Sylvia lam
- Sylvia plath poppies
- Sylvia plath
- Sylvia duckworth
- Portrait of the journalist sylvia von harden
- Dr sylvia asa