Welkom Havovwo 3 Les vandaag Vandaag 3 1

  • Slides: 11
Download presentation
Welkom Havo/vwo 3.

Welkom Havo/vwo 3.

Les vandaag: Vandaag: 3. 1 B gevangen dilemma Vandaag 3. 1 C samenwerken.

Les vandaag: Vandaag: 3. 1 B gevangen dilemma Vandaag 3. 1 C samenwerken.

 Het Dilemma: Sofie en Tara zijn opgepakt door de politie Politie heeft beperkt

Het Dilemma: Sofie en Tara zijn opgepakt door de politie Politie heeft beperkt bewijs, genoeg om ze voor 3 jaar naar de gevangenis te sturen. De politie zet ze in 2 aparte verhoorkamers. 3 verschillen situaties kunnen zich voordoen: Situatie 1: beide zwijgen, allebei de cel in voor 3 jaar voor het beperkte bewijs. Situatie 2: beide bekennen, allebei de cel in voor 10 jaar, waarvoor ze hebben bekend. Situatie 3: 1 bekent, de andere zwijgt, de gene die zwijgt moet 25 jaar de cel in, de gene die bekent maar 1 jaar de cel in. sofie tara bekennen zwijgen bekennen 10 -10 1 -25 zwijgen 25 -1 3 -3

Vanuit leerling 1 bekeken sofie tara bekennen zwijgen bekennen 10 -10 1 -25 zwijgen

Vanuit leerling 1 bekeken sofie tara bekennen zwijgen bekennen 10 -10 1 -25 zwijgen 25 -1 3 -3 Vanuit leerling 2 bekeken. sofie tara Bekennen Zwijgen Bekennen 10 -10 1 -25 zwijgen 25 -1 3 -3

Prisoners-dilemma omdat? Wij zien dat ze allebei beter af zijn als ze beide zwijgen.

Prisoners-dilemma omdat? Wij zien dat ze allebei beter af zijn als ze beide zwijgen. Daarentegen zullen ze dat beide niet doen omdat: Ongeacht wat de ander kiest, het is voor het individu altijd beter te bekken. . Wanneer er 1 keuze altijd gemaakt wordt, ongeacht de keuze van de andere spreken we van een dominante strategie. Er is een punt waar ze beide beter af zijn (zwijgen/zwijgen was 3 -3 terwijl bekennen 10 -10 was)

Zelfstandig lezen en maken 3. 1 B gevangenendilemma. Lees 3. 1 B gevangenendilemma door

Zelfstandig lezen en maken 3. 1 B gevangenendilemma. Lees 3. 1 B gevangenendilemma door en maak opgaves 1, 2 en 3. Hiervoor hebben jullie 10 minuten de tijd. Eerder klaar? Kan je 3. 1 C samenwerken lezen. 8 9 7 10 5 6 4 3 1 2

 1 a: Een situatie waarin beide spelers een dominante strategie hebben, wat leidt

1 a: Een situatie waarin beide spelers een dominante strategie hebben, wat leidt tot een uitkomst waarbij een andere uitkomst voor beide spelers een hogere opbrengst had gehad. 1 b: Nee, waarschijnlijk niet. ze spelen het spel hier éénmalig en hebben zodoende geen rede om samen te werken. 1 c: Nee, 15 jaar cel is nog altijd minder dan 20 jaar cel, dus als de andere jou verlinkt kan je hem nog steeds beter ook verlinken. 1 d: ja, waarschijnlijk wel aangezien als je verwacht dat de andere zwijgt, je zelf ook gaat zwijgen daarentegen als je verwacht dat de andere je verlinkt, ga je hem ook verlinken aangezien 10 jaar cel minder is dan 20.

 2 a: 4 mogelijke uitkomsten. 2 b: Dat hijzelf praat, en dat verdachte

2 a: 4 mogelijke uitkomsten. 2 b: Dat hijzelf praat, en dat verdachte 2 zwijgt zodat hij vrijuit gaat. 3 a: rechtsboven: jij 0, andere 300. 000 Linksonder: jij 300. 000 andere 0. Rechtsonder: beide 100. 000 3 b: voor jezelf, dominante strategie (levert 200. 000 of 300. 000 op ipv 0 of 200. 000) 3 c: dat kan, als je het spel vaker gaat spelen, of je kent elkaar.

Zelfstandig lezen en maken 3. CB samenwerken. Lees 3. 1 C gevangenendilemma door en

Zelfstandig lezen en maken 3. CB samenwerken. Lees 3. 1 C gevangenendilemma door en maak opgaves 1, 2 en 3. Hiervoor hebben jullie 10 minuten de tijd. Eerder klaar? Kan je 3. 1 D prijzenoorlog lezen. 8 9 7 10 5 6 4 3 1 2

 1 a: Zo kunnen we meer producten en diensten leveren. 1 b: Omdat

1 a: Zo kunnen we meer producten en diensten leveren. 1 b: Omdat je wilt weten hoeveel je terug krijgt voor het product/dienst wat je aanbied. 1 c: Omdat ze bang zijn dat de onderhandelingen dan vastlopen 2 a: Huiswerk overschrijven, niet betalen en wel gebruik maken van een dienst. 2 b: Effecten die niet in de prijs zitten, dus iemand anders maakt gebruik van een dienst zonder daarvoor te betalen maar maakt door het gebruik wel kosten (bvb ik ga naar een concert zonder kaartje, en maak daar iets kapot)

 4 a: Sociale norm 4 b: Contract C: Wetgeving 4 d: Sociale norm.

4 a: Sociale norm 4 b: Contract C: Wetgeving 4 d: Sociale norm. 5 a: Niet betalen voor een film die je gaat downloaden 5 b: Je betaald er niet voor, terwijl je wel gebruik maakt van een dienst. 5 c: Voorlichting?