Welkom bij pubquiz Grieks 1 WAT KUN JE

Welkom bij pubquiz Grieks ❶ 1

WAT KUN JE VERWACHTEN Vijf groepjes nemen deel aan deze pubquiz. Groepjes worden door loting bepaald. 10 minuten om te leren. Na iedere ronde worden de blaadjes opgehaald. Er zijn vijf rondes: 1) Griekse grammatica A 2) Griekse Goden 3) Griekse woordjes 4) Griekse grammatica B 5) Griekenland algemeen 2

REGELS TIJDENS DE QUIZ: - Groepjes worden door loting bepaald - Geen telefoon - Geen overleg tussen groepjes - Geen andere hulpmiddelen zoals - Wie de regels overtreedt krijgt strafpunten - Winnende groepje krijgt een unieke prijs

Ronde 1 Griekse grammatica A

VRAAG 1 Wat is het Griekse lidwoord voor onzijdig? 5

VRAAG 2 Welk geslacht heeft dit woord: θεά 6

VRAAG 3 Wat is het meervoud van dit lidwoord: ὁ 7

VRAAG 4 Hoeveel vormen kent het woord ‘niet’ in het Grieks? ► ARGO GRAMMATICA HULPBOEK 1 8

VRAAG 5 Hoe noemen we een woordje in het Grieks dat verbinding legt tussen twee zinnen of zinsdelen? 9

Ronde 1 Griekse grammatica A ANTWOORDEN

VRAAG 1 Wat is het Griekse lidwoord voor onzijdig? τό 11

VRAAG 2 Welk geslacht heeft dit woord: θεά vrouwelijk 12

VRAAG 3 Wat is het meervoud van dit lidwoord: ὁ οἱ 13

VRAAG 4 Hoeveel vormen kent het woord ‘niet’ in het Grieks? 3 ► ARGO GRAMMATICA HULPBOEK 1 14

VRAAG 5 Hoe noemen we een woordje in het Grieks dat verbinding legt tussen twee zinnen of zinsdelen? Partikel 15

Ronde 2 Griekse Goden

VRAAG 1 Hoe heet deze god? 17

VRAAG 2 Wat was er voordat er iets was? 18

VRAAG 3 Wie is de god(in) van groei en vruchtbaarheid? 19

VRAAG 4 Wie is deze god: 20

VRAAG 5 Hermes is de zoon van …? 21

Ronde 2 Griekse Goden ANTWOORDEN

VRAAG 1 Hades 23

VRAAG 2 Wat was er voordat er iets was? Chaos 24

VRAAG 3 Wie is de god(in) van groei en vruchtbaarheid? Demeter 25

VRAAG 4 Poseidon 26

VRAAG 5 Hermes is de zoon van Zeus 27

Ronde 3 Griekse woordjes

VRAAG 1 Wat betekent 29

VRAAG 2 Wat betekent 30

VRAAG 3 Wat betekent 31

VRAAG 4 Wat betekent 32

VRAAG 5 Wat betekent 33

Ronde 3 Griekse woordjes ANTWOORDEN

VRAAG 1 Wat betekent daarna 35

VRAAG 2 Wat betekent noemen 36

VRAAG 3 Wat betekent meisje 37

VRAAG 4 Wat betekent zoon 38

VRAAG 5 Wat betekent broer 39

Ronde 4 Griekse grammatica B

VRAAG 1 Noem het geslacht én getal van τὰ. 41

VRAAG 2 Wat is het Griekse woord voor het onderwerp van de zin? 42

VRAAG 3 Wat is τὸ τέκνον in het meervoud? 43

VRAAG 4 Wat is ὀ θεóς in acc + mv? 44

VRAAG 5 Wat is ὀ θεóς in nom + ev? 45

Ronde 4 Griekse grammatica B ANTWOORDEN

VRAAG 1 Noem het geslacht én getal van τὰ. Onzijdig meervoud 47

VRAAG 2 Wat is het Griekse woord voor het onderwerp van de zin? Nominativus 48

VRAAG 3 Wat is τὸ τέκνον in het meervoud? τα τέκνα 49

VRAAG 5 Wat is ὀ θεóς in nom + ev? ὀ θεóς 51

Ronde 5 Griekenland algemen

VRAAG 1 Wat is de huidige vlag van Griekenland? A. B. C. 53

VRAAG 2 Uit welk huidig bestaand land kwam Alexander de Grote? 54

VRAAG 3 Wat is het grootste eiland van Griekenland? 55

VRAAG 4 Wat is de tweede stad van Griekenland? 56

VRAAG 5 Welk oorspronkelijk Grieks eiland wordt door twee verschillende landen geclaimd? 57

Ronde 5 Griekenland actueel ANTWOORDEN

VRAAG 1 Wat is de huidige vlag van Griekenland? A. B. C. 59

VRAAG 2 Uit welk huidig bestaand land kwam Alexander de Grote? Macedonië 60

VRAAG 3 Wat is het grootste eiland van Griekenland? Kreta 61

VRAAG 4 Wat is de tweede stad van Griekenland? Thessaloniki 62

VRAAG 5 Welk oorspronkelijk Grieks eiland wordt door twee verschillende landen geclaimd? Cyprus 63