Welke richting ga ik kiezen keuzefactoren Je leerprestaties

Welke richting ga ik kiezen? keuzefactoren Je leerprestaties ( = je behaalde resultaten )

Mogelijke resultaten • A-attest: geslaagd ( met/zonder advies ) • B-attest: geslaagd met clausulering ( met advies) • C-attest: niet geslaagd ( met advies )

Welke richting ga ik kiezen? keuzefactoren Je leer- en studiehouding (= aandacht – inzet )

Welke richting ga ik kiezen? keuzefactoren Je interesse en motivatie ( = wat wil ik later worden? )

1. Algemene structuur van het gewoon secundair onderwijs. Voorbereidend jaar hoger onderwijs SE-n-SE jaar Voorbereidend jaar hoger onderwijs 7 de specialisatiejaar Diploma Secundair 6 de leerjaar ASO 6 de leerjaar TSO 6 de leerjaar KSO 6 de leerjaar BSO 5 de leerjaar ASO 5 de leerjaar TSO 5 de leerjaar KSO 5 de leerjaar BSO 4 de leerjaar ASO 4 de leerjaar TSO 4 de leerjaar KSO 4 de leerjaar BSO 3 de leerjaar ASO 3 de leerjaar TSO 3 de leerjaar KSO 3 de leerjaar BSO 2 de leerjaar met opties 1 ste leerjaar A met keuzegedeeltes Beroepsvoorbereidend leerjaar 1 ste leerjaar B

2. Kenmerken onderwijsvormen ASO: • Je kiest nog geen beroep. • Je krijgt algemene vakken: wiskunde, moderne talen, wetenschappen, Latijn, economie … • Je krijgt theorie. • Je studeert minimum twee uur per dag. • Je studeert na het zesde jaar voort in het hoger onderwijs.

2. Kenmerken onderwijsvormen TSO: • Je krijgt algemene vakken. • Je verwerft technologisch inzicht via de technische vakken. • Je oefent in de praktijk (vb. werkplaats, computerklas of keuken …). • Je studeert, maar bent ook graag praktisch bezig. • Studierichtingen met veel uren praktijk bereiden veeleer voor op een beroep. • Studierichtingen met meer uren algemene en technische vakken bereiden meer voor op verder studeren.

2. Kenmerken onderwijsvormen BSO: • Je kiest een praktische opleiding. • Je krijgt een beperkte algemene vorming. • Je krijgt veel praktijk (vb. metselen, koken, verzorgen). • De technische vakken bereiden je voor op de praktijkuitoefening. • Het studiewerk is beperkt, je wordt vooral getraind in goed praktijkwerk. • Je bereidt je voor op het uitoefenen van een beroep. • Na een zevende jaar BSO kan je het diploma secundair onderwijs behalen.

2. Kenmerken onderwijsvormen KSO: • Je kiest voor een kunstzinnige opleiding. • Je krijgt algemene vakken. • Je bereidt je kunstpraktijk voor in de kunstvakken. • Je beoefent kunst in de praktijk (vb. muziekatelier of atelier beeldende kunsten). • Je studeert, maar bent ook graag praktisch bezig met kunst. • Je studeert na het zesde jaar liefst verder.

ASO: ECONOMIE � 5 u wiskunde (leerplan 4 u en 1 u extra rem. ) � 4 u Frans � 4 u economie � 3 u wetenschappen: - fysica - biologie - chemie Doorstroming: Economie – Moderne talen

Ja, want … ü ik heb voldoende aanleg voor talen en beschik over een wiskundig doorzicht. ü ik ben geïnteresseerd in het economische en politieke gebeuren: ik kijk om me heen, ik lees de krant, ik volg het nieuws en ik heb belangstelling in de werkgelegenheid en de welvaart. ü Ik heb aanleg en interesse voor het opzoeken, structureren en verwerken van informatie in grafieken en tabellen.

ASO: WETENSCHAPPEN � 5 u wiskunde � 4 u Frans � 7 u wetenschappen : - fysica 3 u - biologie 2 u - chemie 2 u – Doorstroming: * Moderne talen – Wetenschappen * Wetenschappen - Wiskunde

Ja, want …. . ü ik heb een uitgesproken interesse voor natuurverschijnselen en de brede werkelijkheid in de biologie, fysica en chemie. ü ik hou van onderzoek en experimenten. ü ik heb een hoog abstractievermogen en kan goed wiskundige problemen oplossen. ü ik zie talen als een middel om wetenschappelijke literatuur beter onder de knie te krijgen.

ASO: LATIJN � 5 u Latijn � 5 u wiskunde � 3 u Frans � 3 u wetenschappen: - fysica - biologie - chemie – Doorstroming: * Latijn – Wiskunde * Latijn - Wetenschappen

Ja, want …. ü ik heb interesse en aanleg voor Latijn en andere talen en voor wiskunde en wetenschappen. ü ik wil via teksten verder kennismaken met het denken en voelen van de Romeinen en ik wil daarom mijn taalstudie van het Latijn verder ontwikkelen. ü ik heb een goed geheugen en ik kan grote leerstofgehelen de baas. ü ik ben bereid dagelijks voldoende tijd te investeren in het doorgronden van Latijnse teksten.

TSO: STW sociaal technische wetenschappen natuurwetenschappen Chemie 4 / biologie / fysica / labo sociale wetenschappen 4 IO 5 (+2 aanvulling) Voeding 4 natuurwetenschappen (1) expressie (PO) 1 sociale wetenschappen (1) Doorstroming * Sociale en Technische wetenschappen * Gezondheids- en welzijnswetenschappen * jeugd- en gehandicaptenzorg

Ja, want … ü ik heb interesse in de praktische toepassingen van de wetenschappen. ü ik ben sterk geïnteresseerd in het welzijn van de mens en de samenleving. ü ik ben sociaal en beschik over een grote emotionele intelligentie. ü ik neem graag initiatief in het onderzoeken, organiseren en presenteren van allerlei praktische opdrachten.

BSO: Voeding - verzorging � Comp. 1: Zorg voor omgangsvormen en handelen (2 u) � Comp. 2: Zorg voor mens en voeding (5 u) � Comp. 3: Zorg voor een aangename omgeving (5 u) � Comp. 4: Zorg voor welzijn en gezondheid (4 u) – Doorstroming: * 7 de jaar Thuis- en bejaardenzorg * 7 de Kinderzorg

Ja, want … ü ik ben een warm en sociaal voelend iemand die zich met hart en ziel wil inzetten om kinderen en bejaarden te helpen, zowel thuis als in instellingen. ü ik heb interesse en aandacht voor gezonde voeding en een aangename woon- en leefsituatie. ü ik werk graag creatief en steek graag de handen uit de mouwen.