Wat gaan we vandaag doen Terugblik vorige les
Wat gaan we vandaag doen?
Terugblik vorige les • • Hoofdstuk 1. 7 het zenuwstelsel bespreken 1. 7. 1 Zintuigen 1. 8 Het hormonaal stelsel 1. 8 Hypofyse 1. 8. 2 Alvleesklier 1. 8. 3 Schildklier 1. 8. 4 Geslachtsklieren 1. 8. 5 bijnieren
1. 9 Verdieping: Chromosomen en DNA • 1. 9. 1 Chromosomen • 1. 9. 2 DNA
1. 7 Het zenuwstelsel • • Het zenuwstelsel is een besturingssysteem. Na en prikkel volgt er altijd een reactie Via zenuwen komen prikkels de hersenen binnen Daar wordt vervolgens bepaalt welke actie erop moet volgen.
Vervolg 1. 7 Het zenuwstelsel • Het spijsverteringsstelsel, de ademhaling, de bloedsomloop en alle andere stelsels functioneren niet zonder aansturing vanuit de hersenen via de zenuwen. • Je maakt een onderscheid tussen: • Sensorische zenuwen • Motorische zenuwen
Sensorische zenuwen • Sensorische zenuwen geleiden een prikkel naar de hersenen. • Die bepalen vervolgens wat er moet gebeuren. • Via een motorische prikkel (van de hersenen af) volgt dan de gewenste actie
voorbeeld • Als er eten in de maag komt, gaat er een prikkel via sensorische zenuwen van de maag naar de hersenen. Die beoordelen de informatie en sturen via motorische zenuwen prikkels naar de maag. • De maag komt in actie en gaat peristaltische bewegingen maken en sappen afscheiden.
Nog een voorbeeld • Hetzelfde gebeurt bij prikkels vanuit de omgeving. • Als het donker wordt, stuurt je oog sensorische prikkels naar de hersenen. • Via motoriche prikkels kom je vervolgens in actie: licht aandoen, gordijnen sluiten
Een andere indeling is gebaseerd op de plaats in het lichaam waar zenuwen zitten: • Centraal zenuwstelsel • Perifeer zenuwstelsel
Centraal zenuwstelsel • Het Centraal zenuwstelsel bestaat uit de hersenen en het ruggenmerg • In de hersenen komen veel zenuwen samen • Zenuwen komen in dikkere bundels bij elkaar , waardoor kabels van zenuwen ontstaan • Een hele dikke kabel loopt naar beneden, van de hersenen door het ruggenmerg. • Om te voorkomen dat zenuwen uitdrogen en breken zit er in de hersenen en in het ruggenmerg vocht er omheen: HET LIQUOR
Het perifeer zenuwstelsel • Het perifeer zenuwstelsel: • Een stelsel van veel zenuwen met grote en kleine vertakkingen, verspreid over de rest van het lichaam • Een derde onderverdeling zegt iets over de mate waarin je zenuwen en prikkels kunt beïnvloeden. • Onwillekeurig zenuwstelsel • Willekeurig zenuwstelsel
Willekeurig zenuwstelsel • Bij het Willekeurig zenuwstelsel heb je zelf keuzes om een actie te ondernemen. • Voorbeeld: Als iemand je iemand uitscheld (prikkel die via het oor en sensorische zenuwen naar de hersenen gaat), heb je zelf de keuze. • Via de motorische zenuwen geven de hersenen de door jouw gekozen actie door er reageer je zo als je wilt.
Onwillekeurig zenuwstelsel • Onwillekeurig zenuwstelsel (autonoom zenuwstelsel) heb je zelf niets te vertellen • Dat functioneert, of je wilt of niet. • Denk aan: spijsvertering en bloedsomloop, reflexen-zoals de hik f hoesten als je verslikt.
1. 7. 1 Zintuigen • • Prikkels vanuit de omgeving komen alle maal via zintuigen het lichaam binnen. De volgende zintuigen spelen daarbij een rol: Oog (gezicht) Oor (gehoor) Mond (smaak) Neus (reuk) Huid (tast, druk, temperatuur) Vanuit alle zintuigen lopen sensorische zenuwen naar de hersenen, om de opgevangen informatie door te geven
Vervolg 1. 7. 1 Zintuigen • Deze indeling omvat vijf zintuigen: 1. Oog (gezicht) 2. Oor (gehoor) 3. Mond (smaak) 4. Neus (reuk) 5. Huid (tast, druk, temperatuur) Er zijn ook indelingen met meer zintuigen. Dan wordt er bij de huid in gevoel voor druk en temperatuur onderscheid gemaakt.
1. 8 Het hormonaal stelsel • Net als het zenuwstelsel is het hormonaal stelsel een besturingssysteem. • Hormonen zetten processen in werking. • Ze leveren een bijdrage aan de werking van het hart en de bloeddruk. • Hormonen zijn stoffen die door hormoonklieren worden aangemaakt.
Vervolg 1. 8 Het hormonaal stelsel • • • Klieren die hormonen produceren: Hypofyse Alvleesklier Schildklier Geslachtsklieren bijnieren
hypofyse • De belangrijkste hormoon klier is de hypofyse. • Hypofyse zit in de hersenen en produceert in de kinderjaren groeihormonen. • Hypofyse produceert hormonen die andere klieren stimuleert hormonen te produceren. • Zonder de hypofyse zouden deze klieren geen hormonen aanmaken
1. 8. 2 Alvleesklier • De Alvleesklier (pancreas) zit links onder de maag onder de borstkas en is ook onderdeel van het spijsverteringsproces. • Deze klier scheidt alvleesklier sap af, dat via de twaalfvingerige darm wordt toegevoegd aan de spijsvertering • De alvlees klier produceert de belangrijkste hormonen insuline en glucagon • insuline en glucagon regelen samen het bloedsuikergehalte • Insuline verlaagt het bloedsuikergehalte • Glucagon verhoogt het bloedsuikergehalte
1. 8. 3 Schildklier • • • De Schildklier vind in de hals en zit om de luchtpijp gebogen. Het hormoon dat de schildklier produceert heet: thyroxine Thyroxine beïnvloed de stofwisseling Bij te veel thyroxine, versnelt de stofwisseling. Mensen zijn dan rusteloos , hebben een snelle pols en te hoge temperatuur • Als de schilklier te weinig thyroxine produceert, vertraagt de stofwisseling. • Dit kan groeiachterstand veroorzaken
1. 8. 4 Geslachtsklieren • Geslachtsklieren produceren geslachthormonen • Bij de man is dit testosteron, zorgt tijdens de groei voor de ontwikkeling mannelijke geslachtskenmerken, en later voor de productie van zaadcellen • Bij de vrouw zijn dit onder meer de hormonen oestrogeen en progesteron • Oestrogeen zorgt voor de ontwikkeling van de vrouwelijke geslachtskenmerken • Progesteron bereidt het baarmoederslijmvlies voor op de innesteling van een bevruchte eicel • Als er geen bevruchting is geweest, stopt na twee weken de productie van progesteron tijdelijk • Hierdoor wordt het baarmoederslijmvlies afgestoten (menstruatie).
1. 8. 5 Bijnieren • De bijnieren zijn, kleine schildjes die over de top van de nieren gevouwen zijn. • Bijnieren produceren onder meer het hormoon adrenaline • Adrenaline zorgt ervoor dat het lichaam zich aanpast bij grote inspanningen en in uitzonderlijke omstandigheden
Hoofdstuk 1. 9 Verdieping Chromosomen en DNA • Erfelijke factoren bepalen hoe je er uit ziet en bepalen soms ook welke ziektes je Kunt krijgen. • “terug naar het begin”: De bevruchte eicel • In de kern van De bevruchte eicel zitten “erfelijkheidsdragers” beter bekend als chromosomen • Een bevruchte eicel bevat 23 chromosomen van de man en van de vrouw • Totaal 46 chromosomen die paren vormen. • Een bevruchte eicel bevat dus 23 paar chromosomen
Chromosomen en DNA • • Met het 23 ste paar is iets bijzonders aan de hand. het 23 ste paar chromosomen bepaalt het geslacht Ze worden X en Y chromosomen genoemd De cellen van vrouwen bevatten altijd 2 X- chromosomen xx De cellen van mannen bevatten altijd 1 X- chromosoom en 1 y- chromosoom xy een bevruchte eicel bevat dus sowieso 1 x- chromosoom. Zit er in de zaadcel een X-chromosoom dan wordt het 23 ste paar een xx-paar dus een meisje • er in de zaadcel een Y-chromosoom dan wordt het 23 ste paar een xy-paar dus een jongetje
1. 9. 2 DNA • De stof waaruit een chromosoom is samen gesteld is het DNA • DNA: Deoxyribonuclein Acid afgekort: DNA • Door de ontdekking van het DNA weten we steeds meer over erfelijkheidsinformatie
DNA wordt gebruikt voor : • Wetenschappelijk onderzoek: alles is nog lang niet bekend over dna en erfelijkheidsonderzoek • • Onderzoek naar erfelijke ziekten (vroegtijdig signaleren het behandelen) Verzamelen bewijslast bij misdaden Identificatie van lichamen of lichaamsdelen, na rampen of geweld. Onderzoek van familieverwantschap (‘is deze persoon de biologische vader”? )
Vervolg DNA • Het chromosomenpatroon blijft --- dus het DNA--- in alle miljarden afgesplitste cellen in het lichaam gelijk. • Na bijvoorbeeld verbranding is het dus nog mogelijk de identiteit van iemand vast te stellen. Daarvoor is nog wel het DNA-materiaal van een familielid nodig om te vergelijken. • Overigens geldt voor identificatie en bewijslast bij misdaden, dat dna NOOIT het • Enige bewijs kan zijn.
Intro les pathologie • 2. 1 Begrip ziekte • 2. 2 Visies op ziektes
- Slides: 28