Vrouwen en leiderschap in de gemeente Wout van

Vrouwen en leiderschap in de gemeente Wout van Wijngaarden

Programma n Hoofdlijnen in de Bijbel n Specifieke instructies Hoofdlijnen moeten we kennen om de speciale instructies te kunnen begrijpen.

Deel 1 Hoofdlijnen in de Bijbel

1. God wordt voorgesteld als mannelijk n God de Vader (Matth. 6: 9) n Jezus de Zoon van God (Joh. 3: 16) n Heilige Geest als "Hij” en "Hem" Toch wordt God ook voorgesteld als Iemand met vrouwelijke eigenschappen (Jes. 49: 15)

2. Beelddragers van God (Genesis 1) n Man en vrouw worden geschapen naar het beeld van God (Gen. 1: 26). n Ze ontvangen een mandaat van: n Heersen (Gen. 1: 26) n Vruchtdragen (Gen. 1: 28) n In 1 Cor. 11: 7: Man: beeld en heerlijkheid Gods Vrouw: heerlijkheid van de man Samen dragen ze het beeld van God maar de vrouw is de heerlijkheid van de man.

3. Verhoudingen man en vrouw (Gen. 2) n Man alleen (2: 18) n God maakt een "hulp die bij hem past“ n Aanvullend n Gelijke mogelijkheden n Eenheid vormend n Precies wat hij nodig had Conclusie: Man en vrouw zijn even bekwaam en even waardig. Ze vullen elkaar aan.

4. Verhoudingen man en vrouw (Gen. 2) n God bouwt Eva uit Adam n Adam gaf Eva een naam n Algemeen: (Gen. 2: 23) n Eigen naam Eva: (Gen. 3: 20) Conclusie: Er is een gezagsverhouding; naamgeving is een uiting van gezag.

5. De zondeval en gevolgen in relaties n De vrouw wordt misleid door de slang (Gen. 3: 1) n De man wordt misleid door de vrouw (Gen. 3: 6) n God spreekt eerst de man aan n Hij is verantwoordelijk (Gen. 3: 11 en Rom 5: 14). n Hij faalt en geeft zijn vrouw en God de schuld (Gen. 3: 12). n De vrouw geeft de slang de schuld (Gen. 3: 13). Verantwoordelijkheden worden afgeschoven op anderen.

6. De zondeval: pijnen en strijd (Gen. 3) n Voortdurende strijd tussen de slang en de mens (Gen. 3: 15). n Zwangerschap en opbrengen van kinderen zwaar (Gen. 3: 16). n Vrouw zal de man begeren (Gen. 3: 16). n Man zal heersen over de vrouw (Gen. 3: 16). n Zware arbeid op het land (Gen. 3: 19). Conclusie: Verhoudingen zijn verstoord; de man gaat heersen over de vrouw; de natuur gaat heersen over de mens. Zie hoe Job spreekt over zijn slavinnen (Job. 31: 13 -15).

7. Vrouwen in het O. T. Hoe werken al deze verhoudingen zich uit in de praktijk: n n Vrouwen hebben volle aandeel in de aanbidding van God n Gebed (1 Sam. 1: 9) n Offeren (1 Sam. 1: 25 -26) n Zingen (Ex. 15: 20) Vrouwen hadden een bediening n Debora als richter (Richt. 4) n Mirjam als profetes (Ex. 15: 20) n Hulda als profetes (2 Kon. 22: 14 v) n Joel's profetie (Joël 2: 28 -29) n Esther (Esther 4: 16)

8. Vrouwen en schrijven van de Bijbel n Vrouwen schreven gedeelten in de Bijbel n Hanna (1 Sam. 2: 1 -10) n Mirjam (Ex. 15: 20) n Debora (Richt. 5) n Maria (Luk. 1: 46 -55) Priesters kwamen uit de stam van Levi. Het priesterschap was alleen aan de man gegeven. In de heidense godsdiensten waren er veel priesteressen en was er tempelprostitutie.

9. Vrouwen in het leven van Jezus n Het nieuwe testament begint met twee bijzondere vrouwen: n Elisabeth: moeder van Johannes de Doper n Maria: moeder van Jezus Verder: n Anna de profetes (Luc. 2: 36) n Samaritaanse vrouw predikte Jezus (Joh. 4: 39) n Vrouwen volgden Jezus tot aan het kruis (Luc. 23: 28) n Maria zalfde Jezus (Joh. 12: 1 -11) n Vrouwen de eerste getuigen van de opstanding (Joh. 20) Vele vrouwen dienden Jezus maar de apostelen waren uitsluitend mannen.

10. Vrouwen en ontstaan van gemeente n Vrouwen hebben mede een sleutelrol in het ontstaan van gemeenten: n n n Tabitha (Hand. 9: 36) Lydia (Hand. 16: 14) Priscilla en Aquila (Hand. 18: 18) Dochters van Filippus (Hand. 21: 9) Euódia en Synthyche (Fil. 4: 2 -3) Claudia (2 Tim. 4: 21)

11. Paulus groet sleutelfiguren (Rom. 16) n Dertig personen worden in dit gedeelte gegroet; tien daarvan zijn vrouwen; zeven van hebben een bediening. Deze vrouwen zijn: n n n Febe (1): leider Prisca en Aquila (3): huisgemeentenleiders Maria (6) Tryféna en Tryfósa (12) Persis (12) Julia(15) Er worden in dit gedeelte minstens 5 huisgemeenten genoemd.

12. Huidige situatie wereldwijd (1/2) n Wereldwijd vermaarde vrouwen n n Corrie ten Boom Elisabeth Elliot Catherina Marshall Dochter van Billy Graham Catherine Booth

12. Huidige situatie wereldwijd (2/2) n De helft van de zendelingen zijn vrouwen n Velen zijn alleenstaanden n Ze zijn ingeschakeld in: n Stichten van gemeenten n Onderwijs n Schrijven van boeken n Schrijven van verklaringen n Medisch werk n Bijbelvertaling

13. Voorlopige conclusie n Twee hoofdlijnen te onderscheiden: n Lijn van de schepping. n Lijn van de gaven van de Heilige Geest en een bediening. Deze twee lijnen moeten in elkaar passen. Zowel het O. T als het N. T. bevestigen dit: n In het O. T. waren de priesters mannen maar de vrouwen ontvingen een bediening. n In het N. T. waren de apostelen en oudsten mannen maar vrouwen ontvingen een bediening.

Deel 2 Specifieke instructies

14. Specifieke instructies n Er zijn 4 schriftgedeelten die speciale aandacht nodig hebben: 1. 1 Corinthiers 11: 3 -12 2. 1 Corinthiers 14: 34 -36 3. 1 Timotheus 2: 8 -15 4. 1 Petrus 3: 1 -7 Deze gedeelten moeten we zien in het licht van de twee grote lijnen in de Bijbel.

15. 1 Cor. 11: 3 -12 n “[3] Ik wil echter, dat gij dit weet: het hoofd van iedere man is Christus, het hoofd der vrouw is de man, en het hoofd van Christus is God. [4] Iedere man, die bidt of profeteert met gedekten hoofde, doet zijn hoofd schande aan. [5] Maar iedere vrouw, die blootshoofds bidt of profeteert, doet haar hoofd schande aan, want zij staat gelijk met ene, die kaalgeschoren is. [6] Want indien een vrouw zich het hoofd niet dekt, moet zij zich ook maar het haar laten afknippen. Doch indien het een schande is voor een vrouw, als zij zich het haar laat afknippen of zich kaal laat scheren, dan moet zij zich dekken. [7] Want een man moet hoofd niet dekken: hij is het beeld en de heerlijkheid Gods, maar de vrouw is de heerlijkheid van de man. [8] Want de man is niet uit de vrouw, maar de vrouw uit de man. [9] De man is immers niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw om de man. [10] Daarom moet de vrouw een macht op het hoofd hebben vanwege de engelen. [11] En toch, in de Here is evenmin de vrouw zonder man iets, als de man zonder vrouw. ”

16. Opmerkingen over 1 Cor. 11: 3 -12 n De kerntekst is vers 3: “Ik wil echter, dat gij dit weet: het hoofd van iedere man is Christus, het hoofd der vrouw is de man, en het hoofd van Christus is God. ” n Rangorde: n Reden: gezagsverhouding in de scheppingsorde: n “[8] Want de man is niet uit de vrouw, maar de vrouw uit de man. ” n “[9] De man is immers niet geschapen om de vrouw, maar de vrouw om de man. ” 1. God 2. Christus (Hoofd van de gemeente) 3. Man 4. Vrouw

17. De man in de samenkomst (vers 4) n “[4] Iedere man, die bidt of profeteert met gedekten hoofde, doet zijn hoofd schande aan. ” Opmerkingen over de man: n Man bidt en profeteert met ongedekt hoofd. n Reden: doet zijn hoofd schande aan (“zijn hoofd" is uiteindelijk Christus)

18. De vrouw in de samenkomst (vers 5) n “[5] Maar iedere vrouw, die blootshoofds bidt of profeteert, doet haar hoofd schande aan, want zij staat gelijk met ene, die kaalgeschoren is. ” Opmerkingen over de vrouw: n Vrouw bidt en profeteert met gedekte hoofd. n Reden: doet haar hoofd schande aan. (“haar hoofd" is uiteindelijk haar man)

19. Conclusie Paulus in 1 Cor. 11: 3 -12 n “[7] Want een man moet hoofd niet dekken: hij is het beeld en de heerlijkheid Gods, maar de vrouw is de heerlijkheid van de man. “ n n Man: Beeld en heerlijkheid Gods Vrouw: Heerlijkheid van de man Vrouw is ook beeld van God en geen beeld van de man! Indien de vrouw haar hoofd ongedekt houdt, draagt ze in de gemeente de heerlijkheid van de man uit. In de gemeente moet de heerlijkheid Gods stralen en niet de heerlijkheid van een mens.

20. Praktische uitwerking (1/2) n De vrouw mag in de gemeente een bediening hebben. n Beiden, man en vrouw, zijn evenwaardig. "En toch, in de Here is evenmin de vrouw zonder man iets, als de man zonder vrouw" (vers 11) n De man draagt de heerlijkheid Gods. (ongedekte hoofd) n De vrouw draagt de heerlijkheid van de man maar moet die van God uitdragen. (gedekt hoofd) n De scheppingsverhoudingen moeten dus worden geëerbiedigd.

20. Praktische uitwerking (2/2) n Juist omdat ze direct met God mag communiceren moet ze bedenken hoe de scheppingsorde is; deze moet zichtbaar blijven anders wordt ze weer verleid n De engelen kijken toe In de heidense tempels waren vrouwen erg actief. In Pompeiï zijn muurschilderingen gevonden met priesteressen die hun haren los hadden hangen. Zij wilden vooral mannen behagen.

21. 1 Cor. 14: 34 -36 n “[34] Zoals in alle gemeenten der heiligen moeten de vrouwen in de gemeenten zwijgen; want het is haar niet vergund te spreken, maar zij moeten ondergeschikt blijven, zoals ook de wet zegt. [35] En als zij iets willen te weten komen, moeten zij thuis haar mannen om opheldering vragen; want het staat lelijk voor een vrouw te spreken in de gemeente. ”

22. Centrale thema in 1 Cor. 14: 26 -40 Orde in de gemeente “[26] Hoe staat het dan, broeders? Telkens als gij samenkomt, heeft ieder iets: een psalm of een lering of een openbaring of een tong of een uitlegging; dat alles moet tot stichting geschieden. ” n Maatregelen die genomen worden n n n n Twee of driemaal spreken in tongen om de beurt niet door elkaar (vers 27) Een moet uitleg geven van de tongentaal (vers 27) Zonder vertaler moet men zwijgen (vers 28) Twee of drie mogen profeteren (vers 29) De gemeente moet het beoordelen (vers 29) De openbaring krijgt prioriteit (vers 30) Een voor een profeteren opdat ieder er door wordt opgebouwd (vers 31) Reden waarom dit alles geschied is: God is een God van orde en vrede (vers 33)

23. Verband vers 34 -36 met voorgaande n Twee begrippen verbinden dit gedeelte met het voorgaande: Zwijgen en orde n Het spreken van de vrouwen verstoort dus de orde. n Het spreken heeft te maken met "opheldering vragen" (vers 35) n Het spreken wordt gekwalificeerd als "lelijk“ Conclusie: n Het gaat om een abnormaal en verstorend spreken. n Vanuit de context kan het gaan over de uitleg vragen over openbaringen enzovoorts. n Vanuit 1 Cor. 11: 5 weten we dat er een ordelijk spreken mogelijk is door de vrouw.

24. 1 Tim. 2: 8 -15 n “[8] Ik wil dan, dat de mannen op iedere plaats bidden met opheffing van heilige handen, zonder toorn en twist. [9] Evenzo, dat de vrouwen zich sieren met waardige klederdracht, zedig en ingetogen, niet met haarvlechten en goud of paarlen en kostbare kleding, [10] maar - zo immers betaamt het vrouwen, die voor haar godsvrucht uitkomen - door goede werken. [11] Een vrouw moet zich rustig, in alle onderdanigheid, laten onderrichten, [12] maar ik sta niet toe, dat een vrouw onderricht geeft of gezag over de man heeft; zij moet zich rustig houden. [13] Want eerst is Adam geformeerd, en daarna Eva. [14] En Adam heeft zich niet laten verleiden, maar de vrouw is door de verleiding in overtreding gevallen; [15] doch zij zal behouden worden, kinderen ter wereld brengende, indien zij blijft in geloof, liefde en heiliging, met ingetogenheid. ”

25. Hoe te gedragen in de gemeente Instructies die gegeven worden: n n n n Oproep tot gebed voor de overheden. (vers 1 -4) Reden waarom mensen tot de Waarheid moeten komen. (vers 57) De innerlijke houding tijdens het bidden voor de mannen. (vers 8) De innerlijke houding tijdens het bidden voor de vrouwen. (vers 9 -10) De vrouw moet reageren vanuit de innerlijke rust. (vers 11); zie ook: 2 Thess. 3: 11 -12 Gezien de schepping moet de vrouw haar juiste positie bewaren. (Vers 12 -14) Eerste taak voor de vrouw. (vers 15); zie ook Tit. 2: 3 -5

26. Vrouw geen gezag over man (vers 12) n "authenteo“ = "gezag over de man“ n Betekenis van dit woord: n Het komt alleen hier voor in het N. T. n Het gaat dus een unieke zaak. n Betekenis is: o Eigenmachtig optreden o Zich onafhankelijk opstellen o Handelen zonder gezag boven zich te erkennen n De vrouw mag bidden in de gemeente alleen niet heersen.

27. 1 Petr. 3: 1 -7 n “[1] Evenzo gij, vrouwen, weest uw mannen onderdanig, opdat, ook indien sommigen aan het woord niet gehoorzaam zijn, zij door de wandel hunner vrouwen zonder woorden gewonnen worden, [2] doordat zij uw reine en godvrezende wandel opmerken. [3] Uw sieraad zij niet uitwendig: het vlechten van haar, het omhangen van goud of het dragen van gewaden, [4] maar de verborgen mens uws harten, met de onvergankelijke (tooi) van een zachtmoedige en stille geest, die kostbaar is in het oog van God. [5] Want aldus tooiden zich ook weleer de heilige vrouwen, die hoopten op God, onderdanig aan haar mannen, [6] zoals Sara Abraham gehoorzaamde en hem heer noemde; en haar dochters zijt gij, als gij goed doet en u geen schrik laat aanjagen. [7] Desgelijks gij, mannen, leeft verstandig met uw vrouwen, als met brozer vaatwerk, en bewijst haar eer, daar zij ook mede-erfgenamen zijn van de genade des levens, opdat uw gebeden niet belemmerd worden. ”

28. Bevestiging alle voorgaande teksten n Deze tekst bevestigt dat wat in de andere plaatsen is geschreven n Nieuw is: als mannen hun vrouw niet eren worden hun gebeden belemmerd (vers 7)

29. Conclusie n We kunnen de volgende conclusie trekken voor de gemeente: n De oudsten die de koers uitzetten in de gemeente zijn mannen. n Gedelegeerde taken kunnen uitgevoerd worden door mannen en vrouwen. n Taken die uitgevoerd worden, moeten worden gedaan in opdracht en in de geest van de opdracht door de oudsten. n In de gemeente moet het onderscheid tussen man en vrouw duidelijk blijven. n Het moet gaan om Gods eer en niet om de eer en schoonheid van mensen.