Voltooid deelwoord Wat is het voltooid deelwoord Een

  • Slides: 9
Download presentation
Voltooid deelwoord

Voltooid deelwoord

Wat is het voltooid deelwoord? Een voltooid deelwoord is de vorm van het werkwoord

Wat is het voltooid deelwoord? Een voltooid deelwoord is de vorm van het werkwoord die je krijgt als je er ik heb of ik ben voor zet. Als je denkt met een voltooid deelwoord te maken te hebben, moet je in de buurt één van de drie volgende hulpwerkwoorden kunnen vinden: hebben, zijn of worden. Een voltooid deelwoord begint meestal met ge-, be-, ver- of ont-.

voltooid deelwoord of niet? • • • Ik heb de hele dag (werken) Wij

voltooid deelwoord of niet? • • • Ik heb de hele dag (werken) Wij begrijpen niet waar jij je over (beklagen) Wat heeft je zus nu weer (bedenken) Wordt de patient goed (verzorgen) Krijg ik ook een kaartje als je je (verloven)

Vervoegen van het voltooid deelwoord • het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord eindigt

Vervoegen van het voltooid deelwoord • het voltooid deelwoord van een sterk werkwoord eindigt op – en • lopen -> hij heeft gelopen • springen -> ik ben gesprongen • rijden -> jij hebt gereden

Vervoegen van het voltooid deelwoord • het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord eindigt

Vervoegen van het voltooid deelwoord • het voltooid deelwoord van een zwak werkwoord eindigt op een – t als je – te(n) in de verleden tijd hoort of op een – d als je – de(n) in de verleden tijd hoort. • fietsen -> jij hebt gefietst • rennen -> wij hebben gerend • maken -> zij heeft het gemaakt

Wat doe je als je twijfelt? Als je twijfelt tussen de -t of de

Wat doe je als je twijfelt? Als je twijfelt tussen de -t of de -d denk je er een e achter; je hoort dan welke je moet kiezen. • landen -> gelande • boren -> geboorde • bakken -> gebakte

En als je het niet goed kunt horen? • is verhuisd of is verhuist?

En als je het niet goed kunt horen? • is verhuisd of is verhuist? • heeft beleefd of heeft beleeft? • is gebeurd of is gebeurt? gebruik de regel van ‘t sexy fokschaap daar ben i k weer!

Voorbeeld: • is verhuisd of is verhuist? (verhuiz-) de z zit niet in ‘t

Voorbeeld: • is verhuisd of is verhuist? (verhuiz-) de z zit niet in ‘t sexy fokschaap = -d • heeft beleefd of heeft beleeft? (belev-) de v zit niet in ‘t sexy fokschaap = -d • is gebeurd of is gebeurt? (gebeur-) de r zit niet in ‘t sexy fokschaap = -d

Oefenen • Ik heb hem altijd al een vervelend mannetje (vinden) • Haar hond

Oefenen • Ik heb hem altijd al een vervelend mannetje (vinden) • Haar hond heeft de hele nacht (blaffen) • Het vliegtuig is op tijd (landen) • Anneke heeft er nog niet over (nadenken)