Vervoegingen van de Duitse werkwoorden Vervoegingen werkwoorden in

  • Slides: 13
Download presentation
Vervoegingen van de Duitse werkwoorden

Vervoegingen van de Duitse werkwoorden

Vervoegingen werkwoorden in de o. t. t. ich du er/sie/es schreib e schreib st

Vervoegingen werkwoorden in de o. t. t. ich du er/sie/es schreib e schreib st schreib t wir ihr sie/Sie schreib en schreib t schreib en

Werkwoorden met de stam op –d of –t ich du er/sie/es e red e

Werkwoorden met de stam op –d of –t ich du er/sie/es e red e st red e t wir ihr sie/Sie en red e t en red

Werkwoorden met de stam op sisklank ( s, ss, ß, z) ich du er/sie/es

Werkwoorden met de stam op sisklank ( s, ss, ß, z) ich du er/sie/es reis e st t wir ihr sie/Sie reis en t en

Sterke of zwakke werkwoorden? Waar kun je een zwak werkwoord aan herkennen? o géén

Sterke of zwakke werkwoorden? Waar kun je een zwak werkwoord aan herkennen? o géén klankverandering o voltooid deelwoord op –t Waar kun je een sterk werkwoord aan herkennen? o heeft in de o. v. t. klankverandering o voltooid deelwoord op -en

“e/i-Wechsel” o Alle sterke werkwoorden met een “e” in de stam krijgen bij du

“e/i-Wechsel” o Alle sterke werkwoorden met een “e” in de stam krijgen bij du er/sie/es het “e/i-Wechsel” o Als je een korte “e” hoort vervangen door “i” o Als je een lange “e” hoort vervangen door “ie”

Voorbeelden “e/i-Wechsel” o korte “e” hele werkwoord: essen. du isst er/sie/es isst o lange

Voorbeelden “e/i-Wechsel” o korte “e” hele werkwoord: essen. du isst er/sie/es isst o lange “e” hele werkwoord: sehen. du siehst er/sie/es sieht

Let op: �Een lange “e” wordt korte “i” bij de volgende werkwoorden: geben nehmen

Let op: �Een lange “e” wordt korte “i” bij de volgende werkwoorden: geben nehmen treten du er/sie/es gibst gibt nimmst nimmt trittst tritt

Twee regels in één Werkwoordsvorm? o Soms moet je twee regels in één werkwoordsvorm

Twee regels in één Werkwoordsvorm? o Soms moet je twee regels in één werkwoordsvorm toepassen. o Het hele werkwoord: gelten o Stap 1) Stam d/t Extra “e” o Stap 2) E/I-Wechsel

Stap 1) Stam d/t Extra “e” ich du er/sie/es e gelt e st gelt

Stap 1) Stam d/t Extra “e” ich du er/sie/es e gelt e st gelt e t wir ihr sie/Sie en gelt e t en gelt

Stap 2) E/I-Wechsel ich du er/sie/es gelt e g i lt e st g

Stap 2) E/I-Wechsel ich du er/sie/es gelt e g i lt e st g i lt e t wir ihr sie/Sie gelt en gelt e t gelt en

LET OP: NIET twee regels in één ww-vorm! Als er twee regels zijn, pas

LET OP: NIET twee regels in één ww-vorm! Als er twee regels zijn, pas je de belangrijkste toe: “e/i-Wechsel” ich du er/sie/es gelt e g i lt e st g i lt e t wir ihr sie/Sie gelt en gelt e t gelt en

Let op! o De volgende werkwoordsvormen krijgen géén e/i-Wechsel: o gehen o stehen o

Let op! o De volgende werkwoordsvormen krijgen géén e/i-Wechsel: o gehen o stehen o heben (= heffen; tillen) o bewegen o genesen