Verificatie Treinbeveiliging Theoretisch kader en toepassing Treinbeveiligingsobjecten Lijst
Verificatie Treinbeveiliging Theoretisch kader en toepassing
Treinbeveiligingsobjecten - Lijst objecten AGENDA - Locatiebepaling objecten - Uitgebreidere beschrijving zichtbare, bijzondere attributen Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Lijst objecten niet fotogrammetrisch te bepalen • Assenteller Unit (Onzichtbaar) • Assenteller Telpunt (Te klein) • ATB Vv Installatie (Abstract/Virtueel moederobject) • Balisegroep (Abstract/Virtueel moederobject) • Seinportaal (Abstract/Virtueel moederobject) • PAWA Installatie (Abstract/Virtueel moederobject) • PSSSL Kast (Geen bronmateriaal) • Detector (Te klein) • OTC (Onzichtbaar) • Massa Detectielus (Te klein) Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling Assenteller EAK (puntobject) • Hoewel het Assenteller Telpunt niet goed fysiek zichtbaar is, bevindt zich binnen 7 meter wel de bijhorende aansluitkast: De EAK. • Voor het karteren van de EAK’s is levering van de schematische telpunten een vereiste. • Het midden van de EAK wordt vastgelegd. De EAK in verschillende verschijningsvormen Verificatie Treinbeveiliging |Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling Railspoel (puntobject) • Hoewel de ES-Las niet goed fysiek zichtbaar is, bevindt zich dicht bij de las wel de bijhorende Railspoel. • Voor het karteren van de Railspoelen is levering van de schematische ES-Lassen een vereiste. • De XYZ gegevens van het midden van de bovenkant van de railspoel worden vastgelegd Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Jade 1 en Jade 2 Tuningunit(puntobject) • Komen voor op trajecten met Jade 1 en Jade 2 treindetectie. • Het midden van de Tuningunit wordt vastgelegd. Verificatie Treinbeveiliging |Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling Lichtsein (puntobject) • XYZ gegevens van het hart van de kleuraspecten aan de voorkant van het lichtsein worden vastgelegd. • In het geval dat het lichtsein zich aan een portaal bevindt, wordt hetzelfde punt vastgelegd. Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling Matrixsignaalgever (puntobject) • Kind-object van Lichtsein. Op dezelfde paal als het bijhorende lichtsein, of op een kleiner paaltje, maximaal enkele meters voor het bijhorende Lichtsein. • Het gaat om X/G, L, H en Cijferbakken. • XYZ gegevens van het hart van het Bord worden vastgelegd. *(Hier vallen Matrixsignaalgevers zonder relatie met een lichtsein niet onder) Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Onderscheid matrixsignaalgever en lichtsein • L en H bakken zonder relatie met een lichtsein, dus niet als kindobject worden geleverd, zijn op zichzelf staande lichtseinen. • Deze hebben eigen seinnummer. • Overige types zijn in hoofdstuk 2 van de Objectencatalogus van Treinbeveiliging te vinden onder de Losse Matrixsignaalgever (Lichtseinen) Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling Gubela (puntobject) • Kind-object van Lichtsein. De voet van de paal wordt geregistreerd. Gubela’s komen altijd per 3. • Afstanden 1, 2 en 3 zijn bij voorkeur 80 meter Rechte Gubela Schuine Gubela Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling Bordsein (puntobject) • XYZ gegevens van het hart van het bord worden vastgelegd. Voorbeelden van Bordseinen Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling Snelheidsbord (puntobject) XYZ gegevens van het hart van het bord worden vastgelegd. Als er 2 borden aan 1 paal zitten, wordt het gemiddelde van de bordharten bepaald. Snelheidsbord, optrekken naar 130 km/u Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling Stop Marker Board(puntobject) • XYZ gegevens van het hart van het bord worden vastgelegd. Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling Seinportaal Legger (lijnobject) • Legger wordt als lijn vastgelegd. Legger Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling Seinportaal Paal (puntobject) • De voet van de paal wordt vastgelegd. Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling ATB Vv Baken (puntobject) • Maximaal 3 bakens, op 3, 30 en 120 meter voor het Lichtsein. Deze liggen in de rijrichting rechts naast de rechter spoorstaaf. • XYZ gegevens van het midden van het baken worden vastgelegd. Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling ATB Vv Lus (lijnobject) • De standaard lus is 55 meter, vanaf 60 meter tot 5 meter voor het Lichtsein • De lus is optioneel • De Lus wordt als 3 d lijnobject vastgelegd. Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling ATB Vv ASK (puntobject) • ASK staat voor aansluitkast. Die verbindt de bakens en lussen via een kabel met het Lichtsein. • Het midden van de ASK wordt vastgelegd. Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling ATBNG Baken (puntobject) • De afstand tussen het middelpunt van twee bakens moet minimaal zeven meter bedragen. Dit geldt ongeacht de richting van de bakens. • XYZ gegevens van het midden van het baken worden vastgelegd. Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling ATBNG Lus (puntobject) • ATBNG Lus is een werkelijkheid een lijnobject, echter wordt een puntlocatie bijgehouden voor dit object. Dit is het midden van de Lus. De werkelijke lengte van een ATBNG Lus kan variëren tussen 50 en 663 meter. Van lussen langer dan 50 m moet op de OBE en OR bladen de lengte worden vermeld. • De afstand tussen het middelpunt van een baken en een lus moet minimaal vier meter bedragen. Afstand is gerekend van uit het midden van het baken en de rand van de lus. • Het punt op het midden van de Lus wordt vastgelegd. Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling Indusi (puntobject) • De Indusi ligt in de rijrichting rechts naast de rechter spoorstaaf. • Het midden van de Indusi wordt vastgelegd. Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling Krokodil (puntobject) • Een krokodil bevindt zich in het hart van het spoor. Het midden van de Krokodil wordt vastgelegd. • Krokodillen dienen tenminste 50 meter uit elkaar geplaatst te worden. • Het begin van het rolvlak van een krokodil moet zich in de rijrichting gezien 2 meter achter het bijbehorende sein of bord bevinden. Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling Balise (puntobject) • Balises komen altijd in een groep, deze groep dient eerst aangemaakt te worden alvorens nieuwe, losse balises kunnen worden geplaatst. De locatie van de Balisegroep staat gelijk aan de locatie van de eerste Balise in de rijrichting. • XYZ gegevens van het midden van de Balise worden vastgelegd. Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling LEU (puntobject) • Het midden van de LEU wordt vastgelegd. • 1 Leu kan maximaal 4 balises van een balisegroep aansturen. Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling Werkplekbeveiliging Persoonlijke Waarschuwing (puntobject) • Het betreft 4 objecten: WIBR, WUBO, WIT en WIDO • De werkplekbeveiliging staat richting het beveiligde object georiënteerd. Bij de WIDO is dit aan beide kanten van het overpad. • XYZ gegevens van het hart van het object worden vastgelegd. WIBR WUBO WIT WIDO Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Locatiebepaling PAWA Apparaat(puntobject) • De PAWA Apparaten zijn onderdeel van een PAWA Installatie. Deze installatie dient eerst aangemaakt te worden alvorens nieuwe, losse PAWA Apparaten kunnen worden geplaatst. De locatie van de Installatie staat gelijk aan de locatie van de het gemiddelde van de locatie van de onderliggende PAWA Apparaten. • De voet van de paal, van het apparaat, wordt vastgelegd. Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Objecten zonder fysiek aanwezige, bijzondere attributen • Assenteller EAK • Krokodil • Railspoel • Indusi • Seinportaal Legger • Balise • Seinportaal Paal • LEU • ATB VV Baken • ATB VV Lus • ATB VV ASK • ATBNG Lus • Werkplekbeveiliging persoonlijke waarschuwing (WIBR/WIDO/WIT/WUBO) • Werkplekbeveiliging gegarandeerde waarschuwing (PAWA apparaat) • ATBNG Baken Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Lichtsein Door de karteerder aan te leveren bijzondere attributen - Soort sein: Zie voor types objectencatalogus treinbeveiligingssysteem - Pijlbord: - Gevaarpuntbord: - Rangeer indicator (witte lamp bij dwergsein): - Bevestigd aan portaal: - Niet in dienst: Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Matrixsignaalgever Door de karteerder aan te leveren bijzondere attributen - Soort sein: Snelheid/L/H/X/G - Geïntegreerd: Aan dezelfde paal als het bijhorende lichtsein - Tekst: Snelheid (4, 6, 8, 12, 13), L, H, X/G Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Gubela Door de karteerder aan te leveren bijzondere attributen - Reflector Type: Recht/Schuin - Niet te bepalen uit bronmateriaal Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Bordsein Door de karteerder aan te leveren bijzondere attributen - Soort bordsein: Zie voor types objectencatalogus - Heeft lamp: - Heeft pijlbord: - Tekst: Verificatie Treinbeveiliging |Theoretisch kader en toepassing
Snelheidsbord Door de karteerder aan te leveren bijzondere attributen - Soort bordsein: Zie voor types objectencatalogus - Snelheid: - Goederensnelheid: Het getal op het bord wordt hier ingevuld Indien er 2 borden zijn, geldt: Bovenste bord: Reizigers, Onderste bord: Goederen. Indien er 1 bord is, geldt het voor zowel reizigers als goederen (Deze vormen samen 1 object) Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Stop Marker Board Door de karteerder aan te leveren bijzondere attributen - Witte lamp: Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
Vragen? Verificatie Treinbeveiliging | Theoretisch kader en toepassing
- Slides: 34